18. Schuim is een (soort mengsel) dat bestaat uit (aggregatietoestanden) Schuim is een
Een ander voorbeeld van een heterogeen mengsel is schuim. Een schuim bestaat uit gasbelletjes die zich in een vloeistof of een vaste stof bevinden.
Disperse oplossingen
Voorbeelden zijn een vaste stof in gas (rook) en vloeistof in een gas (mist, stoom), een gas in een vaste stof of een vloeistof (schuim). Een mengsel van een vaste stof in een vloeistof noemt men een suspensie en een mengsel van twee verschillende vloeistoffen een emulsie.
Homogeen: de verschillende samenstellende deeltjes kunnen hierin niet meer onderscheiden worden, ze zijn uniform verdeeld in het mengsel. Voorbeelden zijn suikerwater, keukenazijn, (bestendige) humus, lucht.
Je kunt niet zien dat de beide vloeistoffen mengsels zijn. Dat weet je pas na het indampen als er stof is overgebleven. Leidingwater en gefiltreerd zeewater zijn homogene mengsels. Aan homogene mengsels kun je niet zien dat er verschillende stoffen in zitten.
Als alle producten in een markt hetzelfde zijn spreek je van een homogeen product. Voorbeelden hiervan zijn landbouwproducten zoals melk, graan of suiker. Bij homogene producten ziet een consument geen verschil tussen het product van verschillende aanbieders.
Cola is een homogeen mengsel van suiker, water, fosforzuur, kooldioxide, smaak- en geurstoffen in water.
Schuim is een (soort mengsel) dat bestaat uit (aggregatietoestanden) Schuim is een heterogeen mengsel bestaande uit een vaste stof en een gas. 19. Een vinaigrette is een (soort mengsel) dat bestaat uit (aggregatietoestanden) Een vinaigrette is een heterogeen mengsel bestaande uit een vloeistof en een vloeistof.
Een homogeen mengsel is een oplossing, voorbeelden van oplossingen zijn : thee, azijn, appelsap en wijn. Bij een heterogeen mengsel kun je zien dat het een mengsel is, dus bijv.melk of chocolade melk.
Homogeen het bevat een vloeibare stof: water/melk en een vaste stof: koffiebonen.
Schuim is een mengsel van gas en vloeistof.
Schuimrubber is een poreus materiaal (schuim), dat bekendstaat om zijn verende eigenschappen. De gebruikte rubber is van oorsprong een natuurproduct (latex), maar wordt ook langs chemische weg vervaardigd uit nafta. Schuimrubber wordt veel gebruikt voor matrassen.
Schuim is volgens de meest algemene definitie een mengsel van verschillende gasbellen in een vloeistof of vaste stof.
Een zachte vlokkenvulling gemaakt van een mengsel van polyether en koudschuim.
Oplossing, verzadigd, onverzadigd, oplosbaarheid, suspensie, schuim, nevel, rook, scheikunde.
Een emulsie is een mengsel van twee niet-mengbare vloeistoffen, hierdoor ontstaan er vaak twee duidelijke lagen in de vloeistof. Een voorbeeld is olie in water.
Bij een homogene oligopolie bieden veel producenten nagenoeg hetzelfde product aan, terwijl bij een heterogene oligopolie er diverse productvarianten zijn. Zo kan je bier als homogeen product zien, maar zijn varianten als witbier, bokbier, alcoholvrij bier en Radler-bier juist heterogeen.
Homogeniteit is de eigenschap waarbij een stof een vaste, consistente samenstelling bezit, met uniforme eigenschappen. Deeltjes zijn zo veel mogelijk verspreid en gelijkmatig gemengd. Elke steekproef uit het materiaal zal dezelfde samenstelling hebben en dezelfde eigenschappen.
In de onderstaande tabel volgt een eenvoudige indeling van de mengsels met hun gebruikelijke namen. Links op de illustratie ST01 wordt wijn als een homogeen vloeibaar mengsel (een oplossing) getoond. Wijn bevat, naast vele opgeloste stoffen, water en alcohol als belangrijkste componenten.
Een emulsie is een mengsel van 2 vloeistoffen en een suspensie is een mengsel van een vaste stof in een vloeistof. Koffie is daarom een suspensie en geen emulsie (of oplossing).
Lucht bestaat dus voor ongeveer één-vijfde deel uit zuurstofgas. Het overige viervijfde deel bestaat bijna uitsluitend uit een gas, waarin elk levend organisme stikt. Daarom wordt dit gas stikstof genoemd. Lucht blijkt dus een homogeen gasmengsel te zijn.
Een hele bekende emulsie is mayonaise. Mayonaise is een emulsie van olie met water en azijn die gebruik maakt van de natuurlijke emulgator eigeel.
Voorbeelden van homogene producten zijn: valuta, aandelen, obligaties. elektriciteit. bulkgoederen zoals aardolie en steenkool.
Homogene producten: producten waarvan elke eenheid in de ogen van de afnemers identiek is. Bijvoorbeeld benzine: euro 98 is euro 98, of je het nu bij Shell of bij Total tankt.
De gasvormige brandstof en de gasvormige oxidator (doorgaans zuurstof in lucht) kunnen goed mengen, en daardoor homogeen en efficiënt met elkaar reageren. Bekend is aardgas als efficiënte, schone brandstof.