Ondanks het aanhouden van bovenstaande leefregels kan de bypass op den duur, meestal pas na jaren, dichtslibben. U merkt dit door het terugkeren van de klachten die voor deze operatie bestonden. Als dit het geval is, adviseren wij u contact op te nemen met uw huisarts of het ziekenhuis.
Bij schatting van de overlevingskansen volgens de actuariële methode bedroeg de 5-jaarsoverleving 92,0 (SD 0,8), de 10-jaarsoverleving 77,3 (1,4) en de 15-jaarsoverleving 56,7 (3,2) (figuur 1).
Hoe lang gaat de omleiding mee? Hoe lang een bypass meegaat hangt ondere andere af van welke bloedvaten zijn gebruikt en hoe goed de conditie van je bloedvaten is. Er kunnen weer vernauwingen ontstaan in de omleidingen zelf. Die kans wordt kleiner door goede medicijnen en een gezonde leefstijl.
Soms wordt bij vernauwingen een bypassoperatie gedaan. De artsen bekijken welke ingreep het beste is in jouw situatie. Het is nodig om te dotteren of een stent te plaatsen als er te weinig bloed door de vernauwing kan stromen. Dit kan een cardioloog ontdekken met een FFR-meting.
Groot internationaal onderzoek toont aan wat beste behandeling is. Patiënten die ernstige afwijkingen hebben aan hun kransslagaders kunnen beter worden geopereerd dan gedotterd. Na een openhartoperatie (bypass) is hun kans om te overlijden 20% kleiner dan na dotteren.
Als het hart niet genoeg zuurstof krijgt kan dit pijn op de borst en soms nekpijn en verminderd gevoel in de linker arm veroorzaken. Sommige mensen hebben hier alleen last van bij inspanning anderen ook in rust. Ook kan het, bij vrouwen meer dan bij mannen, klachten geven van kortademigheid of conditieverlies.
Een 'gastric bypass' kost gemiddeld tussen de 8.000 en de 10.000 euro op basis van een eenpersoonskamer. Het ziekenfonds neemt daarvan een groot deel voor zijn rekening, de rest betaal je zelf. Indien je een kamer deelt met anderen, betaal je toch nog ongeveer 1200 euro uit eigen zak.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
Ondanks dat stents bedoeld zijn om het opnieuw dichtslibben (restenose) te verminderen, is het nog steeds mogelijk dat uw slagader zich opnieuw vernauwt.
Een complicatie van het gebruik van stents is dat er op die plek - tot jaren na de plaatsing - stolsels kunnen ontstaan zodat de kransslagader opnieuw verstopt raakt: de zogeheten stenttrombose.
Een operatie is mislukt als er complicaties optreden, als de patiënt overlijdt of als de ingreep opnieuw moet worden uitgevoerd. Een dotterbehandeling moet gemiddeld in zeven van de honderd gevallen opnieuw worden uitgevoerd. Bij een bypassoperaties zijn dat er drie op de honderd.
U kunt na de operatie klachten ervaren zoals spierpijn en een doof gevoel rond de wond, in uw rug of armen. Dit hoort bij het herstelproces. Deze klachten zouden geleidelijk moeten afnemen. Neem contact op met uw huisarts als de klachten aanhouden of erger worden na ontslag.
Hartrevalidatie is een programma van 6 tot 12 weken. Het vindt plaats in het ziekenhuis of revalidatiecentrum. Voordat je start met hartrevalidatie krijg je eerst een intakegesprek, meestal zo'n 2 tot 4 weken na thuiskomst. Hierin overleg je welk programma goed aansluit en wanneer je begint.
Bij de meeste patiënten verloopt de hartoperatie en de fase daarna zonder problemen. Toch kunnen er onverwachts problemen (complicaties) ontstaan. Ziekten of aandoeningen kunnen het risico verhogen, bijvoorbeeld overgewicht, longaandoeningen, suikerziekte en een verminderde functie van het hart.
Iedere patiënt herstelt in eigen tempo. De meesten hebben wel een ½ tot 1 jaar voor het volledige herstel nodig. Uw borstkas en ribben herstellen in ongeveer 6 weken. Daarom mag u in deze periode bijvoorbeeld niet zwaar tillen, stofzuigen, wringen, tuinieren, zwemmen, timmeren, ramen zemen of de hond uitlaten.
Autorijden, fietsen en reizen
U mag de eerste 6 tot 8 weken na de operatie niet autorijden en niet fietsen. U mag dit niet vanwege de flinke borst- (en soms been-) wond. U bent ook niet verzekerd als u wél zelf rijdt binnen deze periode.
De plaats waar de katheter in uw lichaam werd ingebracht, wordt gecontroleerd op kleurveranderingen, temperatuur en gevoeligheid. In het begin kunt u zich versuft voelen door de verdoving. Uw arts zal u vertellen wanneer u uit bed mag en mag gaan rondlopen.
Stentprocedures hebben een voordeel boven alleen dotteren, omdat stents een permanente structurele ondersteuning bieden om te voorkomen dat de kransslagader weer vernauwd raakt (ook wel restenose genoemd), hoewel restenose nog steeds kan optreden.
Na een hartoperatie mag u de eerste 6 weken niet autorijden en niet fietsen. De reden hiervoor is uw borstwond. Wanneer u een ongeluk krijgt, of met de fiets komt te vallen is uw borstkast niet sterk genoeg om uw hart en longen goed te beschermen.
Bij hoesten verhoog je de druk in de borstkas. Dit verbetert de bloedstroom en zo kan een hartstilstand worden voorkomen. Bij een hartstilstand buiten het ziekenhuis heeft hoesten geen zin.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
“Omdat de borstkas opengaat zijn er risico's op complicaties. Hierbij kun je denken aan nabloedingen, ontstekingen of hartritmestoornissen. Hierdoor duurt revalideren na een openhartoperatie vrij lang. Gelukkig zijn er, afhankelijk van je leeftijd, ook minder ingrijpende behandelingen denkbaar.”
Door de ingreep zult u minder en anders moeten gaan eten. U heeft minder honger en kunt minder eten, waardoor u gewicht verliest. Om ervoor te zorgen dat u op het juiste gewicht blijft, zult u uw levensstijl moeten aanpassen. Daarom combineren wij een operatie met een programma voor leefstijlverandering.
Na 1 tot 2 jaar zitten de meeste patiënten op hun laagste gewicht. Daarna komen de meesten weer wat kilo's aan. Dit is heel normaal. De meeste patiënten die geopereerd zijn verliezen op lange termijn ongeveer 25% van hun lichaamsgewicht of 60% van hun overgewicht.