de plicht. zelfst. naamw. (m./v.)
Een aantal vrouwelijke woorden is aan de vorm te herkennen: woorden op -de, -te, -heid, -ij, -ing, -ie, -theek, -teit en -nis zijn doorgaans vrouwelijk. Ook de-woorden op -tuur en -schap worden over het algemeen als vrouwelijk beschouwd.
Een plicht is een wettelijk 'nadeel': datgene dat aan een ander toebehoort en moet worden vervuld. Plichten kunnen van juridische of niet-juridische aard zijn.
9. Mannelijk zijn de onechte stammen op m of em, end (ond) en ig: adem, alsem, bezem, bliksem, bloesem, bodem, boezem, deesem, droesem, galm, halm, helm, kossem, molm, molsem, riem, schalm, scherm (bescherming), schroom, storm, stroom, toom, vadem, walm, zoom, zwerm; ook het vreemde woord balsem.
Is het 'de wind' of 'het wind'?
Het is 'de wind', want wind is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die wind'.
Mannelijke en vrouwelijke woorden hebben allebei het lidwoord de. Helaas kun je vaak niet 'weten' of een de-woord mannelijk of vrouwelijk is. Je moet het opzoeken, bijvoorbeeld op Woordenlijst.org of op deze website. Als een woord het lidwoord het krijgt, is het onzijdig en dus niet vrouwelijk of mannelijk.
Andere zijn vrouwelijk, bijvoorbeeld informatie, regering, gunst. Een groot aantal de-woorden kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor stad, vaas, school, deur, taal, groep en jas.
Is het 'de vloer' of 'het vloer'?
Het is 'de vloer', want vloer is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die vloer'.
Is het 'de gordijn' of 'het gordijn'?
Het is 'het gordijn', want gordijn is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat gordijn'.
Veiligheid en gezondheid op het werk is een wettelijke en maatschappelijke plicht. Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken tot hun pensioen. Ze mogen niet lichamelijk of geestelijk ziek worden door hun werk.
De meeste plichten worden door middel van wetten opgelegd. Zo kennen we de leerplicht, de plicht om verkeersregels en andere voorschriften na te leven, de plicht om belasting te betalen en de plicht om voor de rechter als getuige op te treden.
Kortgezegd zijn rechten de zaken die je mag doen, waar je recht op hebt.Daartegenover zijn plichten de zaken die je moet doen of moet laten. Rechten en plichten vormen aldus het overeengekomen kader waarbinnen het samen-leven wordt georganiseerd.
Als een de-woord mannelijk is, staat er in woordenboeken en spellinglijsten een m achter. Bijvoorbeeld: boom, de (m.). Bij vrouwelijke woorden staat er een v achter, bijvoorbeeld: begroting, de (v.). Als er alleen de achter een woord staat, is het mannelijk én vrouwelijk.
Mannelijk zijn alle woorden die eindigen op een o. Vrouwelijk zijn alle woorden die eindigen op een a.
Stad is bijvoorbeeld mannelijk en vrouwelijk (en heeft dus twee verwijzingsmogelijkheden), gemeente is vrouwelijk. Dorp en land zijn onzijdig; dan blijven de verwijswoorden dus het en zijn.
Het-woorden zoals het huis, het licht en het kantoor zijn allemaal onzijdig. De-woorden zijn verdeeld in mannelijke en vrouwelijke woorden. Zo is het woord regering bijvoorbeeld vrouwelijk en het woord kano mannelijk.
Is het 'de tapijt' of 'het tapijt'?
Het is 'het tapijt', want tapijt is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat tapijt'.
Naar onzijdige woorden (het-woorden) verwijs je niet met haar, maar met zijn. Daarom is Amsterdam en zijn grachten goed. Ook namen van dorpen en landen zijn onzijdig. Daarom is juist: Bunnik en zijn inwoners, België en zijn bijzondere bieren en Nederland en zijn Deltawerken.
De deksel en het deksel zijn allebei juist. Woorden die eindigen op het achtervoegsel -sel zijn eigenlijk altijd het-woorden (onzijdige woorden). Denk bijvoorbeeld aan het baksel en het achtervoegsel. Ook deksel was vroeger uitsluitend onzijdig.
Is het de of het raam? Regelmatig zie je 'de raam' langskomen. Dit is echter incorrect Nederlands, en dient dus ook niet gebruikt te worden. De enige juiste manier is 'het raam'.
Is het de of het restaurant
In de Nederlandse taal gebruiken wij het restaurant.
Is het 'de slaapkamer' of 'het slaapkamer'?
Het is 'de slaapkamer', want slaapkamer is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die slaapkamer'.
Is het 'de hemd' of 'het hemd'?
Het is 'het hemd', want hemd is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat hemd'.