Alle andere medeklinkers en alle klinkers zijn stemhebbend. Als we de regel van 't kofschip op verhuizen toepassen, volgt daaruit dat dit zwakke werkwoord met -de wordt vervoegd; de stam is immers [verhuiz]. Het voltooid deelwoord van verhuizen is verhuisd.
Bij werkwoorden waarvan de stam op een z eindigt, verschijnt in de verleden tijd een d: verhuisde. (Eigenlijk zou verhuizde het meest voor de hand liggen, maar er is ooit afgesproken dat de z niet kan voorkomen aan het einde van een lettergreep in een Nederlands woord. Vandaar dat verhuisde juist is.)
Een van de belangrijkste redenen om te verhuizen is de behoefte aan meer ruimte. Gezinsuitbreiding, een nieuwe hobby die extra plek vereist, of de wens voor een thuiskantoor kunnen allemaal aanleiding zijn om op zoek te gaan naar een grotere woning.
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -t of -d moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d. Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
Het woord verhuisd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Vervoeging: ik verhuis, jij verhuist, hij verhuist, wij verhuizen. ik verhuisde, wij verhuisden. ik ben verhuisd.
Let goed op, want reizen is een zwak werkwoord. We zien hier in het hele werkwoord dat het met een z wordt geschreven maar in ons voorbeeld schrijf je het met een s, dus dan krijgen we gereisd met een d.
Slide 14 - Video. Als het woord géén persoonsvorm is, dan gebruik je de verlengproef om te horen of je een -t of een -d aan het eind van een woord moet schrijven. Je maakt het woord met een t-klank langer met -e, -en of -ig. Je hoort dan of je een -t of een -d moet schrijven.
Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t. Wanneer de laatste letter van de stam er niet in zit, schrijft je kind een -d.
Veelvuldig expatriëren is een emotionele roetsjbaan van aankomen en opnieuw vertrekken, nieuwe vrienden maken en afscheid nemen.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Dat is geen medeklinker uit 't kofschip. Daarom schrijf je in de verleden tijd “ik verhuisde” of “wij verhuisden” en is het voltooid deelwoord “verhuisd.”
Voltooid deelwoord = stam + d/t
Die bestaat uit een vorm van het hulpwerkwoord “zijn” of “hebben” en een voltooid deelwoord. De werkwoorden waarvan de werkwoordstam op een letter uit 't kofschip eindigt, krijgen een “t” erachter. Werkwoorden waarvan de stam niet op een letter uit 't kofschip eindigt, krijgen een “d”.
17 antwoorden
Uw antwoord, antwoord is hier namelijk een zelfstandig naamwoord en dan is het nooit met een t er achter. Wanneer het een werkwoord is, is het in de hij-vorm wel antwoordt.
Enkele veelgebruikte woorden van 5 letters die eindigen op 'T' zijn audit, built, debit, debut, crust, admit, audit, adopt, adapt , etc.
De stam is krab. De laatste letter is b. Deze letter staat niet in 't kofschip. Daarom schrijf je krabde.
– voltooid/voltooit: 'ik voltooide' is met een 'd', dus 'voltooid' eindigt ook op een 'd'. – geleefd/geleeft: 'ik leefde' is met een 'd', dus 'geleefd' eindigt ook op een 'd'.
Wanneer de stam (het hele werkwoord zonder -en) eindigt op één van de medeklinkers uit 't kofschip, vervoeg je het werkwoord met -te. Alle andere werkwoorden krijgen de uitgang -de. Nu weet je ook hoe het voltooid deelwoord eruit komt te zien. Deze krijgt namelijk dezelfde -t of -d als uitgang.
b. Werkwoorden met een sterke vervoeging die archaïsch, verouderd of zeer formeel overkomt: lachen, dunken.
Wat is de verleden tijd van reizen? De verleden tijd van reizen is 'reisde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gereisd'.