Ook het woordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands noemt beide termen in deze betekenis. Onze Taal gebruikt zelf meestal de term tussenvoegsels, omdat voorvoegsels in de taalkunde ook een andere betekenis heeft. Voorvoegsels zijn niet-zelfstandige delen van woorden, zoals her- in herontdekken en ver- in verwonderd.
Dit wordt onderschreven door de eerder vermelde Rijksdienst voor Identiteitsgegevens. Het genootschap Onze Taal gebruikt echter tussenvoegsel maar dit is met een reden; voorvoegsel is een taalkundig begrip. Vertaald in het Engels is het prefix.
Een voorvoegsel is een taalelement dat niet als los woord kan voorkomen, maar vooraan aan een woord wordt toegevoegd om een nieuw woord te vormen. Een woord met een voorvoegsel als eerste deel wordt een afleiding genoemd.
de, het, ten, van, van de, van den, van der, van het... Bij achternamen met een tussenvoegsel krijgt dit tussenvoegsel een hoofdletter als er geen naam of voorletter(s) vooraf gaan. Daarnaast begint het deel van de achternaam dat geen tussenvoegsel is altijd met een hoofdletter.
Achternamen hebben vaak een of meerdere tussenvoegsels (of voorvoegsels), zoals: van, van der, van de. de, den, del. el, al.
Noem je woorden als van, de, ter en der in achternamen voorvoegsels of tussenvoegsels? Dat kan allebei. Wie de achternaam Van den Berg op zichzelf bekijkt, vindt voorvoegsel misschien het meest voor de hand liggen: de voorvoegsels staan immers vóór de rest van de achternaam.
Het Nederlands kent geen voorvoegsel op-. Bij woorden die met op- beginnen gaat het om samenstellingen met het bijwoord op, met een overeenkomstige betekenis. Een voorvoegsel bestaat juist niet als zelfstandig woord in de overeenkomstige betekenis.
In Nederlandse namen krijgen tussenvoegsels als van, de en der geen hoofdletter als er een voornaam voorletter(s), naam van de partner of adelijke titel voor staat. Juist zijn dus: Sylvie van der Vaart, mr. S.
Tussenvoegsels zoals de, van, el of da krijgen een kleine letter als er voorletters, een voornaam, een ander tussenvoegsel, of de achternaam van de partner voor staan: B. de Vries, Gert van der Laan, Caro Blok-de Lint, Van de Geijn.
Voorbeelden: meneer, mevrouw, de heer, drs., professor, dominee, etc. Schrijf dan het tussenvoegsel met een hoofdletter: de heer De Groot. Verkorte tussenvoegsels (die met een apostrof, zoals 't Hart) schrijf je te allen tijde met een kleine letter.
Voorbeelden van voorvoegsels van werkwoorden zijn be-, ver-, ont-, mis- en her-.
Voorvoegsel geboortenaam: het voorvoegsel van de achternaam, bijv."van der". Voorletters: hier moeten de voorletters van de werknemer ingevuld worden. Gebruik alleen hoofdletters en punten, geen spaties.
Veel Nederlanders en Belgen hebben achternamen met van, van de, van den, van der, van het, ter, den etc.Deze woordjes noemen we het tussenvoegsel (of voorvoegsel).
In Nederland worden woorden als de, der, in, op en van in achternamen klein geschreven als ze het eerste woord van de achternaam zijn en als de voornaam, voorletter of een ander deel van de achternaam er direct voor staat: Jan op de Beek, M. de Vries, Marie van der Ven-van Dijk, de heer Bos-van Casteren.
eerste woord of woorden van achternamen die uit meer woorden bestaan Voorbeelden: 'In 'Jan ten Kate' is 'ten' het tussenvoegsel. In 'Tine van den Heuvel' is 'van den' het tussenvoegsel.
Een achternaam oftewel familienaam schrijf je in de regel met een hoofdletter. Dat gebeurt in elk geval bij een achternaam die uit één woord bestaat. Een uitzondering vormen achternamen met een lidwoord (bijvoorbeeld de) of een voorzetsel (van). Deze achternamen schrijf je in Nederland en Vlaanderen vaak verschillend.
Tussenvoegsels als van, de en der krijgen geen hoofdletters als er een ander deel van de naam – de voornaam, voorletters, naam van de partner – voor staat. Juist zijn dus: Nynke van der Sluis, mr. N.C. van der Sluis, mevrouw Jongsma-van der Sluis.
Met behulp van het onbeklemtoonde voorvoegsel, of prefix, ver- kunnen werkwoorden gevormd worden van werkwoorden, van substantieven, en van adjectieven, zoals respectievelijk verdrijven, verhuizen en verjongen.
Latijns voorvoegsel: Deze voorvoegsels zijn Griekse of Latijnse voorvoegsels (ad, ab, ob en sub). Er zijn geen regels voor het schrijven van deze voorvoegsel, deze moet je veel oefenen.
Ont- = ontkenning, verwijdering of tegenstelling
Bijvoorbeeld: ontsluiten = 'openen'; ontspannen = 'tot rust (doen) komen' (tegenstelling); ontkomen, ontgroeien (verwijdering); ontbossen, ontheiligen; ontvetten ('ontdoen van', 'ontneming van').
Een achtervoegsel (of: suffix) is een taalelement dat niet als los woord kan voorkomen, maar aan een grondwoord wordt toegevoegd, waardoor een nieuw woord ontstaat.
ten voorzetsel Uitspraak: [ tɛn ] <te + den, een oude vorm van het lidwoord 'de'> ten dele (voor een deel) Synoniem: gedeeltelijk ten minste (niet minder dan) 'ten minste vier dagen de medicijnen slikken' Synoniem: minstens, minimaal ten huize van iemand (bij iemand thuis) ten behoeve/dienste van (voor) 'installaties ...
Om grote en kleine getallen makkelijk op te schrijven wordt vaak gebruik gemaakt van voorvoegsels voor een eenheid. Bijvoorbeeld "kilo" in kilogram en "milli" in millimeter. Andere voorvoegsels zijn giga, mega, deka, hecto, micro, nano, pico, atto en femto.