Iedere ouder krijgt de helft van de belastingvrije sommen voor kinderen ten laste.Dus uiteraard is het belastingvoordeel ook slechts de helft. Met twee kinderen is dat ongeveer 140 euro per maand - dus dat komt op 70 euro voordeel per ouder per maand. Per kind is dat 35 euro per maand.
Controle Belastingdienst en indienen aanvragen co-ouderschap
Mocht je je afvragen hoe de Belastingdienst dit controleert: er worden ad rondom ouderschapsplannen opgevraagd om te toetsen of de aangevraagde toeslagen kloppen met de gemaakte afspraken in het ouderschapsplan.
Zijn jullie inkomens gelijk en is de omgangsregeling echt 50/50 verdeeld, dan hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil tussen de inkomen, dan zal er wel een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. Dit geldt ook als de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de ander.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
Wanneer er in algemene termen sprake is van een gelijke verdeling van zorg, opvoeding en omgang met het kind, oftewel een 50-50 verdeling, spreken we van co-ouderschap.
Als beide ouders samen het ouderlijk gezag uitoefenen, dan blijft het kinderbijslagfonds of de uitbetalingsactor dat de gezinsbijslag/kinderbijslag al uitbetaalde vóór de scheiding, verder betalen voor alle kinderen, gedomicilieerd in Vlaanderen, aan dezelfde persoon.
Kleding en omgang
Indirect komen de kosten van kleding voor de kinderen voor rekening van beide ouders. De niet-verzorgende ouder betaalt zijn/haar bijdrage daarin immers door middel van kinderalimentatie.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
Uit cijfers van de Belastingdienst blijkt dat kleine ondernemingen een kans van 0,4% hebben om bezocht te worden door de fiscus voor een boekenonderzoek. Een middelgrote onderneming heeft een iets grotere kans. Hiervoor geldt een bezoekpercentage van 2,5.
Wilt u dat de andere ouder het kindgebonden budget krijgt? Krijgt u als co-ouder allebei een deel van de kinderbijslag uitbetaald? Dan krijgt toch maar 1 van u het kindgebonden budget. We betalen uit aan de ouder die als 'aanvrager van de kinderbijslag' geregistreerd staat.
Wanneer kinderen in een co-ouderschap bij beide ouders wonen, moet er een keuze gemaakt worden op welk van beide adressen ze staan ingeschreven. Heeft u bijvoorbeeld twee kinderen, dan kunt u ervoor kiezen om het ene kind op het adres van de ene ouder in te schrijven en het andere kind op het adres van de andere ouder.
Veel voorkomende situaties waarin je co-ouderschap kunt weigeren: De communicatie tussen jullie als ouders verloopt al tijden slecht en jullie zijn niet in staat om veel met elkaar te overleggen. Jullie kind geeft aan dat het co-ouderschap te veel van hem of haar vraagt.
Spreek dan samen af hoe u de betaling van de kinderbijslag tussen u beiden wilt verdelen. Maakt u geen afspraak? Dan krijgt ieder de helft van de kinderbijslag. Uit elkaar gaan heeft meestal ook gevolgen voor het kindgebonden budget van de Belastingdienst.
Hoeveel procent kiest voor co-ouderschap? Co-ouderschap is behoorlijk in opmars. Koos in 2001 nog slechts 5% voor co-ouderschap, in 2013 was dit al gestegen tot 27%. De overgrote meerderheid van 70% kiest voor een omgangsregeling waarbij de kinderen bij hun moeder blijven.
Volgens het CBS is dus één kind gemiddeld 15 procent van het besteedbaar inkomen, twee kinderen kosten gemiddeld 25 procent (€ 375 ,- euro bij een inkomen van € 1500,- per maand) en drie kinderen 29 procent (€ 435,- per maand bij een inkomen van € 1500,-).
De ouder in wiens huishouden het kind woont heeft recht op kinderbijslag. Als de andere ouder het kind ook onderhoudt, bijvoorbeeld door alimentatie te betalen, heeft ook deze ouder ook recht op kinderbijslag.
De reden waarom er in veel gevallen bij een co-ouderschap tóch kinderalimentatie dient te worden voldaan is eenvoudig. Het uitgangspunt bij kinderalimentatie is ervoor te zorgen dat de levensstandaard van een kind er door de scheiding van zijn/haar ouders niet, of zo min mogelijk, op achteruitgaat.
Er wordt uitgegaan van het beginsel dat elke ouder in de helft van de financiële behoeften van het kind voorziet. Beide ouders vermelden in hun belastingaangifte dat het kind “ten laste is maar in co-ouderschap”. Het fiscaal voordeel wordt gelijk tussen hen verdeeld: ze krijgen ieder de helft van de belastingvrije som.
Kan een kind twee officiële adressen hebben? Een kind kan maar op één adres officieel worden ingeschreven. Bij een scheiding zal de keuze dus nog steeds gemaakt moeten worden. Wel is het mogelijk om in het bevolkingsregister een vermelding toe te voegen van het adres van de andere ouder.
In principe kan dat voordeel enkel worden toegekend aan de ouder bij wie de kinderen hun fiscale woonplaats hebben. Onder bepaalde voorwaarden kan het belastingvoordeel voor kinderen ten laste echter worden verdeeld onder de ouders. Dat is de zogenaamde fiscale co-ouderschapsregeling.
50/50 verdeling
Het gaat er dus om dat bij een co-ouderschap verdeling, jullie in gelijke mate (50-50) de zorg en de opvoeding voor de kinderen verdelen. Beide ouders hebben evenveel verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg en de kinderen zijn ongeveer evenveel dagen bij iedere ouder.
Als co-ouders kunnen ouders samen kinderopvangtoeslag krijgen voor maximaal 230 uur per kind per maand. Indien een co-ouder kinderopvangtoeslag wil aanvragen voor zijn kind dat niet bij hem of haar ingeschreven staat maar bij de andere ouder, kan deze hiervoor een brief sturen naar de Belastingdienst.
De Belastingdienst betaalt het kindgebonden budget maar aan één ouder en dat is degene die de (hoofd)aanvrager is van de kinderbijslag. Wie dat is, bepaalt u met uw ex-partner. Degene die het laagste inkomen heeft, krijgt meestal een hoger kindgebonden budget.