Een konijn zal normaal gezien nooit gillen of krijsen. Doet hij dit wel is hij in doodsangst voor iets of lijdt een verschrikkelijke pijn. Het klinkt als de luide schreeuw van een angstig kind. In de natuur zal een konijn dit doen wanneer het door een roofdier is gegrepen.
Hard gillen betekent meestal angst of pijn. Stampt je konijn op de grond, dan is hij angstig, boos of hoort iets vreemds. Hij probeert op deze manier ook andere konijnen te waarschuwen voor 'gevaar'.
Gillen. Een hoge, ijselijke schreeuw. Dit is doorgaans een uiting van plotselinge pijn, schrik of angst. Hoor je een dergelijke gil bij je konijn, zonder gezien te hebben wat er is gebeurd, doe je er goed aan je konijn meteen te controleren.
Het meest voorkomende konijnen geluid is snuiven. Niet te verwarren met de normale ademhaling, waarbij het konijn soms ook een geluidje maakt. Dit laatste gebeurt vooral wanneer het konijn buiten adem is of wanneer het heel erg warm is. Snuiven wordt vaak opgevolgd door grommen.
Een boos en ongelukkig konijn
Het konijn kan zichzelf snel omdraaien en wegrennen en daarbij met zijn achterpoten vegen. Tegelijkertijd kan hij hierbij zijn oren plat tegen zijn rug houden. Een konijn kan ook op de achterpoten zitten.
Een konijn zal normaal gezien nooit gillen of krijsen. Doet hij dit wel is hij in doodsangst voor iets of lijdt een verschrikkelijke pijn. Het klinkt als de luide schreeuw van een angstig kind.
Konijnen leren hun naam
Er kunnen maanden overgaan voor het dier zijn naam herkent. Dit lukt bovendien ook niet bij elk konijn. Sommigen leren hun naam na verloop van tijd, anderen niet. Er zijn ook mensen die hun konijn een aantal andere eenvoudige woorden als 'nee' hebben aangeleerd.
Konijnen kunnen ook verliefd worden, zelfs op mensen. Dit kan gebeuren als je konijn je heel erg leuk gaat vinden. Hij laat dit dan merken door heel snel rondjes om je heen te rennen. Soms knort hij er dan ook een beetje bij, geluid maakt een konijn bijna niet maar het knorren is goed hoorbaar.
Konijnen kunnen je veel vertellen met hun lichaamstaal, maar laten dat subtieler zien dan bijvoorbeeld een hond. Ze kunnen boos zijn, gespannen, bang, gestresst, vrolijk, verdrietig: net als wij!
Een konijn doet dat uitsluitend bij de persoon waar hij veel van houdt. Dus als je konijn je hand likt dan vindt hij je lief en laat dat blijken door likken, net zoals een hond of een poes doet. Sommige konijnen vleien zich in je hals en likken je gezicht. Allemaal konijnenliefde.
De meeste konijnen worden het liefst geaaid op hun kop en rug of in de nek. Op de buik of aan de staart vinden de meeste konijnen minder prettig. Geef het konijn altijd de mogelijkheid om bij je weg te lopen.
Konijnen kunnen je volgen en rondjes om je voeten rennen. Dit kan samengaan met sproeien en keutelen. Je konijn is dan haast verliefd op je, dit gaat samen met een hele hoop hormonen. Dit gedrag zie je vaak bij mannen die nog niet gecastreerd zijn.
Schuif uw ene hand onder zijn borst met uw duim langs zijn zij. Leg uw andere hand om zijn achterwerk heen, uw pink net boven de staart. Leg eventueel uw onderarm van die hand langs het konijn zodat u de voorkant van het konijn iets tegen uw arm aan kunt drukken om extra steun te geven. Til het konijn op.
Een konijn kan niet boeren, daarom moet gas wat zich in de maag bevindt via de maagpoort naar de darm. Dan door de darm naar de anus en zo als (stinkende) windjes het lichaam verlaten.
Konijnen communiceren niet alleen met elkaar door middel van gebaren, zoals het opzetten van hun oren of het stampen met hun achterpootjes. Ze communiceren ook via geuren die wij niet kunnen ruiken. De dieren hebben een uitzonderlijk goede neus, die elk klein geurspoortje waarneemt.
Konijnen kunnen schattige slaapposities aannemen. Konijnen die in een koud klimaat leven rollen zich vaak op tot een pluizig balletje, terwijl ze hun pootjes dicht bij hun buik houden. Op deze manier is namelijk zo min mogelijk van hun lichaam blootgesteld aan de koude lucht.
Vooral konijnen kunnen, net zoals wij mensen, rouwen – en ze kunnen in die tijd vaak stiller zijn dan normaal. Zij moeten – net als wij – het verlies van hun maatje verwerken.
Het konijn verstijft op het moment dat hij op zijn rug wordt gelegd omdat dit een natuurlijk instinct is. Op het moment dat een konijn op zijn rug wordt gelegd gaat deze in een 'overlevingsstand'. Het konijn verliest hierdoor tijdelijk waarnemingen, gedachten en emoties en is niet 'aanspreekbaar.
Alle konijnen kunnen tam worden, maar bij een jong konijntje is het het makkelijkst. Konijnen moeten eerst aan hun nieuwe verblijf en eigenaar wennen. Daarna kan je ze lokken met eten, voorzichtig aaien en ze stap voor stap tam maken. Benader een konijn nooit van boven, dat vinden ze eng.
Let op: Straf je konijn niet. Je konijn bijt niet omdat hij vals is, maar omdat hij iets duidelijk wil maken. Gebruik ook zeker niet je handen om te straffen. Het konijn gaat je handen dan associëren met iets negatiefs.
Konijnen zijn slimme en intelligente dieren die erg houden van spelen. Met een WC-rol of een eierdoos kun je leuk konijnenspeelgoed maken. Graven maakt konijnen helemaal gelukkig. Dit kan natuurlijk in de tuin, maar ook in een bak zand op je balkon.
Een konijn pakt zo'n tien uur slaap per dag. Sommige konijnen slapen met hun ogen open. Wees niet bang!
Konijnen zien niet alleen zwart-wit. Vergeleken met mensen zien konijnen niet zo veel kleuren, maar rood en groen kunnen ze goed uit elkaar houden. Konijnen zien niet alleen zwart-wit. Vergeleken met mensen zien konijnen niet zo veel kleuren, maar rood en groen kunnen ze goed uit elkaar houden.
' Een konijn kan ook (zacht) bijten om aandacht te trekken, bijvoorbeeld als je ophoudt met aaien. Door even kort te bijten vraagt hij of je door wilt gaan. Toch kun je dan beter stoppen met aaien en weglopen, want anders zal je konijn steeds blijven bijten om ervoor te zorgen dat jij door gaat met aaien!
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn konijnen geen goede huisdieren voor kinderen. De meeste konijnen vinden oppakken en knuffelen niet leuk. Ze kunnen dan krabben en bijten en zelfs hun eigen rug breken als ze spartelen bij het optillen.