Bijvoeglijk naamwoord Ik ging er even voor zitten, ik was moe en had nog maar een halve fles water over, dit was geen moment om een foute beslissing te nemen.
Toelichting. Tijdsaanduidingen met half en een telwoord van één tot en met twaalf, zoals half()zes en half()twaalf, kunnen als losse woordgroep worden geschreven. Maar de aanduidingen met half kunnen ook beschouwd worden als samenstellingen, omdat het frequent voorkomende, vrij vaste combinaties zijn.
Als bijvoeglijk naamwoord met de betekenis 'supplementair' wordt extra los geschreven van het zelfstandig naamwoord waar het bij staat.
Nog iets verder naar links staan bijvoorbeeld bijvoeglijke naamwoorden die een leeftijd, omvang of afmeting aanduiden, zoals jong, klein, groot en hard.
Bijvoeglijk naamwoord
Dit is een mogelijk risico voor het project.
Welke soorten bijvoeglijke naamwoorden zijn er? Op het gebied van bijvoeglijke naamwoorden wordt onderscheid gemaakt tussen de soorten: attributief, zelfstandig, predicatief, bijwoordelijk en partitief.
Bijvoeglijke naamwoorden zijn woorden die iets zeggen over zelfstandig naamwoorden. Denk bijvoorbeeld aan de jonge man, de lieve kat of het mooie huis. Jonge, lieve en mooie zeggen iets over het woord dat erachter staat (de zelfstandig naamwoorden). Dit zijn dus voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden.
Bijvoeglijk naamwoord
In de praktijk was het iets moeilijker.
weinig {bijvoeglijk naamwoord}
Er zijn zeer weinig, bijzonder weinig redenen, die het waard zijn ervoor te sterven.
Bijvoeglijk naamwoord
Dat is een harde kerel.
Eigenschappen van een bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord kan vaak trappen van vergelijking vormen: mooi- mooier- mooist, lief- liever- liefst, lekker- lekkerder- lekkerst, goed- beter- best.
Het woord 'leuk' zegt hier iets over het zelfstandig naamwoord 'buurjongen'. In deze zin is 'leuk' dus een bijvoeglijk naamwoord. Het woord 'erg' zegt ook iets over een ander woord uit de zin, namelijk over 'leuk'.
Nederlandse is het bijvoeglijk naamwoord, nationaliteit het zelfstandig naamwoord. Het woord nationaliteit is een zelfstandig naamwoord.
Bij de combinatie van half met het zelfstandig naamwoord jaar is zowel de spelling aan elkaar als die in twee woorden correct. Halfjaar kan beschouwd worden als een samenstelling. Het heeft dan één hoofdaccent (hálfjaar) en wordt in één woord geschreven.
Onbepaalde telwoorden geven geen precies aantal aan, zoals bijvoorbeeld 'veel' of 'weinig'. Hoofdtelwoorden geven een aantal of een nummer aan. Voorbeelen van bepaalde hoofdtelwoorden zijn: 'drie', 'achtentwintig' en 'duizend'.
Ook beide is een bepaald hoofdtelwoord; het duidt altijd een tweetal aan. Onbepaalde hoofdtelwoorden zijn veel en weinig en hun trappen van vergelijking (veel - meer - meest en weinig - minder - minst).
Bijvoeglijk naamwoord
Een goedkope leugen. Een ontzettend goedkope truc.
Bijvoeglijke naamwoorden zijn woorden die iets zeggen over een zelfstandig naamwoord, bijvoorbeeld: 'Een ronde tafel', 'Een lieve kat' en 'Een snelle auto'. De woorden 'ronde', 'lieve' en 'snelle' zijn bijvoeglijke naamwoorden en zeggen iets over het zelfstandig naamwoord wat erachter staat.
Verschillend(e) en verscheiden(e) kunnen beide ook als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden in de betekenis 'onderling afwijkend, afwijkend van andere zaken of personen'. Verschillend(e) is het gebruikelijkst.
Bijvoeglijk naamwoord
Hij stierf een zachte dood.
Bijvoeglijke naamwoorden krijgen bij enkelvoudige het-woorden een buigings-e als ze worden voorafgegaan door het lidwoord het, een aanwijzend voornaamwoord (dit, dat) of een bezittelijk voornaamwoord (mijn, je, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun).
Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat een eigenschap of toestand van een ander woord benoemt. In 'de rode auto' is rode een bijvoeglijk naamwoord. Dat geldt ook voor rood in 'De auto is rood.
Een bijvoeglijk naamwoord geeft informatie over een zelfstandig naamwoord.Een bijwoord kan informatie geven over veel meer soorten woorden of over de hele zin. Zo kan een bijwoord iets vertellen over een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord.
Plastic kan zowel een zelfstandig naamwoord (soort synthetische stof) als een bijvoeglijk naamwoord ('gemaakt van plastic') zijn.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord dat erbij hoort. Er komt standaard een -e achter een bijvoeglijk naamwoord, behalve bij bepaalde het-woorden en vaste constructies.