Baarmoederhalskanker kan uitzaaien. Dat betekent dat de tumorcellen via het lymfevocht of het bloed op andere plekken terechtkomen. Een ander woord voor uitzaaiingen is metastasen. Als baarmoederhalskanker uitzaait, is dat meestal naar de lymfeklieren in het bekken.
Als baarmoederkanker uitzaait, is dat meestal naar de longen, de lever en de botten. Uitzaaiingen in de buikholte komen vooral voor bij non-endometroïde baarm0ederkanker. Bij uitzaaiingen in andere organen is genezing vaak niet meer mogelijk.
Baarmoederhalskanker ontstaat door een infectie met het humaan papillomavirus (HPV). De periode tussen het oplopen van een infectie en het ontstaan van kanker bedraagt verschillende jaren. Tussen het allereerste begin en het uiteindelijke ontstaan van baarmoederhalskanker kan wel 10 tot 15 jaar liggen.
Wat is de overleving van baarmoederhalskanker? Gemiddeld zijn 10 jaar na de diagnose nog 62 van de 100 vrouwen in leven. Let op: dit zijn gemiddelde cijfers voor alle mensen met deze soort kanker. Jouw vooruitzichten kunnen anders zijn dan het gemiddelde.
Over het algemeen is baarmoederhals-kanker goed te behandelen. Als er echter uitzaaiingen worden vastgesteld buiten het bekken (bijvoorbeeld in de lever of in de longen) is de kans op genezing heel klein.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Als baarmoederhalskanker uitzaait, is dat meestal naar de lymfeklieren in het bekken. De ziekte verspreidt zich minder vaak via het bloed. Gebeurt dit wel, dan is dit vaak pas in een later stadium. In dat geval kunnen uitzaaiingen ontstaan in de longen, lever of botten.
Patiënten met uitzaaiingen hebben meestal een kortere levensverwachting dan patiënten bij wie (nog) geen uitzaaiingen zijn gevonden. Meestal is bij uitgezaaide kanker genezing niet meer mogelijk.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Uitzaaiingen kunnen al bij de eerste diagnose aanwezig zijn, maar ook pas jaren later ontstaan. Als kankercellen losraken van de tumor, worden ze via het bloed of lymfebanen, of via beide, naar andere organen verspreid.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Kankercellen voeden zich, meer dan gezonde cellen, met suikers. Daarom zou een beperking van suikerinname via de voeding in theorie tumorgroei kunnen helpen vertragen. In de praktijk gebeurden de meeste wetenschappelijke studies die het verband tussen suiker en kanker bestudeerden, op dieren.
Om de overlevingskansen bij kanker uit te drukken, wordt vaak de vijfjaarsoverleving gebruikt. De vijfjaarsoverleving is het gemiddelde aantal mensen dat vijf na de diagnose kanker nog in leven is.
Het woord 'uitbehandeld' betekent voor iedereen die kanker heeft wat anders. Soms kan het betekenen dat je niet meer lang zult leven. Het kan ook inhouden dat je nog jaren kunt leven. Je ziekte is niet te behandelen of te genezen, maar gelukkig niet zo agressief dat je direct moet vrezen voor je leven.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
Echografie. Dit is een onderzoek met behulp van geluidsgolven. Zelf kun je deze golven niet horen, maar de weerkaatsing maakt organen en weefsel zichtbaar op een beeldscherm. Hierdoor kun je zien waar zich tumoren of uitzaaiingen bevinden.
De arts kan longuitzaaiingen ontdekken doordat op een röntgenfoto afwijkingen zijn te zien. Een röntgenfoto van de longen kan horen bij standaardonderzoek na de diagnose kanker. Dit onderzoek gebruikt de arts om vast te stellen of er uitzaaiingen zijn.
Hoe worden uitzaaiingen ontdekt? Naar uitzaaiingen wordt gewoonlijk niet systematisch gezocht. Meestal worden uitzaaiingen ontdekt door klachten zoals pijn (botpijn, pijn in de borst, ochtendhoofdpijn), benauwdheid, kortademigheid en/of misselijkheid.
Wanneer er een verdenking is van baarmoederkanker wordt er bij u bloed geprikt. Een buisje bloed wordt afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm. Een bloedtest bepaalt de hoeveelheid CA 125 (kanker antigeen 125) in het bloed.
Na de diagnose baarmoederhalskanker krijg je een bloedonderzoek. Hier lees je waarom. Het bloedonderzoek gebeurt onder andere om vast te stellen of je bloedarmoede hebt, en om te onderzoeken hoe goed je lever en nieren werken.
Uitstrijkjes zijn een belangrijk middel in de strijd tegen baarmoederhalskanker. Elke 3 jaar krijgen alle vrouwen in Vlaanderen van 25 tot en met 64 jaar daarom een uitnodiging in de bus om langs te gaan bij hun huisarts of gynaecoloog voor een uitstrijkje.
De arts kan op een beeldscherm zien of er kanker in uw baarmoeder zit. Ook kan bij dit onderzoek een heel klein stukje van de baarmoeder worden weggehaald als de arts iets ziet dat er anders uitziet. Soms krijgt u ook een echo.