Medela flesjes zijn gemaakt van een veilige kunststof waarin de goede eigenschappen van de moedermelk behouden blijven en zijn de perfecte keuze voor het veilig bewaren van moedermelk in de koelkast of vriezer. Met de kleurrijke maataanduidingen (millimeter en ounce) kun je precies zien hoeveel melk je hebt afgekolfd.
Dit hangt af van het gewicht van je baby, het aantal voedingen en de samenstelling van de gekolfde melk. Een baby drinkt per dag gemiddeld ongeveer 150 ml per kilo lichaamsgewicht. Een baby van 5 kilo heeft dus elke dag 750 ml moedermelk nodig. Als hij zes voedingen krijgt is dat ongeveer 110 ml per voeding.
Afgekolfde melk kun je bewaren in flesjes/potjes of speciale moedermelkbewaarzakjes. Die kun je ook in de vriezer leggen. Je kunt eventueel ook (uitgekookte) ijsblokbakjes gebruiken, maar let op dat ze zijn gemaakt van materiaal zonder het chemische bestanddeel bisfenol A (BPA).
Difrax flessen passen alleen onder de Medela kolven. Moedermelk bewaarzakjes passen onder elke kolf.
Masseer je borsten en tepels, zet je naast je baby of zet een foto van je baby bij je, neem eventueel een warm bad of een warme douche als je thuis bent. Dat vergemakkelijkt de toeschietreflex. Neem evenveel tijd om af te kolven als om een voeding te geven. De hoeveelheid afgekolfde melk verschilt van keer tot keer.
Baby's zullen vaak koude melk willen drinken, maar als opwarmen gewenst is, of als de melk ontdooid moet worden, plaats dan het fles of zakje melk voor een minuut of twee in een kopje warm water.
Een keer een voeding uitstellen of overslaan zal meestal niet direct een probleem opleveren. Maar als je dat meerdere voedingen of dagen achter elkaar doet, kan het zijn dat je melkproductie achteruit gaat, waardoor je kind minder vaak bij je wil of kan drinken.
Vries de melk direct in na het kolven. In een koelkast met 3 sterren (***) of 4 sterren (****) blijft de melk 6 maanden goed. Vries de melk in kleine porties in, bijvoorbeeld in daarvoor geschikte moedermelkbewaarzakjes. Zo kun je makkelijker alleen de portie ontdooien die je nodig hebt.
Geef je kind op een dag ongeveer 150 milliliter voeding per kilo van zijn gewicht. Als je kind 5 kilo weegt, heeft het op een dag dus ongeveer 750 milliliter voeding nodig. Dat zijn dus bijvoorbeeld 10 flesjes van 75 ml, of 9 flesjes van 80-85 ml. Dit is echt een richtlijn en geen wet.
Kolf minimaal 7 tot 8 keer (15 minuten) per 24 uur. Drinkt uw baby al enkele voedingen aan de borst, dan kolft u alleen iedere gemiste voeding. Drinkt uw baby op de kraamafdeling na 12 uur nog niet goed aan de borst, dan start u met kolven nadat u uw kindje aan de borst heeft laten drinken.
Ga dus niet een extra kolfmoment inlassen tussen de voedingen door, maar kolf één keer per dag na een borstvoeding. Het beste moment om dit te doen is na de eerste ochtendvoeding. Na de nacht is je lichaam goed uitgerust en zijn de hormonen extra actief, waardoor de melkproductie groter is dan in de avond.
Een voorraad borstvoeding opbouwen kun je doen door te kolven vlak nadat je baby uit de borst heeft gedronken. Meestal heb je in de ochtend de meeste melk, dus is het handig om na de eerste ochtendvoeding na te kolven. Dit kun je ook nog een keer 's middags of 's avonds doen.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
*Neem een kwartiertje rust, masseer de borsten en start opnieuw met kolven. Het kan zijn dat je de borsten om en om (dus een voor een) moet kolven voor de meeste melkopbrengst. Ga CLUSTERKOLVEN (klik). *Kolf de borsten nog na met de hand wanneer je een elektrische kolf hebt gebruikt.
Twee tot drie dagen na de bevalling komt de eigenlijke melkproductie op gang. Je kunt nu zowel met de hand kolven (Marmet techniek) als met een handkolf of elektrische kolf.
Liever niet vaker opwarmen
Het is het beste om moedermelk maar één keer op te warmen. Heb je de melk opgewarmd en weer koud laten worden? Geef het dan binnen één tot twee uur en uiterlijk bij de volgende voeding.
Een regeldag herken je aan: Je baby huilt veel en is onrustig en hangerig omdat je kindje zich niet zo lekker voelt. De ontwikkelingen vragen nou eenmaal veel energie. Je baby wil continu drinken omdat je kindje hongerig is en meer energie nodig heeft voor de groeispurt.
Je mag de melk van beide borsten bij elkaar in het zelfde potje gooien, zolang het maar van dezelfde kolfsessie is. Handig! Schrijf eventueel 'BV' of 'moedermelk' op de melkcontainer, zodat het bij de kinderopvang duidelijk is dat het om moedermelk gaat die op een speciale manier opgewarmd moet worden.
Gebruik alleen stevige plastic zakjes die speciaal ontworpen zijn voor de opslag van moedermelk. Druk de lucht uit het zakje en laat wat ruimte voor het uitzetten van de melk tijdens het invriezen. Plaats de zakjes in een bakje achterin de vriezer, omdat daar de temperatuur het laagst en het meest constant is.
Reserveer een aparte lade in de vriezer voor de moedermelk. Geef elk zakje of fles een etiket met daarop de kolfdatum. Bewaar de melk bij voorkeur in kleine porties van 50 – 120 ml; zodat je niet teveel melk opwarmt. Vervoer de melk gekoeld, bijvoorbeeld in een koeltas met koelelementen.
Niet opnieuw opwarmen of invriezen
Moedermelk mag je niet opnieuw opwarmen of opnieuw invriezen. Gooi restjes opgewarmde moedermelk weg.
Zo kunt u een kolfbeurt “inhalen”. Kolven in de nacht. 's Nachts afkolven heeft als voordeel dat u gebruikt maakt van het hormoon prolactine. Prolactine zorgt voor de aanmaak van melk en die is in de nacht het hoogst.
Kolfschema als de borstvoeding goed op gang is:
Elke drie uur kolven en in de nacht 6 uur ertussen laten is meestal voldoende. Heb je veel melk dan kun je proberen elke 4 uur te kolven en in de nacht max 6 uur ertussen laten.
Pasgeborenen die geen borstvoeding krijgen lopen veel meer risico om ziek te worden of in het ziekenhuis opgenomen te worden. Ze hebben veel meer spijsverteringsproblemen dan borstgevoede baby's. Na vier tot zes weken heb je waarschijnlijk ook de meeste ongemakken van de eerste voedingsperiode achter de rug.