Een lui oog geneest niet uit zichzelf en is alleen bij kinderen tot ongeveer 7 jaar met succes te behandelen. Indien scheelzien ontstaat na het achtste levensjaar, of op volwassen leeftijd, dan is het vermogen van de hersenen om het afwijkende beeld te onderdrukken verloren gegaan.
Scheelzien kan minder worden of weggaan door een bril of een operatie. Het is belangrijk om scheelzien vroeg te ontdekken en te behandelen. Dat kan voorkomen dat uw kind een lui oog krijgt.
Een lui oog wordt behandeld door het goede oog met een pleister af te plakken. Het luie oog wordt hierdoor gestimuleerd om beter te kijken. Sommige kinderen dragen de pleister een kwartier per dag, andere de hele dag.
Vaak komt scheelzien op latere leeftijd door een slechter functionerende of uitgevallen hersenzenuw. De oorzaak hiervan kan bijvoorbeeld suikerziekte, een verwonding, een neurologische aandoening, vaatziekten of een hersenbloeding zijn. Hoe dit zich verder ontwikkelt en wordt behandeld, verschilt.
Door de extra inspanning die geleverd moet worden kan de oogsamenwerking soms in de war raken. Ook bijziendheid kan scheelheid veroorzaken. Een andere oorzaak zijn te korte, te lange of niet goed functionerende oogspieren. Daarnaast speelt erfelijkheid vaak een rol in het ontstaan van scheelzien.
Joosse: “Waarschijnlijk zien mensen met een schele oogstand eerst heel even dubbel, maar kunnen de hersenen dat niet goed verwerken. Een aantal hersencellen zal er dan mee stoppen, omdat ze alleen maar storen. Zo verdwijnt het dubbelzien.”
Soms wordt het scheelzien hiervan minder erg, soms erger. Meestal zijn er een of meerdere oogspieroperaties nodig om de oogstand te verbeteren. Het is ook mogelijk dat de ogen jarenlang recht blijven staan, maar later weer geleidelijk gaan afwijken.
Nadat de maximale gezichtsscherpte van het luie oog is behaald, wordt de behandeling afgebouwd. Als er direct gestopt wordt met de behandeling is de kans groter dat het luie oog weer terugkomt.
Een oogspieroperatie (of strabismusoperatie) verhelpt scheelzien of oogbewegingsafwijkingen. Hier leggen we u uit hoe de operatie in zijn werk gaat. De oogspieroperatie is een operatie aan de spieren die de ogen bewegen. Die spieren zijn normaal niet te zien, omdat ze onder het vlies van het oogwit zitten.
Het luie oog werkt wel, maar de hersenen van uw kind kiezen ervoor om alleen met het goede oog te kijken. Als uw kind het luie oog lang niet gebruikt, wordt het steeds moeilijker om met het luie oog nog goed te zien. Vaak zijn er in de familie meer mensen die een lui oog hebben gehad als kind.
Het is mogelijk dat de afwijking al langere tijd bestaat en dat er sprake is van een lui oog. Iemand die scheel kijkt, ziet geen diepte. Hierdoor kan het moeite hebben met afstanden en dieptes inschatten. De meeste mensen leren vanzelf hoe ze hiermee moeten omgaan.
De meest voorkomende symptomen van een lui oog zijn het wegtrekken en niet goed richten van het oog. Maar een lui oog kan ernstige gezichtsproblemen veroorzaken: Snel verlies van gezichtsscherpte in het luie oog als het niet wordt gecorrigeerd en steeds minder wordt gebruikt.
De operatie duurt ongeveer een uur, afhankelijk van het aantal te opereren oogspieren.
Als u plotseling met één oog niet kunt zien, mag u tijdelijk niet rijden. Uw hersenen hebben tijd nodig om te wennen aan kijken met één oog. Dit geldt ook als u één oog moet afdekken omdat u dubbelziet. Na minimaal 3 maanden mag u weer rijden.
Afhankelijk van de oorzaak van de verlamming kan er spontaan herstel optreden. Dit herstel vindt meestal binnen een half jaar plaats. In veel gevallen keren de oogspierfuncties volledig terug.
Scheelzien (strabismus) is een afwijking van de stand van de ogen, waarbij de ogen niet op hetzelfde punt gericht zijn. De aandoening ontstaat meestal op kinderleeftijd, maar kan ook bij volwassenen optreden. Scheelzien komt voor bij 2-5% van de kinderen.
Na een leeftijd van 8 à 10 jaar is een lui oog niet meer te genezen, zegt de wetenschap. Maar onderzoekers hebben nu een mogelijke therapie ontdekt, die ervoor kan zorgen dat het gezichtsvermogen van volwassenen met een lui oog toch sterk kan verbeteren.
Ogen laseren en leeftijd.
Een vraag die vaak terugkomt, is hoe oud men idealiter is bij een ooglaserbehandeling met de LASIK-techniek of andere technologieën. Samengevat moet de patiënt minstens 18 jaar zijn.
Veel mensen vragen zich af of een lui oog ook behandeld kan worden door middel van ooglaseren. Echter wordt het laseren van ogen sterk afgeraden voor mensen met een lui oog omdat dit het zicht niet zal verbeteren.
Als deze ontwikkeling wordt verstoord, kan scheelzien optreden. De oorzaken van scheelzien bij kinderen zijn niet altijd duidelijk, maar waarschijnlijk spelen erfelijke en omgevingsfactoren een rol: Erfelijke aanleg. Oogheelkundige afwijkingen.
Symptomatisch kan dubbelzien behandeld worden met speciale Fresnell-plak-prismas op een bril of in het uiterste geval door één oog af te dekken. Sommige vormen van dubbelzien gaan vanzelf over, andere wisselen erg door de onderliggende oorzaak, zoals bij de ziekte van Graves.
Bij latent scheelzien hebben de ogen de neiging tot scheelzien maar is dit niet zichtbaar. Pas bij vermoeidheid of ziekte kan dit worden opgemerkt omdat het moeite kost om de ogen recht te houden. Latent scheelzien komt op alle leeftijden voor.