Als u een blaar niet doorprikt, zal deze meestal vanzelf genezen. Het vocht binnenin de blaar helpt de huid eronder te beschermen terwijl het geneest. Door de blaar niet door te prikken, minimaliseert u het risico op infectie en wordt het genezingsproces versneld.
Over het algemeen zal een blaar die doorgeprikt is vrij snel genezen. Wanneer de huid of het vel nog op de plek zit, dan beschermt dat het weefsel er onder al een beetje. Deze huid zal droger en harder worden, net als het weefsel eronder. De blaar zal dan meestal na ongeveer een week zo goed als weg zijn.
Blaren genezen meestal vanzelf of na de behandeling van de blaar. Uiteindelijk zal het wondkorstje loslaten en zal er nieuwe huid over de wond groeien. Afhankelijk van de diepte en grootte van de blaar kan dit enkele dagen tot weken duren.
Maak de blaar en omgeving schoon met stromend water of ontsmettingsmiddel. Gebruik een steriele blaarprikker (bloedlancet) of een naald (uit de naaidoos) die ontsmet is met ontsmettingsalcohol. Prik de huid op twee plaatsen door aan de basis van de blaar. Druk met een gaasje de blaar voorzichtig leeg.
Kan je met blaren doorlopen? Je kunt met een blaar prima kilometers maken, mits je 'm goed behandelt. De pijn kan het wandelplezier wegnemen, maar door de blaar goed af te plakken, moet de pijn afnemen. Blarenpleisters zorgen namelijk voor een soort tweede huid die de blaar beschermt.
Wat gebeurt er als je een blaar niet doorprikt? Als u een blaar niet doorprikt, zal deze meestal vanzelf genezen. Het vocht binnenin de blaar helpt de huid eronder te beschermen terwijl het geneest. Door de blaar niet door te prikken, minimaliseert u het risico op infectie en wordt het genezingsproces versneld.
Hervat de activiteit die uw blaar veroorzaakte niet totdat deze genezen is . Om een blaar te behandelen, raden dermatologen het volgende aan: Bedek de blaar. Bedek de blaar losjes met een verband.
Het beste is het om de blaar gewoon dicht te laten zitten om infectie te voorkomen. Maar zit de blaar op een plek waar nog sprake is van wrijving of wanneer u een lange wandeltocht voor de boeg heeft, dan kunt u de blaar het beste doorprikken.
Behandel de rode (dichte) huid rondom de blaar met een crème
Zo help je de huid genezen en verminder je klachten van pijn en jeuk. Let op: smeer ALHYDRAN alléén op de gesloten huid rondom de blaar, nooit direct op de (open) brandblaar of op je open huid. Dit kan namelijk tot infecties of irritatie leiden.
Vaseline helpt ook goed om op de blaar en de omliggende huid te smeren omdat de wrijving dan minder wordt en de kans op nieuwe blaren wordt kleiner.
Bij een gesloten blaar is niets doen vaak de beste oplossing. Vermijd verdere druk of wrijving en laat de blaar volledig dicht: zo komt hij niet in contact met vuil of stof. Vervolgens zal hij spontaan genezen. Bescherm de blein eventueel met een pleister, maar hier is ook een risico aan verbonden.
Blaren (bulla) zijn een ophoping van vocht onder de bovenste huidlaag. De opperhuid is niet beschadigd, maar de ondergelegen huidlagen wel.Hierdoor ontstaat een blaas, welke zeer pijnlijk kan zijn.
Reinig de blaar en de huid rondom met stromend water of een waterig, niet-verkleurend ontsmettingsmiddel. Houd een naald evenwijdig met de huid en prik een paar keer aan de basis van de blaar. Druk met een steriel kompres het vocht uit de blaar. Reinig de wonde en de huid rondom opnieuw.
Blaren zijn meestal vervelend, maar ze hebben wel een functie; het is een natuurlijke reactie van het lichaam om, via een soort kussentje, het onderliggende weefsel te beschermen.
Een blarenpleister mag direct op een open blaar worden aangebracht. Het is belangrijk eerst de wond goed te reinigen en te desinfecteren. Dit kun je doen met een ontsmettingsmiddel of gewoon water. Zorg daarna wel dat de plaats rondom de blaar droog is.
Gaat de brandblaar vanzelf open? Behandel de wond steriel, er is dan een grotere kans op infectie. Verband wisselen: Verwissel je verband dagelijks, of als het nat of vies wordt. Zorg dat je altijd schone handen hebt voordat je de brandblaar opnieuw behandelt.
Koel de brandblaar minimaal 20 minuten met lauwwarm water. Pas hierbij op dat je de blaren niet kapot maakt. 2. Om een infectie te voorkomen, moet je de brandblaar afdekken met een kompres van steriel gaas.
Opengescheurde blaren
Is de blaar opengescheurd, moet je: de wond goed reinigen met water en zeep en eventueel ontsmetten. de losgekomen huid wegknippen met een fijn schaartje, zodat je een gave wondrand krijgt. gedurende enkele dagen een beschermende wondpleister of een gaasje aanbrengen.
De antiseptische en verzachtende ingrediënten verzachten de vaak geïrriteerde, rode huid. Overigens kan Sudocrem op alles worden gebruikt, van een door de zon verbrande huid, brandwonden, acne, lichte brandwonden, zweren, droge huid en eczeem en doorligwonden.
Wanneer je last hebt van een blaar, is het beste om de huid lekker met rust te laten. Hierdoor zal de blaar indrogen, waardoor de blaar vanzelf geneest. Als de blaar niet vanzelf geneest is het aan te raden om even langs een pedicure of huisarts te gaan, om de gesloten blaar open te prikken.
Er ontstaan blaren, waarbij de huid vaak niet meer heel is. Op sommige delen van het lichaam wordt de huid heel dik (bijvoorbeeld op de rug of het been) Genezing: meestal tussen de 3-6 weken. Een diepe tweedegraads brandwond kan na een maand of langer nog vanzelf genezen.
Open blaar. De blaar kan soms openbarsten door de wrijving tegen je schoen of een ander kledingstuk. Over het algemeen moet je de blaar niet verder doorprikken. Maar in sommige gevallen kun je de open blaar wel doorprikken, bijvoorbeeld wanneer de wond kans loopt op een infectie.
Een gesloten blaar mag je nooit openprikken, omdat deze zichzelf beschermt tegen vuil van buitenaf; Een open blaar mag je niet doorprikken als de plek droog en schoon is, omdat er dan weinig kans is op infectie; Een open blaar mag je doorprikken als het blaasje vies is, omdat er dan een grotere kans is op infectie.
Blaren worden bijna altijd veroorzaakt door wrijving op uw voeten , wat meestal gebeurt wanneer uw voet in uw schoenen wegglijdt. Dit komt vooral vaak voor bij de hiel.