Er zit altijd verschil tussen de examens uit het eerste en tweede tijdvak. Maar het is niet gezegd dat een herexamen moeilijker is dan het originele examen. Beide examens worden zorgvuldig samengesteld. Wat voor de meeste leerlingen een groot voordeel is, is dat je bij een herexamen maar voor 1 vak hoeft te leren.
Het vaststellen van de N-term bij het tweede tijdvak gaat anders dan bij het eerste tijdvak. Dit komt omdat de groep die het tweede tijdvak maakt kleiner is en van jaar tot jaar niet goed vergelijkbaar is.
Het tweede tijdvak is bedoeld voor kandidaten die door overmacht tijdens het eerste tijdvak verhinderd waren (zie Eindexamenbesluit VO artikel 45). Tevens biedt dit tijdvak gelegenheid tot het afleggen van de herkansing van het centraal examen voor een vak (zie Eindexamenbesluit VO artikel 51).
Wanneer is de N-term bekend? In 2022 wordt de normering van het eerste tijdvak van de examens bekendgemaakt op donderdag 9 juni om 8.00 uur. Voor het tweede tijdvak wordt de normering bekendgemaakt op vrijdag 1 juli om 8.00 uur (hierna weet je of je geslaagd bent of niet!).
Door corona is er in 2022 een extra tijdvak, waardoor de herkansingen van de centraal examens plaatsvinden in zowel tijdvak 2 als tijdvak 3. Normaal gesproken mag iedere eindexamenleerling één vak herkansen van het centraal examen, maar door corona mag iedereen in 2022 twee vakken herkansen.
Het tweede tijdvak is bedoeld voor kandidaten die door overmacht tijdens het eerste tijdvak verhinderd waren (zie Eindexamenbesluit VO artikel 45). Tevens biedt dit tijdvak gelegenheid tot het afleggen van de herkansing van het centraal examen voor een vak (zie Eindexamenbesluit VO artikel 51).
Doorgaans worden leerlingen tussen 12:00 uur en 17:00 uur gebeld over de examenuitslag. De normering van het tweede tijdvak wordt op vrijdag 30 juni 2023 bekend gemaakt.
70% normering voldoende 6.
Als een examen relatief makkelijk is, wordt de N-term laag (minimaal 0,0). Je moet dan meer scorepunten halen voor een voldoende, dan wanneer een examen relatief moeilijk is. Is een examen relatief moeilijk, dan wordt de N-term hoger (maximaal 2,0, in principe).
Extra vak. Op een extra vak kan een leerling ook door de 5,5-eis voor het CE niet zakken. De algemene regel omtrent extra vakken geldt voor de gehele uitslagregel inclusief de CE-eis. Als een kandidaat door weglating van het resultaat van een vak kan slagen, dan moet de directeur dat vak buiten beschouwing laten.
Eerste tijdvak: eerste afnames. Tweede tijdvak: eerste afnames en herkansingen. Derde tijdvak: herkansingen.
Je mag dus voor maximaal twee vakken een onvoldoende halen en geen één eindcijfer mag afgerond lager dan een 4 zijn.
De meest gangbare optie is om het examenjaar opnieuw te doen. Het jaar daarop zal je dan weer het volledige centraal examen doen. Je kan er ook voor kiezen om alleen de vakken waar je voor bent gezakt opnieuw te halen via het staatsexamen.
Elk (herkansbaar) schoolexamen mag slechts eenmaal herkanst worden. De kandidaat mag per toetsperiode maximaal één schoolexamen herkansen. Na afloop van iedere toetsweek volgt binnen redelijke termijn het inhaal- /herkansingsmoment.
Meestal heb je recht op 1 herkansing in hetzelfde schooljaar. De volgende herkansing is vaak gepland in het nieuwe schooljaar. Centrale examens mag je volgens de wet altijd minimaal 1 keer herkansen.
Bijna helft scholieren vindt vak wiskunde moeilijkst en meest stressvol - 10 juni '14. Uit onderzoek onder 10.114 scholieren blijkt dat bijna 50 procent van de scholieren het hardste leert voor zijn proefwerk wiskunde. 38 procent van de leerlingen ervaart daarnaast de meeste stress voor het vak wiskunde.
Ook het vijfde jaar (pre examenjaar) wordt genoemd als zwaar jaar. Maar als je het vierde jaar goed doorkomt zal het vijfde ook wel lukken.
Gemiddeld slaagt 92,6% van de examen kandidaten. Op 90% van de middelbare scholen in Nederland slaagt minimaal 85,9% van de examen kandidaten. En op de beste 25% scholen slaagt minimaal 96,8% van de leerlingen!
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
Op het vwo waren de verschillen het grootst. Het gemiddelde eindcijfer bedroeg daar in 2019/'20 6,87 tegen 6,73 een jaar eerder. Het gemiddelde eindcijfer steeg het laatste jaar sterker bij meisjes dan bij jongens; het nam bij meisjes toe van 6,76 naar 6,97, bij jongens van 6,70 naar 6,77.
Daarbij geldt de regel: 5,5 en alles wat daarboven ligt is voldoende; alles onder 5,5 is onvoldoende.
Voor de meeste scholieren niet, al komen hierdoor natuurlijk wel meer leerlingen in de gevarenzone. Dat levert meer herkansers en ook meer zakkers op. Want helaas: ook het aantal geslaagden op havo en vwo is de laatste vijf jaren gedaald: van 93% naar 89% op het vwo en van 89% naar 85% op de havo. Waarom die daling?
Het gemiddeld centraal examencijfer moet onafgerond een 5,5 of hoger zijn (vanaf 1 augustus 2011). Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag maximaal één vijf als eindcijfer behaald worden op havo en vwo (vanaf 1 augustus 2012).
Eindexamenleerlingen mogen het eindcijfer van 1 vak wegstrepen. Dat mag geen kernvak zijn, zoals Nederlands, Engels of wiskunde. Het eindcijfer van het weggestreepte vak telt dus niet mee bij het bepalen van de uitslag, maar blijft wel zichtbaar op de cijferlijst.