Alarm. Zodra een koolmonoxidemelder afgaat, is het verstandig om te kijken hoeveel ppm (parts per million) de melder aangeeft. Het kan vals alarm zijn, maar er kan ook daadwerkelijk te veel koolmonoxide in de lucht zitten. De meeste melders gaan af als er gedurende 1 tot 1,5 uur 50 ppm wordt waargenomen.
Hoe herken ik koolmonoxide in huis? Koolmonoxide kun je niet zien, ruiken of proeven. Symptomen die kunnen duiden op een koolmonoxidevergitiging zijn: Verwardheid, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, kortademigheid en krampen.
Het is vaker gebeurt dat koolmonoxide melders kunnen afgaan tijdens onder andere het schilderen, of het laden van een accu in een afgesloten ruimte. Dit is gebeurt omdat de koolmonoxide melder niet alleen gevoelig is voor koolmonoxide maar ook voor gassen zoals waterstof, isopropylalchol, methaan en kooldioxide.
De sensor van een koolmonoxidemelder bestaat uit een gel. In deze gel zit onder andere zwavelzuur als elektrolyt. Als de sensor in de koolmonoxidemelder wordt blootgesteld aan hogere concentraties koolmonoxide dan normaal in een huishouden voorkomt, begint een chemische reactie en gaat de koolmonoxidemelder in alarm.
Als de batterij bijna leeg is, dan geeft de koolmonoxidemelder één pieptoon per minuut af. Op de digitale koolmonoxidemelder wordt het pictogram voor batterij bijna leeg op het scherm weergegeven.
Rookmelders gaan 's nachts piepen als de batterij bijna leeg is omdat de temperatuur op dat moment het laagst is. De batterijspanning die op dat moment al aan de krappe kant is, wordt door de kou 's nachts nóg iets lager.
De batterij rookmelder stopt met piepen als u de batterij eruit haalt. Rookmelders op batterijen kunt u zelf eenvoudig vervangen. U draait de oude rookmelder los en schroeft de oude bodemplaat los van het plafond.
In belendende ruimtes de melder installeren op 1,5 tot 2 meter hoogte (ademhoogte). I Controleer regelmatig, dat de groene LED om de 60 seconden knip- pert. Wanneer de koolmonoxidemelder gedurende minimaal 1 uur piept en de groene LED knippert, dan zal de koolmonoxidemelder moeten worden vervangen.
De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hanteert een grenswaarde van 6 ppm bij continue blootstelling. Oplopend naar 26 ppm bij 1 uur per dag. Een defecte cv ketel zorgt voor een concentratie van 30.000 ppm, met een acute koolmonoxidevergiftiging tot gevolg.
Het natuurlijk CO-gehalte in de omgevingslucht bedraagt ongeveer 0,2 ppm (parts pro million).
Dit kan veroorzaakt worden door vuil bij de sensor, zoals stof of een insect. Wanneer de verwarming na lange tijd gebruikt wordt kan er stof vrijkomen, waardoor de rookmelder af kan gaan. Andere mogelijke oorzaken zijn een lege batterij, verkeerde aansluiting of een technisch defect.
Werking: de rookmelder functioneert direct als er een nieuwe batterij is geplaatst en de test is voltooid. De rookmelder is uitgerust met een knipperende rood LED-lampje. Dit lampje bevindt zich boven de testknop en knippert om de 30-40 seconden om aan te geven dat de rookmelder functioneert.
CO wordt voornamelijk geëlimineerd door uitademing. Als de inademing van CO-gas stopt, zal het HbCO zal zich in de longen weer splitsen en de CO zal progressief uitgeademd worden.
Hoe goed uw neus ook is, koolmonoxide ruikt u niet. Ook kunt u koolmonoxide niet in de lucht proeven. Gelukkig zijn er wel manieren om een onvolledige verbranding te herkennen. Als een gastoestel niet goed werkt, is de vlam oranje in plaats van blauw.
Wanneer de verbranding door gebrek aan zuurstof onvolledig is, ontstaat koolstofmonoxide (CO). De belangrijkste CO-bronnen in een woning zijn die waar een brandstof op basis van koolstof (hout, kolen, olie, gas, petroleum...) gebruikt wordt voor verwarmingsapparaten, warmwatertoestellen, oven of fornuis.
Niet alleen bij brand komt koolmonoxide vrij, maar ook bij verkeerd aangelegde of slecht functionerende geisers, CV-ketels en open haarden. Een onvolledige verbranding is eigenlijk nog gevaarlijke dan brand, omdat koolmonoxide in tegenstelling tot brand onzichtbaar, reukloos, smaakloos en niet voelbaar is.
Het is meestal een teken dat de rookmelder vervuild is. Maak de melder in dat geval schoon door hem goed uit te zuigen met de stofzuiger en haal er een licht vochtig doekje langs.
Rookmelders detecteren rook op basis van een infraroodsensor. Deze sensor ziet geen verschil tussen rook en een laagje stof. Ophopend stof kan er dus voor zorgen dat het alarm afgaat, terwijl er niets aan de hand is. Reinig daarom maandelijks de rookmelders die in huis hangen met de stofzuiger en een doekje.
Wanneer je rookmelder met enige regelmaat (meestal elk uur) piept, is dit een teken dat de batterij leeg aan het raken is. Een rookmelder met een zwakke batterij zal blijven piepen totdat de batterij ermee ophoudt. Met een beetje pech kan dit enkele weken duren.
De batterij is leeg
Als de batterij bijna leeg is, piept de rookmelder af en toe om dit aan te geven. In de handleiding van je rookmelder lees je hoe vaak de rookmelder deze pieptoon geeft. Heb je een rookmelder met vervangbare batterijen? Vervang dan de batterij.
Een rookmelder (soms brandmelder genoemd) is een detector die alarm slaat na waarnemen van rookdeeltjes (aerosolen), die kunnen wijzen op een (beginnende) brand. Een rookmelder kan een zelfstandig apparaat zijn, maar steeds vaker zijn rookmelders verbonden met een brandmeldinstallatie.
Brandalarm: 3 korte harde pieptonen (repeterend) en het rode lampje knippert. Laag batterijspanning alarm: korte piep en het gele lampje knippert. Probleem alarm: Dit is een falende zelftest van de rookmelder.
De kans bestaat dat je afzuiging, bedrading of leidingwerk de boosdoener is, of zelfs kieren bij ramen of deuren. In dat geval, als je er echt klaar mee bent, kun je het beste iemand inschakelen om mee te helpen zoeken door middel van een professionele geluidsmeting.