Het slapen in een babyslaapzak maakt het moeilijker om naar de buik te draaien. Het moment van omdraaien naar de buik, wordt uitgesteld tot de baby wat groter en sterker is. Eventueel kan het voeteneind van de babyslaapzak worden ingestopt of een lakentje gebruiken om je kind goed in te stoppen.
Baby's rollen soms op hun buik in hun slaap, maar dit kun je minimaliseren met een babyslaapzak. Slaapzakken houden je baby lekker warm en beperken de bewegingsvrijheid van je baby, maar niet teveel.
En de slaapzak moet sluiten met een rits naar de onderkant. Zo kan je baby zich niet uit of dieper in de slaapzak wurmen. Gebruik ook geen babyslaapzak zonder armsgaten. Hierin kunnen de armen van je baby niet goed bewegen.
Je kan controleren of je baby het niet te warm of te koud heeft door in zijn nekje te voelen. Voelt dit aangenaam warm en niet klam, dan zit je goed.
Er zijn twee manieren waarop je baby kan omrollen. Van rug naar buik en van buik naar rug. Vaak beginnen ze met het rollen, van de rug naar de zij. Gemiddeld rollen de meeste baby's volledig om tussen 5,5 maand en 9 maanden.
Bij onderzoek op het zuigelingenbureau blijkt een 10 maanden oud meisje niet zelf te rollen van rug naar buik en omgekeerd. Zij heeft thuis wel eens spontaan gerold, maar doet dit niet met plezier. Het kind kan zelfstandig zitten en beweegt zich in zit voort door te 'schuiven' op billen en voeten ('shuffling').
Leg jouw baby in een grote handdoek en rol jouw baby zachtjes in de handdoek. Trek vervolgens zachtjes aan één kant van de handdoek zodat de baby er rustig uit rolt. Doe dit op een zachte ondergrond. Stimuleer jouw baby met wat hulp zelf op de zij en op de buik te draaien.
Als je baby zichzelf vlot om kan draaien, kun je hem zelf zijn slaaphouding laten bepalen. Een scheef hoofdje voorkom je door je baby afwisselend met het hoofdje naar links en naar rechts te leggen. Leg je baby regelmatig op zijn buik als hij wakker is. Blijf daar dan wel bij.
Stel, het is 18 à 19 °C in de (baby)kamer, dan heb je genoeg aan een slaapzak met TOG-waarde 1, gecombineerd met een pyjama en een body met lange mouwen. Ligt je kindje in een ruimte die kouder of warmer is, dan is het schema hieronder een richtlijn om de laagjes kleding aan te passen.
Met babyslaapzakken zorg je ervoor dat je baby minder snel op z'n buik rolt. Het is dus in de eerste plaats veiliger. Een dekentje kan je baby makkelijker over zich heen trekken (te warm/verstikkingsgevaar) of van zich afschoppen, waardoor hij het te koud krijgt.
Sinds hij geboren is, slaapt baby in een slaapzak. Dit is de beste manier om een veilige slaap te garanderen voor uw kind tussen 0 en 12 maanden. Vanaf de leeftijd van 18 maanden kan baby met een dekbed slapen omdat hij oud genoeg is om zich te bewegen en zelf uit bed te komen.
Een slaapzak zorgt ervoor dat je kindje mooi op z'n rug blijft liggen en zo vrij kan blijven ademen. Vooral als je baby drie tot vijf maanden oud is, en de kans op wiegendood het grootst is, raden experts een slaapzak aan.
Combineer nooit een slaapzak met een dekbed. Dat geeft een hoog risico op verstikking en/of oververhitting. Gebruik bij een dunne slaapzak eventueel een laken of een dunne deken. Stop die dwars over het voeteneinde rondom stevig in.
Want nu kan de baby zowel op de rechter- als op linkerzijde worden gepositioneerd om te slapen. Het is echter gevaarlijk omdat baby's niet zelfstandig op hun zij kunnen blijven liggen en zelf in de buikligging kunnen rollen. Daarom moeten baby's de eerste maanden in de zijligging worden ondersteund.
Tot je kindje echt een duidelijk dag en nachtritme heeft ontwikkeld maakt het niet zoveel uit waar je kindje slaapt overdag. Volg hier vooral je eigen gevoel in. Slaapt je kindje fijn bij jou in de draagzak of doek, bovenop jou in jouw armen, of juist in zijn eigen bedje. Het is allemaal goed.
Met de producten van Aerosleep ben je er zeker van dat je kindje comfortabel en veilig slaapt. Dit komt onder andere door de speciale 3D-structuur. Deze structuur zorgt er namelijk voor dat jouw kleintje zelfs als hij of zij met het neusje ergens tegenaan ligt alsnog goed kan ademen.
Zet je baby na de eerste dagen geen mutsje meer op in bed. Een baby regelt zijn temperatuur met zijn hoofd, daarom moet het onbedekt blijven. De ideale temperatuur van de babykamer is tussen 16˚C en 18 ˚C. Als jij een extra laagje kleding nodig hebt, dan heeft je (gezonde) baby dat waarschijnlijk ook nodig.
Als je wilt controleren of je slapende baby het niet te warm of te koud heeft, voel dan met de bovenkant van je vingers aan de achterkant van het nekje. Voelt dit lauw aan, dan heeft je baby het aangenaam. Bedenk dat een gezonde baby niet zomaar onderkoeld raakt in de goed geïsoleerde en verwarmde Nederlandse huizen.
Gebruik de eerste twee jaar een babyslaapzak of een deken met lakentje. Kinderen die jonger zijn dan twee jaar slapen het veiligst in een babyslaapzak of onder een deken met een lakentje. Een babyslaapzak is veilig wanneer deze goed past en de hals- en armsgaten goed aansluiten.
Gedurende het eerste levensjaar van een baby raden kinderartsen aan om ze alleen op hun rug te leggen. Op deze manier wordt de luchtstroom bij je baby verhoogd. Bij buikslapen zal je baby minder lucht inademen. Dit kan lijden tot het Sudden Infant Death Syndrome, in Nederland ook wel bekend als: wiegendood.
Baby wel of niet op eigen kamer
Het algemene advies is om je baby pas na 6 maanden op een eigen kamer te leggen. Tot die tijd wordt aangeraden om een slaapkamer te delen. Let op: leg je baby niet bij jullie in bed, maar in een eigen wiegje of co-sleeper. Zo verklein je de kans op wiegendood.
Bij een dwarsligging ligt het dwars. Oorzaken van deze ligging kunnen zijn een nauw bekken of een placenta die voor het bekken ligt. Bovendien komt het vaker voor bij vrouwen die meerdere kinderen hebben gebaard. Ook hier kan met uitwendige versie jouw kind worden gedraaid.
Als je baby zich nog niet omrolt, let dan op de volgende tekenen die erop kunnen duiden dat het eraan zit te komen: Eerst zal je merken dat hij of zij de armen gebruikt om de rug te krommen en de borst omhoog te duwen. Hij of zij begint ook op het buikje te schommelen en met zijn of haar beentjes te schoppen.
Het eerste halfjaar kan je baby nog niet zelf zitten. Hij ligt eerst heerlijk bij je op schoot. Na een maand of twee vinden baby's het leuk om zich aan je vingers op te trekken tot een half zittende of zittende positie. Na vijf of zes maanden lukt het baby's soms om even rechtop te zitten.