Hoofdmaaltijd. Bij de hoofdmaaltijd hoort als het even kan vet vlees, zoals klapstuk of doorregen spek. Vis is goedkoper dan vlees. Vooral armere mensen eten haring uit de Noordzee, paling en snoekbaars uit het IJsselmeer en mosselen uit Zeeland.
Er zijn opmerkelijk veel recepten voor wat kleinere gerechten zoals boters (eier, kaas, tomaten, schocolade), kaasgehakt en kaascrocet, sausen en gekonfijte tomaten. Tussen de zoete gerechten vinden we een aantal puddingen, jams (onder andere kweepeer, groene tomaat, komkommer!
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Als ontbijt aten ze pap, pannenkoek, aardappel of brood met reuzel, stroop en af en toe jam. Als hoofdmaaltijd aten ze meestal een stamppot met veel aardappelen of een gerecht van peulvruchten, zoals bruine bonen en erwtensoep. Rijke mensen konden vaker vlees, vis en zuivel kopen.
De maaltijd van de armen was zeer eenzijdig en bestond vooral uit roggebrood en aardappelen. De goedkope aardappelen werden soms vermengd met wat groente of met een beetje vet of met wat peper en azijn. Vaak kwam het voor dat het voedsel van slechte kwaliteit was.
Nederland voedt zich zelf. Vanaf 1940 wordt de landbouw hervormd. Mensen eten hierdoor minder vlees en vet en meer aardappelen, granen en groenten dan in de jaren dertig. Het dagelijks menu wordt daardoor gezonder.
Er werd weinig vlees, weinig suiker en weinig vet gegeten. In plaats daarvan kwam een voornamelijk plantaardig dieet van aardappelen, granen, peulvruchten, groenten en fruit, aangevuld met een beperkt aantal vetten.
Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten.
Naast vlees en vis, waren brood en bier in de middeleeuwen het voornaamste eten. Men kende erwten, bonen, wortelen en knollen, maar berichten daarover zijn schaars.
Wat aten wij toen? Het eten was destijds goedkoop en simpel. De warme maaltijd bestond voornamelijk uit aardappelen, groente en (een klein beetje) vlees.Gerechten als stamppot, bruine bonensoep, watergruwel, hangop en rijstebrij waren aan de orde van de dag.
Het voedsel dat de boeren aten was doorgaans eenzijdig: graan en peulvruchten, samen met melk en eieren. Er werd wel eens vlees gegeten, maar eigenlijk gebeurde dat alleen in de slachtmaand. In die maand werd een aantal dieren geslacht en opgegeten. Wat over was van het vlees (en ook vis) werd gepekeld.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Toen eten nog niet geïmporteerd werd
Vroeger at men dus vooral aardappelen, groente en vlees. Daarnaast waren groenten en fruit seizoensgebonden waardoor verse appels kopen in de zomer al lastig kon zijn. Broccoli, paprika of courgette waren tijdens de jaren '40 en '50 nog niet op grote schaal verkrijgbaar.
In de hongerwinter van 1944 aten mensen in de Tweede Wereldoorlog tulpenbollen, aardappelschillen en suikerbiet. Om te overleven.
Antwoord: Tot de oudste groenten behoren kool, rapen, pastinaken (toen pinksternakels genoemd) en wortelen. Men gaat ervan uit dat pastinaken als het algemene voedsel voor de armere bevolking vóór de invoering van aardappelen was.
Brood vormde het hoofdvoedsel, gevolgd door andere graanproducten, zoals pap. Vlees was prestigieuzer en duurder dan graan of groente. De adel liet bij speciale gelegenheden een beer (mannelijk varken) slachten. Als smaakmakers werden verjus, wijn en azijn gebruikt.
Behalve graan aten de soldaten varkensvlees, rundvlees, vis (o.a. snoek en mosselen) en kaas. De dieren graasden bij de kampementen. De vis werd uit de rivier gevangen met fuiken. De informatie die wij hebben over de voeding van de Romeinen komt onder andere uit schriftelijke bronnen.
Rond 1950 hadden brood, melk, boter, kaas en eieren een vaste plaats in de koude maaltijden. De warme maaltijd had meestal aardappelen, groenten en vlees als hoofdbestanddelen. Rijst en pasta maakten nog nauwelijks deel uit van het menu.
Bier was 5400 jaar voor Christus al bekend. In Egypte zijn papyrusrollen gevonden uit 3500 voor Christus met het recept voor wijn. In Griekenland was wijn de belangrijkste drank. Beschilderde vazen en mokken laten uitbundige feestmalen zien waarbij wijn gedronken werd.
Door onderzoek naar uitwerpselen hebben wetenschappers ontdekt dat Neanderthalers niet alleen vlees aten, maar ook groente. In het wetenschappelijk tijdschrift Plos One schrijven de archeologen dat zij het eerste directe bewijs hebben geleverd dat ook groente op het menu van de Neanderthalers stond.
Uit grootschalig (archeologisch) skeletonderzoek van de Universiteit van Cambridge, blijkt dat gezondheid van de mensen in West-Europa - en dus ook Nederland en Utrecht - door de tijd heen fluctueert. Zo waren mensen tussen het jaar 800 en 1000 veel gezonder dan omstreeks 1800.
Het Holbewoner Dieet, dat werd bedacht door professor Arthur De Vany, is gebaseerd op de eetgewoonten van onze vroegste voorouders die zo'n veertigduizend jaar geleden leefden. - Eet drie maaltijden per dag bestaande uit niet zetmeelrijke groenten, fruit en magere proteïnen.- Sla af en toe een maaltijd over.
Bij de rijke mensen worden de resten van het middageten verwerkt in ragouts, pasteien en moezen. Om vier uur eten de mensen dit op. Verder eten de rijke veel wafels, suikergoed en taart. Voordat we gaan slapen, eten we vaak nog pap of rijstebrij in zoete melk.
Het was inderdaad vooral aardappelen , groente vlees en stamppotten. Soms ook macaroni ham-kaas al waren er kennelijk ook voldoende mensen die het niet aten of het bereidden als dessert.
Rond 1860 kreeg de gemiddelde Belg 2600 kcal per dag binnen. Die kwamen nog steeds hoofdzakelijk uit brood en aardappelen, maar meer dan tevoren ook uit vlees - vooral bij de nieuwe burgerij. Af en toe was het zelfs feest, met witbrood met rozijnen, volle melk met suiker en soep van vet varkensvlees.