Achtergrond Kinderen met een ontwikkelings- of psychiatrische stoornis hebben vaak taalproblemen. Een grote groep kinderen heeft ernstige moeilijkheden met het leren van taal, zonder dat hier een duidelijk aanwijsbare oorzaak voor is. We spreken dan van een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat de hersenen taal minder goed verwerken. Een kind met TOS heeft daardoor bijvoorbeeld veel moeite met praten of het begrijpen van taal. De gevolgen van een taalontwikkelingsstoornis zijn voor ieder kind anders.
autisme is een aangeboren pervasieve ontwikkelingsstoornis. Dit wil zeggen dat eveneens de ToM, door de aangeboren stoornis, in mindere mate tot ontwikkeling gekomen (P. Janssen, persoonlijke communicatie, 6 januari 2020). De oorzaak van de onderontwikkelde ToM is dus anders bij autisme en bij TOS.
De definitie van TOS is als volgt: 'Een TOS wordt gedefinieerd als een beperking in taalbegrip en/of taalproductie waarbij de taalproblemen niet kunnen worden verklaard door aantoonbaar hersenletsel, intelligentieproblemen, gehoorverlies, lichamelijke problemen of sociaal-emotionele problemen.
Als er geen (duidelijke) aanwijsbare oorzaak is voor de achterstand in de ontwikkeling van de taal van het kind, kan een diagnose specifieke taalont- wikkelingsstoornis overwogen worden. Deze diagnose werd vaak afgekort als S-TOS, maar sinds 2012 is de afkorting TOS de aangewezen afkorting.
Wat is TOS en wat is een taalachterstand
Hierdoor is TOS niet te genezen, aangezien er echt is in de hersenen mis is. Het is wel mogelijk om met TOS te leren omgaan, waardoor het iets makkelijker wordt voor een kind om met de TOS te leven. (H. Gorter, persoonlijke communicatie, 7 december 2019), (Kentalis, z.d.-b).
Het thoracic outlet syndroom (TOS of schoudergordelsyndroom) is een verzamelnaam voor aandoeningen die veroorzaakt worden door beknelling van de vaatzenuwbundel in het schoudergebied.
TOS is een heterogene stoornis: kinderen kunnen problemen hebben met spraak (fonologie of spraakmotoriek), met taalbegrip of taalproductie of met combinaties daarvan.
Kenmerken van TOS die veel voorkomen
Het kind is niet goed te verstaan. Het kind lijkt niet te luisteren. Het kind maakt korte zinnen of veel fouten bij het maken van zinnen. Het kind wordt boos of trekt zich terug als hij of zij niet begrepen wordt of anderen niet begrijpt.
TOS is aangeboren en het betekent dat het leren van taal niet vanzelf gaat. TOS is niet hetzelfde als een taalachterstand.
Erfelijkheid speelt een rol bij de ontwikkeling van bepaalde taalproblemen. Daarom hebben kinderen met een oudere broer of zus met een taalontwikkelingsstoornis een grotere kans op taalproblemen.
Een kind met TOS kan problemen hebben bij het volgen van de lessen op school of moeite met het onderhouden van vriendschappen. Soms voelt een kind zich niet goed omdat hij of zij niet wordt begrepen. Dan kan het kind heel stil worden of juist agressief reageren.
Kinderen die een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben of slechthorend, doof of doofblind zijn, hebben recht op passend onderwijs. 'Regulier als het kan, speciaal als het moet', zegt de Wet passend onderwijs.
Het thoracic outlet syndroom (TOS) wordt veroorzaakt door anatomische structuren die ervoor zorgen dat de vaatzenuwbundel in het schoudergebied bekneld raakt. De ruimte waar deze beknelling plaatsvindt, wordt de thoracic outlet genoemd. De thoracic outlet is een smalle ruimte waar de vaatzenuwbundel doorheen loopt.
Wanneer een kind onvoldoende taalinput heeft gehad, spreken we over een blootstellingsachterstand. Een blootstellingsachterstand kan een kind nog inhalen; een taalstoornis blijft. Ongeveer 75% van de kinderen die op 5-jarige leeftijd een diagnose TOS heeft, heeft die diagnose op 12-jarige leeftijd nog steeds.
Opvallend veel kinderen met TOS hebben ook dyslexie. Dyslexie is een hardnekkig probleem in het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau. TOS en dyslexie zijn allebei taalstoornissen, maar de eerste uit zich in de mondelinge taal, terwijl de andere betrekking heeft op de schriftelijke taal.
Soms is behandeling bij een logopedist niet voldoende. Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis kunnen dan terecht bij specialisten als Auris, Kentalis en de NSDSK. Deze Audiologische centra bieden bijvoorbeeld multidisciplinaire behandeling, training en therapie aan.
Soms is er in het begin ook sprake van krachtsverlies. In de meeste gevallen verdwijnen deze klachten na enkele dagen. Tijdens en na het verwijderen van de eerste rib kan wat inwendig bloedverlies optreden in de omgeving van het wondgebied. Normaal gesproken neemt het lichaam dit bloed na enkele dagen weer op.
Kenmerken van spraak- of taalproblemen
Voorbeelden daarvan zijn stotteren, dysarthrie, verbale ontwikkelingsdyspraxie, verbale apraxie, stemstoornissen. Bij een taalstoornis treedt er een probleem op in het verwerven van of inzicht hebben in het hanteren van grammaticale en communicatieve regels.
Oorzaken van een taalontwikkelingsstoornis kunnen zijn: − gehoorproblemen; − complicaties bij de geboorte; − verstandelijke handicap; − langdurige en frequente ziekenhuisopnames; − hersenbeschadiging; − verminderde luisterhouding; − verminderde concentratie; − emotionele problemen; − onvoldoende taalstimulering vanuit ...
Een verkeerde houding kan ontstaan doordat spieren te sterk of te zwak zijn. Door specifieke oefeningen die u uitvoert samen met uw fysiotherapeut worden de juiste spieren voor een goede houding getraind. Als gevolg van deze houdingsverandering kan de beknelling van de zenuw afnemen waardoor de klachten verminderen.
De logopedist kan taaltesten en spraaktesten doen. Zo kan die zien wat er moet gebeuren. De logopedist kan ook de ouders helpen zo goed mogelijk te praten met hun kind. En op zo'n manier te praten dat het kind goed taal leert.