Ook bij een genetische aandoening spelen genen een rol. Het kan een erfelijke aandoening zijn, maar niet elke genetische ziekte is het gevolg van het overerven van 'zieke genen' van je ouders, of kun je zelf doorgeven aan je nakomelingen. Syndroom van Down bijvoorbeeld is genetisch, maar meestal niet erfelijk.
Het belangrijkste verschil tussen deze twee termen is dat erfelijke ziekten van generatie op generatie kunnen worden overgedragen, terwijl een genetische ziekte erfelijk kan zijn of niet, maar er altijd een mutatie in het genoom zal optreden.
Nee, meestal is ALS niet erfelijk. Bij 5 tot 10 op de 100 mensen (5-10%) is het wel erfelijk. Als het om de erfelijke vorm van ALS gaat, dan gaat de overerving meestal zo: iemand kan de aandoening krijgen als hij of zij van één van de ouders de verandering in het gen krijgt.
Genen bepalen dus zeker niet alles.En ze bepalen iets nooit alleen. Andere dingen spelen ook een rol, zoals wat je meemaakt en de omgeving waar je opgroeit. En ook nog eens in combinatie met weer andere genen.
We erven heel wat zichtbare en minder zichtbare kenmerken van onze ouders, zoals de kleur van huid en ogen, lichaamsbouw en bepaalde karaktertrekjes. Soms erven we ook bepaalde ziektes van hen.
De kern bevat genetische info in een combinatie van 23 paar chromosomen die zijn gemaakt van DNA. Je erft één paar van elk van je ouders . Slechts één paar, chromosoom 23, bepaalt het geslacht. Genetisch gezien draagt een persoon eigenlijk meer genen van zijn/haar moeder dan van zijn/haar vader.
Met de lengte van de biologische ouders kan de verwachte lengte van een kind worden geschat. Zo krijg je een beeld van hoe lang je kind als volwassene zal zijn. Dit wordt de Target height (streeflengte) genoemd.
Van ieder gen erf je een versie van je vader en van je moeder. Welke versie je ouders doorgeven, ligt er ook weer aan welke versie zij van hun vader en moeder hebben gekregen. Enzovoorts. De genen van vader en moeder samen bepalen welke eigenschappen jij krijgt.
Je kind krijgt van zowel jou als je partner precies hetzelfde aantal genen mee. Deze bepalen niet alleen het uiterlijk van jullie baby, maar ook deels zijn gedrag. Ook kan je kind een aandoening of ziekte 'erven'. Welkom in de complexe wereld van de erfelijkheid!
Is karakter genetisch bepaald? Uit onderzoek is gebleken dat de helft van ons karakter genetisch bepaald is (en dus wordt overgedragen door onze ouders), terwijl we de andere helft ontwikkelen terwijl we opgroeien. Als het om een jonge baby gaat, speelt erfelijkheid een belangrijkere rol.
"Deels is intelligentie erfelijk en deels wordt het bepaald door de opvoeding. Intelligente ouders krijgen dus vaak intelligente kinderen en vice versa.
Bij ongeveer de helft van de mensen met ALS in de familie (familiaire ALS) is er een genetische afwijking gevonden. Bij alle overige mensen met ALS (sporadische ALS) ligt de oorzaak van de ziekte in een samenspel van genetische aanleg en omgevingsfactoren, zoals leefstijl en blootstelling aan schadelijke stoffen.
Gedrag is erfelijk en aan te leren. Sommige handelingen hoeven we nooit te leren, zoals lachen, huilen en bijvoorbeeld gapen. Ook onze reflexen, zoals het ontwijken van een bal of je hand terugtrekken van een hete plaat zijn erfelijk gedrag.
De meest voorkomende ernstige aangeboren aandoeningen zijn hartafwijkingen, neuralebuisdefecten en het syndroom van Down. Hoewel aangeboren aandoeningen het gevolg kunnen zijn van een of meer genetische, infectieuze, nutritionele of omgevingsfactoren , is het vaak moeilijk om de exacte oorzaken te identificeren.
Erfelijkheid is de overdracht van genetische kenmerken van ouders op nakomelingen en wordt vaak genetica genoemd. Erfelijkheid beeldt het pad van de genetische kenmerken en hun expressie van de ene op de andere generatie uit.
Eigenschappen zitten in je genen
De exemplaren die jij van je (voor)ouders hebt geërfd, bepalen je eigenschappen, bijvoorbeeld je haarkleur of de kleur van je ogen. Maar het zijn niet alleen genen die bepalen hoe je eruitziet. Ook wat je meemaakt, de mensen om je heen, hoe je leeft, woont en eet, heeft invloed.
Huidskleur is niet te voorspellen
Of dat de genen van de vader en moeder samen het kind een huidskleur geven die je niet verwacht had. Niet alleen genen maar ook andere dingen spelen een rol bij de kleur van je huid. Zonlicht kan zorgen dat de huid bruiner wordt.
' Of je kindje op jou lijkt of op je partner, hangt af van de genen die jullie doorgeven. Voor elke eigenschap krijgt een baby genen van papa én genen van mama. In totaal ontvangt je kleine van jullie allebei maar liefst 25.000 genen. Al dit DNA-materiaal levert ontzettend veel mogelijke combinaties van genen op.
Vrouwen erven een X-chromosoom van de moeder en een X -chromosoom van de vader. Mannen krijgen een X-chromosoom van hun moeder en een Y-chromosoom van hun vader. Je moeder en vader geven ieder de helft van hun DNA door. Die halvering zet niet automatisch door naar de generaties daarvoor.
Genen kunnen dominant of recessief zijn, dat wil zeggen dat ze al dan niet overheersen. Het gen wat overheersend is bepaald of bij het kind de eigenschap van dit gen ook zichtbaar is. Zo overheerst het gen voor bruine ogen over het gen voor blauwe ogen.
Onderzoek heeft aangetoond dat het belangrijkste gen dat met kaalheid in verband wordt gebracht op het X-chromosoom zit. Omdat er vijftig procent kans is dat dit X-chromosoom door je grootvader aan je moeder is doorgeven, is de kaalheid van je opa aan moederszijde een goede voorspeller van jouw toekomstige kaalheid.
Er zijn verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op de lengte van een kind, waaronder de lengte van beide ouders , genen en omgevingsfactoren.
Over chromosomen, DNA en genen
Het DNA bevat codes waarin onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Dit zijn de genen. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe iemand er uit ziet of hoe iemands lichaam werkt. Ieder mens heeft circa 20.000 genen: de erfelijke eigenschappen.