Een haan is een mannelijke kip; het vrouwtje heet een hen en het jong kuiken.
Mannelijke én vrouwelijke woorden
Denk maar aan zelfstandig naamwoorden voor dieren ('de kat' of 'de eekhoorn'). Over het algemeen beschouwt men deze woorden als mannelijk, tenzij duidelijk is dat het om iets of iemand van het vrouwelijke geslacht gaat.
We gebruiken het bezittelijk voornaamwoord haar om naar vrouwelijke woorden te verwijzen (de regering en haar standpunt) en het bezittelijk voornaamwoord zijn om naar mannelijke en onzijdige woorden te verwijzen (de koning en zijn besluit, het comité en zijn rapport).
De naam kip is een verzamelnaam voor zowel de mannetjes (hanen) als de vrouwtjes (hennen).
Een haan is een mannelijke kip; het vrouwtje heet een hen en het jong kuiken.
Een haan die met een hen wil paren, pakt eerst met zijn snavel een pluk veren achter haar kop, zodat zij niet kan weglopen. Dan duwt hij zijn cloaca tegen de cloaca van de hen aan. De cloaca van de haan stulpt uit, waardoor de zaadcellen in de cloaca van de hen komen. Die bevruchten dan de eicellen in de eileider.
Stad is bijvoorbeeld mannelijk en vrouwelijk (en heeft dus twee verwijzingsmogelijkheden), gemeente is vrouwelijk. Dorp en land zijn onzijdig; dan blijven de verwijswoorden dus het en zijn.
Als we het in algemenere zin over dergelijke gebouwen hebben, is kastelen of burchten gewoner.
Diernamen als paard, konijn, schaap en varken zijn onzijdig. Naar die diernamen wordt verwezen met de onzijdige voornaamwoorden het en zijn. De mannelijke en vrouwelijke voornaamwoorden (hij, zijn; zij/ze, haar) kunnen wel gebruikt worden als de spreker het biologisch geslacht expliciet wil aangeven.
De term derde geslacht wordt onder meer gebruikt voor mensen die zichzelf niet als specifiek mannelijk of vrouwelijk beschouwen, of die door anderen niet als zodanig worden beschouwd. Dit derde geslacht omvat meestal transseksuelen en non-binaire mensen, soms ook travestieten en homoseksuelen.
Bestuur is een onzijdig woord. Naar onzijdige woorden verwijzen we in de regel met zijn. In de praktijk wordt naar verzamelnamen zoals bestuur, collectief of comité ook geregeld met haar verwezen, ook door standaardtaalsprekers.
College is dus een onzijdig woord. In dit artikel een aantal tips om het woordgeslacht van zelfstandige naamwoorden te herkennen.
Een babypaard heet een veulen. Je hebt ook kleinere paardenrassen en die noemen we pony's. Een volwassen pony komt met zijn schoft (schouders) niet boven de 1,47 meter.
Je herkent deze woorden in het woordenboek aan het label v(m)of m(v). Een woord als 'haag' dat van oorsprong vrouwelijk is, kan tegenwoordig ook als mannelijk worden beschouwd, vandaar de aanduiding v(m) in bijvoorbeeld Van Dale.
in de meeste gevallen wanneer het woord eindigt op: -heid, -nis, -ing, -schap, -de, -te, -ij, -st. De onderneming en haar personeel. Een paar uitzonderingen zijn: het schilderij, het waterschap, het gezelschap, het burgerschap.
Is het de of het hemel
In de Nederlandse taal gebruiken wij de hemel.
Zowel de stad en haar inwoners als de stad en zijn inwoners is correct. Gebruik in één tekst wel consequent hetzelfde verwijswoord om naar hetzelfde woord te verwijzen.
Als een de-woord mannelijk is, staat er in woordenboeken en spellinglijsten een m achter. Bijvoorbeeld: boom, de (m.). Bij vrouwelijke woorden staat er een v achter, bijvoorbeeld: begroting, de (v.). Als er alleen de achter een woord staat, is het mannelijk én vrouwelijk.
Is het de of het jaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het jaar. Deutsch: Jahr | Bekijk of het der of die Jahr is. Français: année | Bekijk of het Le o La année is.
Lang voordat er kippen waren, legden vissen, amfibieën en reptielen al eieren. Maar was er eerst een kip of een kippenei? Honderden miljoenen jaren voordat er kippen waren, legden vissen, amfibieën en reptielen al eieren. Dat is dus duidelijk: het ei was er eerder dan de kip.
En op het eerste gezicht kun je ook denken: er zit misschien wel wat in. Maar het is onzin natuurlijk: menstruatie is de afscheiding van de baarmoeder, en kippen hebben geen baarmoeder. Kippen hebben wel een eileider, maar die komt uit in de cloaca, niet in een baarmoeder.
Een hen kan eieren leggen zonder dat daar een haan voor nodig is. Een haan is wel nodig om een ei te krijgen waar een kuikentje in groeit. Want pas als de eicel van de kip bevrucht is door een zaadcel van de haan, kan er een kuikentje in het ei groeien.
Bij mannelijke woorden is het lidwoord 'der', bij vrouwelijke woorden 'die' en bij onzijdige woorden 'das'.