Voor het maken van projecten die rond (of eigenlijk een koker) zijn, is het handig om te leren hoe je in het rond moet breien met een rondbreinaald. Dat klinkt best spannend, maar rondbreien is helemaal niet moeilijk!
Voordelen van rondbreinaalden
Met rondbreinaalden krijg je niet zo snel last van kramp, omdat je ergonomisch breit. Je hoeft de breinaalden niet onder je armen te houden en je kunt lekker rechtop blijven zitten. Doordat de breinaalden 'gesloten' zijn, kan je breiwerk niet van de naalden glijden.
Breien is - net als veel andere vormen van handwerken - weer helemaal in. Leren breien is op zich niet moeilijk en als je de basis eenmaal onder de knie hebt, dan kun je jezelf allerlei andere technieken aanleren, waardoor je binnen de kortste keren de mooiste dingen breit!
Je mindert iedere naald dan zoveel steken als nodig om het tot een plat breiwerk te maken/houden. Na steeds een aantal naalden met die minderingen zul je met een breinaald minder moeten gaan breien, tot je er op het laatst, het midden van de cirkel, nog maar drie hebt en met een vierde brei je de laatste naald(en).
DE MAGIC LOOP METHODE
Denk bijvoorbeeld aan sokken, mutsen of mouwen. Je kan het altijd gebruiken en je hebt helemaal geen sokkennaalden meer nodig! Veel fijner om mee te nemen dus, want geen losse naalden en punten die aan alle kanten uitsteken. Een magic loop project vouw je makkelijk dubbel en hoppa zo in de tas.
Een grote trui van niet al te dikke wol kunt u probleemloos breien op een naald van 80 cm lengte. Voor de mouwen kan dan 40 cm gebruikt worden. Als op een gegeven moment de naald te vol wordt, kan overgegaan worden op 60 cm. Voor dikke wol is 100 cm voor de panden meestal voldoende.
Bij continentaal breien houd je de draad om je linker wijsvinger en de naalden los in je handen. Voordeel is dat het sneller gaat omdat je de draad niet meer om de naald hoeft te leggen, het is daardoor ook minder belastend voor je schouders en het breiwerk kan bij grotere projecten op je schoot liggen.
Als u ribbelsteek heen en weer breit op de naald, dan breit u alle naalden alle steken recht. Als u ribbelsteek in de rondte breit op een rondbreinaald of op sokkennaalden, dan zult u steeds om en om een naald recht en een naald averecht breien.
Een toer is 1 breinaald leeg breien of 1 keer rondbreien op je rondbreinaald/sokkennaald.
Misschien een inkopper, maar kies als eerste project alsjeblieft een sjaal. Een sjaal is rechttoe-rechtaan, is relatief snel klaar en je kunt altijd wel een nieuwe sjaal gebruiken. Ik raad je aan om een sjaal te beginnen in ribbelsteek (Engels: garter stitch). Dit betekent alleen maar recht breien.
Tegenwoordig is breien dé trend. Het ene breiboek na de andere vliegt je om de oren en ook breiwol vind je overal en in alle kleuren. Maar hoe begin je daar nu juist aan? Een trui breien is zeker niet moeilijk: je moet er enkel wat tijd voor vrijmaken.
Gelukkig is een trui die op de breimachine gemaakt is veel sneller af dan een trui die op de hand gebreid is. Natuurlijk maakt het verschil of er met meerdere kleuren gebreid wordt, en of er veel gemeerderd of geminderd moet worden. Bij een simpele trui duurt het breien van een achterpand ongeveer twee uur.
De lengte van de rondbreinaald moet je aanpassen aan de omtrek van het breiwerk. Gebruik een rondbreinaald met een lengte die korter is dan de omtrek van het voorwerp dat je gaat maken. Bijvoorbeeld: Als je een muts gaat breien met een omtrek van 50 cm, gebruik dan een rondbreinaald met een lengte van 40 cm.
Tricotsteek breien
Je breit tricot door rechte steken heen en averechte steken terug breien. Dus de ene naald brei je helemaal met rechte steken, dan keer je je breiwerk om en breit de hele naald averechte steken. Bij de averechte steek houd je de draad tussen het brei werk en jezelf.
Een averecht gebreide steek kun je herkennen aan het 'bobbeltje' dat je kunt zien direct onder het lusje dat op je naald staat. Als je goed kijkt, kun je zien dat zo'n bobbeltje ontstaat doordat het lusje op je naald van-voor-naar-achter door de voorgaande steek is getrokken.
Begin dan met het breien van het boord, tot 1 steek voor de steekmarkeerder. Haal de steek voor de steekmarkeerder af, alsof je recht wil gaan breien. Brei de volgende 2 steken samen, en til dan de afgehaalde steek over de gebreide steek heen. Dan vervolg je met het breien van het boord tot de ronde klaar is.
De kant met platte, gebreide steken is de goede kant (of ook de gebreide kant). De goede kant voelt platter en gladder aan dan de verkeerde kant.
Met de boordsteek brei je afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht. Brei steeds dezelfde steken boven elkaar en er ontstaat een elastisch geheel. Dit is de meest gebruikte steek voor boorden aan een vest of trui. Er zijn verschillende variaties, zo kun je ook afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht breien.
Portugees gebreid? Wat is dat precies? Bij Portugees breien wordt de draad waarmee je breit, om de middelvinger van je rechterhand gewikkeld en vervolgens gaat de draad rondom je nek naar de linkerkant. Je maakt de steken effectief met een minimale beweging van de duim van je linkerhand.