Wat is goed: aan elkaar of aanelkaar? En hoe zit het bijvoorbeeld met bij elkaar / bijelkaar en met elkaar / metelkaar? Goed zijn: aan elkaar, bij elkaar en met elkaar. Elkaar staat dus telkens los achter het voorzetsel.
Bij elkaar wordt als twee woorden geschreven. Een combinatie van een voorzetsel en elkaar wordt vrijwel nooit aaneengeschreven: - Ze zijn al heel lang bij elkaar.
De combinatie van er + bij schrijf je aan elkaar als je naar iets verwijst in de zin. Erbij wordt ook aan elkaar geschreven in vaste combinaties. In dat geval heeft het woord een specifieke betekenis.
Simpele regel: altijd aan elkaar
Samenstellingen (woorden uit twee of meer zelfstandige naamwoorden) schrijf je altijd aan elkaar, zonder spaties dus. Het is bijvoorbeeld autoverzekering en niet auto verzekering. Ook langere woorden schrijf je aan elkaar, tenzij er verwarring ontstaat.
Tijdig is een synoniem van op tijd.
Formuleringen met op tijd zijn het gebruikelijkst, zowel in gesproken als geschreven taal. Tijdig is een formeler woord.
Goed zijn: aan elkaar, bij elkaar en met elkaar. Elkaar staat dus telkens los achter het voorzetsel. Een combinatie van een voorzetsel (zoals aan, bij en met) en elkaar schrijf je vrijwel altijd los.
tijdig (bw) : vroeg, vroegtijdig, op tijd, bijtijds.
Het woord koffiedrinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
We schrijven ertussen aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is.
De woordgroep 'lange termijn' vormt een samenstelling met 'doel' en schrijf je daarom aan elkaar.
We schrijven ernaar aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. Na ernaar kan ook een dat-zin of een beknopte bijzin volgen.
Zowel hierbij gevoegd als hier bijgevoegd is correct.
Het kan hier gaan om een combinatie van het werkwoord voegen met het voorzetsel bij: iets voegen bij iets. Als bij samen met hier een voornaamwoordelijk bijwoord vormt, wordt dat in één woord geschreven: iets hierbij voegen.
Maar toch is er een duidelijk verschil. Bij toegaan gaat het om een uitdrukkelijk gesteld voortgaand gebeuren, bij eraan toe zijn om de beschrijving van een toestand zonder uitbreiding in de tijd.
goedemorgen / goeiemorgen / goede morgen / goeie morgen / goedenmorgen* We schrijven de woorden goedemorgen en goeiemorgen aan elkaar als we ze als groet gebruiken. Als er goedemorgen geschreven staat, kan dat ook als goeiemorgen gelezen worden: in gesproken taal wordt gewoonlijk goeiemorgen gezegd.
Nee, "each other" wordt altijd gespeld als twee afzonderlijke woorden . Het is een voornaamwoord dat een wederkerige actie of relatie tussen twee of meer mensen of dingen aangeeft. Bijvoorbeeld, in de zin "The dogs played with each other" geeft "each other" aan dat meerdere honden samen speelden in tegenstelling tot onafhankelijk spelen.
Tenslotte wordt gebruikt als je “immers” of “per slot van rekening” bedoelt. Je schrijft ten slotte als je “tot slot” bedoelt. Ik zou nog even wachten. Je kunt het feest tenslotte altijd nog afzeggen.
Je mogelijkheden zijn enorm: er tussen uit zijn, ertussenuitzijn, er tussenuitzijn, ertussen uitzijn, ertussen uit zijn en ertussenuit zijn. De laatste schrijfwijze is de enige juiste.
Uitleg: Er is een eenvoudige spellingregel die luidt: als het bijwoord er wordt gevolgd door een voorzetsel, dan schrijven we dat voorzetsel aan er vast. Het is dus erop, en bijvoorbeeld ook eraan, erbij, erbuiten, erdoor, erin, erover, eruit en ervan. Een makkelijke regel zonder uitzonderingen.
Hoeveel is een onbepaald telwoord dat vraagt naar een bepaalde hoeveelheid. In dat geval schrijven we hoeveel aan elkaar.
Het verschil tussen opzoek en op zoek
Als je op zoek bent naar iets, is het woord zoek een zelfstandig naamwoord. Als je iets opzoekt, gebruik je een vorm van het werkwoord opzoeken. Je bent dus op zoek naar iets, maar om dit te kunnen vinden, moet je het opzoeken.
In de Nederlandse taal wordt gesproken over vrijetijd en vrije tijd.
In de betekenis 'tot het moment dat' is zowel totdat als tot correct. Tot(dat) is dan een voegwoord.
Wanneer een meerwoordzin als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt, gebruik je koppeltekens om de woorden aan elkaar te verbinden. Anders niet. Wij leveren op tijd . Wij leveren het op tijd.
Voor elk wat wils is inderdaad de vaste vorm van de uitdrukking; daarom heeft die variant de voorkeur. Maar omdat elk en ieder synoniemen zijn, zou het te streng zijn om voor ieder wat wils af te keuren.
Het bijwoord nog wordt onder andere gebruikt om (samen met andere woorden) een aspect van tijd, herhaling, hoeveelheid of versterking uit te drukken. Ik wil wel, maar nu nog niet. Hij wil nog eens. Ik heb nog vijf tanden.