Lonen worden vaak als variabele kosten gezien maar een deel van de loonkosten is vast.
Bovendien valt het grootste deel van salarissen van personeel in vast dienstverband ook onder de vaste kosten. Sommige loonkosten kunnen ook variabel zijn.
Variabele kosten zijn kosten die afhankelijk zijn van de productieomvang. Als je met jouw bedrijf meer producten gaat produceren, stijgen jouw (variabele) kosten. Je bent immers meer geld kwijt aan bijvoorbeeld grondstofkosten en loonkosten.
Onder variabele kosten vallen bijvoorbeeld personeelskosten van flexibel personeel of voorraadkosten.
Variabele kosten omvatten onder meer je grondstof, de elektriciteit (als deze belangrijk is voor je productie), verpakking- en transportkosten en in bepaalde gevallen ook commissielonen,.. al deze kosten zijn dus samenhangend met de omzet van je activiteit.
Een variabele is een element dat een bepaalde waarde kan aannemen. Het is een element dat je graag wilt meten en analyseren. Voorbeelden van een variabele zijn 'geslacht', 'leeftijd', 'opleidingsniveau' en 'IQ'.
De totale constante kosten (TCK) zijn de kosten die onafhankelijk zijn van de afzet (q). Als de afzet verandert, veranderen de totale constante kosten niet.
De kosten van personeel kun je eenvoudig berekenen. Per werknemer betaal je bovenop het afgesproken brutosalaris nog zo'n 20 tot 35 procent van dat salaris aan extra kosten. Hoe hoog de kosten van personeel precies uitvallen, hangt af van je cao en de individuele afspraken die je met werknemers maakt.
Naast het brutoloon van het personeel, krijg je daarom te maken met kosten voor bijvoorbeeld de werknemersverzekeringen of werkgeverspremies, vakantiegeld, bijdrage Zvw (zorgverzekeringswet), ziektekosten, de dertiende maand, scholing, reiskosten en het pensioenfonds.
Daarom is het advies van het Nibud: spaar iedere maand 10 procent van je netto inkomen. Verdien je, laten we zeggen, 2000 euro netto per maand, dan zou je dus het beste elke maand 200 euro op je spaarrekening moeten zetten.
De loonkosten omvatten het geheel van uitgaven die de onderneming moet doen voor het werk van een loontrekkende. Ze omvatten: directe kosten, die hoofdzakelijk bestaan uit de brutolonen vermeerderd met verschillende loonvoordelen (voordelen in natura, winstdeling en participaties);
De kosten voor het loon boek je op een kostenrekening op de winst-en-verliesrekening, en met tussenrekeningen op de balans onder 'passiva - kortlopende schulden' registreer je de te betalen loonkosten.
De constante kosten blijven altijd hetzelfde dus. De totale kosten (TK) bestaan dus uit de totale variabele kosten (TVK) en de totale constante kosten (TCK). Je komt dan uit op de formule: TK = TVK + TCK.
De werkgeversbijdrage of patronale bijdrage bedraagt 25% van het brutoloon. Daarnaast is er een werknemersbijdrage, betaald door de werknemer. In de privésector wordt van het brutoloon gemiddeld 13,07% afgehouden.
U houdt als werkgever elke maand loonheffing in op het salaris van uw werknemers. U betaalt ook de premies voor de werknemersverzekeringen WW, WAO en WIA.
De kosten aan werkgeverslasten zijn ongeveer 30% van het brutoloon van de medewerker. Deze lasten bestaan uit vaste en aanvullende lasten. Naast deze lasten is het belangrijk om als werkgever rekening te houden met overige kosten voor je medewerker, zoals kosten voor een werkplek, werkkleding en de Arbo voorzieningen.
De gemiddelde kosten voor bedrijven in Europa om een fulltime equivalent (fte) een jaar te laten werken op kantoor komen uit op € 9.763. In Nederland bedragen de uitgaven € 9.360 per fte. Daarmee liggen de kosten in Nederland net onder het Europees gemiddelde.
Constante kosten zijn kosten die niet afhankelijk zijn van geproduceerde of verkochte hoeveelheid . Je noemt dit volumeonafhankelijke kosten. Variabele kosten zijn kosten die afhankelijk zijn van de geproduceerde of verkochte hoeveelheid .
het verschil tussen constante en variabele kosten is dat variabele kosten stijgen of dalen als je verkopen stijgen of dalen, terwijl constante kosten binnen bepaalde grenzen niet afhankelijk zijn van de verkopen.
Wat zijn variabele kosten? Variabele kosten zijn kosten die veranderen naarmate de productie of omzet van een bedrijf verandert. Dit betekent dat hoe meer een bedrijf produceert of verkoopt, hoe hoger de variabele kosten zijn.
Er zijn drie soorten categorische variabelen: binaire variabelen, nominale variabelen en ordinale variabelen.
Variabelen zijn ook opdeelbaar volgens meetniveau. Er zijn hier vier verschillende soorten: nominaal, ordinaal, interval en ratio.
De variabele kosten zijn te berekenen door het aantal producten en de totale kosten van elkaar af te trekken en vervolgens door elkaar te delen.