Loop je altijd zo snel? Als het woordje /onderwerp je (of jij) in de zin voor de PV staat, schrijf je stam +t: jij loopt.Als het woordje /onderwerp je (of jij) in de zin achter de PV staat, schrijf je stam: loop jij?
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -t of -d moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d.Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Creatief meervoud maken
u loopt - jullie lopen. men loopt - de mensen lopen. wie loopt - welke mensen lopen. wat loopt - welke dingen lopen.
Vergelijking tussen 'Loop' en 'Lopen'
Hoewel beide termen met lopen te maken hebben, is het belangrijk om het onderscheid tussen de twee te begrijpen. Loop verwijst naar de route of het circuit, terwijl lopen de daadwerkelijke actie van het bewegen beschrijft.
Voorbeeld: lopen
De verleden tijd van lopen is 'liep'. De klank van dit woord verandert, vandaar dat we spreken van een sterk werkwoord. Het voltooid deelwoord is 'gelopen'.
Waarom loop jij hard? Er zijn verschillende motivaties waarom je kan besluiten om te hardlopen. Voor ontspanning, voor het opzoeken van je grenzen, om even heerlijk je hoofd leeg te maken of omdat je een doel hebt dat je wilt bereiken.
De correcte spelling is zoals beloofd, met een -d.
Zoals beloofd is een verkorte vorm van een formulering waarin beloofd een voltooid deelwoord is, en dus met een -d wordt geschreven. De weggelaten woorden kunnen er vanuit de context gemakkelijk bij gedacht worden.
Waarom is het vind je, maar vindt u? Als je/jij achter de persoonsvorm staat, komt er geen t achter de stam. Deze bijzonderheid van jij/je komt voort uit de ontstaansgeschiedenis van dit woord. Jij/je is ontstaan uit g(h)i.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t. Wanneer de laatste letter van de stam er niet in zit, schrijft je kind een -d.
17 antwoorden
Uw antwoord, antwoord is hier namelijk een zelfstandig naamwoord en dan is het nooit met een t er achter. Wanneer het een werkwoord is, is het in de hij-vorm wel antwoordt.
Het is 'hij vond' (en niet 'hij vondt). Hierop is één uitzondering, maar die is al behoorlijk aan het uitsterven: de gij-vorm heeft wel een toegevoegde t. Bijvoorbeeld: gij vondt, gij hadt.
De correcte vervoeging is je/jij wordt.
Tegenwoordig, "lopen", "loopt". Verleden, "liep". Voltooid deelwoord, "liep". Progressief, "lopen".
Vijf minuten per kilometer is vaak een mijlpaal voor beginnende hardlopers om voor een langere tijd vast te kunnen houden. Hoe langer de afstand, hoe uitdagender vijf minuten per kilometer gaat zijn. De overgang van 6 naar 5 minuten per kilometer is waar de meeste mensen lang voor trainen.
Een loop is een kort geluidsfragment dat meerdere malen herhaald wordt. Bij het langdurig herhalen van het geluidsfragment wordt de loop een ritme.
loop verb [I or T, usually + adv/prep] (repeat)
Wat is juist: ik word of ik wordt, en word ik of wordt ik? Ik word en word ik zijn allebei zonder t. Als je de ik-vorm van een werkwoord vormt in de tegenwoordige tijd, voeg je geen t toe aan de stam. Het maakt niet uit of het onderwerp ik vóór of achter het werkwoord (de persoonsvorm) staat.
De stam is krab. De laatste letter is b. Deze letter staat niet in 't kofschip. Daarom schrijf je krabde.