Het meewerkend voorwerp hoort bij de persoonsvorm, het onderwerp, gezegde en lijdend voorwerp van de zin. In elke zin kan maximaal één meewerkend voorwerp staan, maar niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp.
Een meewerkend voorwerp is een zinsdeel dat meewerkt aan een handeling. Vaak gaat het om een persoon, maar een meewerkend voorwerp kan ook een ding zijn. Er kan maximaal één meewerkend voorwerp in en zin staan, maar niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp.
Een meewerkend voorwerp is degene die iets ontvangt of verneemt of van wie iets wordt afgenomen. In de zin 'De zon geeft ons energie' is ons het meewerkend voorwerp. Het meewerkend voorwerp is vaak de 'ontvangende partij'.
Het meewerkend voorwerp is dan ook meestal een levend wezen of een instelling. Een meewerkend voorwerp komt in normale teksten dan ook niet zo vaak voor. In een zin met een meewerkend voorwerp gaat er iets (lv) van de een naar de ander. Daarom heb je vaak een onderwerp én een meewerkend voorwerp nodig.
Hoge (HV), extra hoge (EHV) en ultrahoge spanningen (UHV) - 115.000 tot 1.100.000 VAC. Middenspanning (MV) - 2.400 tot 69.000 VAC . Lage spanning (LV) - 240 tot 600 VAC .
Een meewerkend voorwerp verwijst naar het element dat wordt beïnvloed door de actie in een zin . Dus in de zin "Ik las mijn klas de laatste strofe van het gedicht voor en voerde daarna een kritiek uit," is het meewerkend voorwerp klasse omdat het wordt beïnvloed door de actie van het lezen. Het is in de klasse dat de actie plaatsvindt.
Het meewerkend voorwerp (mv) kun je vinden door de volgende vraag te stellen: meewerkend voorwerp: aan/voor wie + (werkwoordelijk) gezegde + onderwerp + (lijdend voorwerp)? Let op: Het voorzetsel 'aan' of 'voor' kan bijna altijd worden weggelaten of toegevoegd bij het meewerkend voorwerp.
Hoe vind je een bijwoordelijke bepaling? Bij zinsontleding zoek je eerst de persoonsvorm en het onderwerp van de zin. Dan kijk je of er een lijdend voorwerp en eventueel een meewerkend voorwerp in de zin staat. De overgebleven zinsdelen zijn vaak bijwoordelijke bepalingen.
Als je het gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp hebt gevonden dan kan je erachter komen wat het meewerkend voorwerp is, door jezelf de volgende vraag te stellen: (aan/voor) wie of wat + [gezegde] + [onderwerp] + [lijdend voorwerp]?
Indirecte objecten maken geen deel uit van voorzetselzinnen
Soms is het makkelijk om het object van een voorzetselzin te verwarren met een meewerkend object. Beide "objecten" geven vergelijkbare informatie in een zin.
OW'er, oorlogswinstmaker, een scheldwoord voor iemand die tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland profiteerde van de neutraliteit van Nederland om, bijvoorbeeld door speculatie in schaarse grondstoffen, hoge winsten te behalen. Ow (band): Belgische band.
Meestal vind je het meewerkend voorwerp als je de volgende vraag stelt: Aan wie (of wat) of voor wie (of wat ) + de rest van de zin? Het antwoord op die zin is het meewerkend voorwerp.
Een lijdend voorwerp is de persoon of het ding dat direct de actie of het effect van het werkwoord ontvangt. Het beantwoordt de vraag "wat" of "wie". Een meewerkend voorwerp beantwoordt de vraag "voor wat", "van wat", "aan wat", "voor wie", "van wie" of "aan wie" en vergezelt een lijdend voorwerp.
Daarom bepaal je altijd eerst de persoonsvorm en de zinsdelen! Vervolgens bepaal je altijd welk zinsdeel het onderwerp is. Daarna ga je op zoek naar het lijdend voorwerp en daarna naar het meewerkend voorwerp. Zoals gezegd, staat er niet altijd een meewerkend voorwerp in een zin.
mijns inziens (afkorting)
Individuele medicatievoorbereiding (IMV)
Een meewerkend voorwerp is een woord of zin die aangeeft aan wie of voor wie iets wordt gedaan. Het kan een persoon, een dier of een ding zijn.
Het woord 'class' fungeert als het meewerkend voorwerp in de zin omdat het aangeeft aan wie de laatste strofe wordt voorgelezen. Een meewerkend voorwerp ontvangt doorgaans het meewerkend voorwerp, en beantwoordt de vraag "aan wie" of "voor wie" de actie wordt uitgevoerd.
In de zin "Charlie caught us a huge catfish for lunch," is de zin "us" een meewerkend voorwerp, terwijl "a huge catfish" het lijdend voorwerp is. Het lijdend voorwerp antwoordt op wat er wordt gevangen, en het meewerkend voorwerp laat zien tot wie de actie is gericht.
Volgorde. Vind het onderwerp: wie of wat + gezegde? Vind het lijdend voorwerp: wie of wat + gezegde + onderwerp? Vind het meewerkend voorwerp: (aan/voor) wie of wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Middenspanningsnetten worden meestal gebruikt in meer landelijke gebieden om elektriciteit te distribueren tot 100 km verderop . Ze worden echter ook gebruikt in steden om individuele districten te bevoorraden. De gebruikte spanning varieert tussen 10 en 30 kilovolt (kV).
Een lijdend voorwerp kan een zelfstandig naamwoord zijn (bijvoorbeeld fiets, een meisje, Anna), een woordgroep met een zelfstandig naamwoord als kern (haar nieuwe kleren) of een persoonlijk voornaamwoord (mij, je, haar, hem, het, ons, jullie, hen).