Gebeurd wijst op iets dat achter de rug is, op iets dat voltooid is.Gebeurt wijst op iets in het heden, op iets dat aan de gang is. Het verschil tussen gebeurd en gebeurt is een verschil in tijd. Gebeurd is een voltooid deelwoord: Het is gebeurd, Het was gebeurd of Het zou gebeurd zijn.
Wanneer 'gebeurd' een voltooid deelwoord is, wordt het met een –d geschreven. Een voltooid deelwoord geeft aan dat er iets gebeurd is. Vaak staat er een hulpwerkwoord in de zin en ergens achteraan komt dan het voltooid deelwoord. Voorbeeld: wat was er vandaag op school gebeurd?
De oorzaak vertelt je de reden waarom iets gebeurt of gaat gebeuren. De oorzaak is de aanleiding of het begin van iets. Het gevolg is wat daarna gaat gebeuren, dóór de oorzaak. Het vertelt je hoe het verder gaat.
Gebeurd is het voltooid deelwoord van gebeuren: het is gebeurd, het was gebeurd of het zou gebeurd zijn. Dat het voltooid deelwoord gebeurd op een -d eindigt, is te horen aan de verleden tijd gebeurde (' Er gebeurde van alles'). De d die hierin te horen is, komt terug in het voltooid deelwoord.
In 'Wat is er gebeurd? ' is gebeurd een voltooid deelwoord. Dat eindigt op een d, omdat er in de verleden tijd gebeurde ook een d zit. Deze d uit de verleden tijd komt dus terug aan het einde van het voltooid deelwoord gebeurd.
Wanneer is verandert juist en wanneer veranderd? In een zin als 'Zij verandert ook nooit!' is verandert juist. In bijvoorbeeld 'Ze is het afgelopen jaar erg veranderd' is veranderd goed.
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -t of -d moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d.Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
De regel is eenvoudig: schrijf 'er' vast aan het voorzetsel dat erachter staat. Dus 'erin', 'eraan', 'ertegen', 'erop', 'ervoor', enzovoorts. Overigens geldt dit ook voor 'hier' en 'daar'.
Dus is 'De leerling bekent' de enige juiste schrijfwijze. 'Bekend' kun je alleen gebruiken als de zin in de voltooide tijd staat: 'De leerling heeft bekend dat zij heeft gespiekt. '
Daardoor en daarom komen beide voor bij oorzaken, en daarom ook bij een reden. Waardoor geeft een oorzaak aan. Let wel op het grammaticale verschil tussen daardoor en daarom enerzijds en waardoor anderzijds. Daardoor en daarom gebruik je in hoofdzinnen; met waardoor verbind je een hoofd- en een bijzin met elkaar.
gebeuren (ww) : geschieden, gevallen, omgaan, optreden, passeren, plaatsgrijpen, plaatshebben, plaatsvinden, spelen, toegaan, vallen, verlopen, voorkomen, voorvallen, wedervaren, zich afspelen, zich voltrekken, zich voordoen.
Een concert is een muziekuitvoering.
De regel voor de gebiedende wijs is vrij duidelijk en eenvoudig: de gebiedende wijs krijgt altijd alleen de stam. Houd schrijf je dus zonder t. Soms twijfel je misschien of er sprake is van de gebiedende wijs. Dan kun je het werkwoord vervangen door een vorm van lopen.
Als het gaat om de ik-vorm, schrijf je het werkwoord altijd alleen met een -d. De ik-vorm is namelijk (bijna) hetzelfde als de stam. Daarover vertellen we je verderop in dit artikel meer. Als het gaat om de hij-/zij- of het-vorm schrijf je -dt.
Vervoeging: ik zeg, jij zegt, wij zeggen. ik zei, jij zei, hij zei, wij zeiden. ik heb gezegd.
Verhuist is goed in bijvoorbeeld 'Volgende maand verhuist Katrien naar Norg. ' In 'Katrien is verhuisd naar Norg' is verhuisd goed. Verhuisd is een voltooid deelwoord. In dat voltooid deelwoord komt de d terug van de verleden tijd verhuisde.
Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t. Om te achterhalen of u wel degelijk met een voltooid deelwoord te maken hebt, kunt u het werkwoord vervangen door een werkwoord dat in het voltooid deelwoord ge- toegevoegd krijgt en niet al ge- heeft in de infinitief, zoals zeggen.
Opzoek wordt alleen aan elkaar geschreven als het een vorm van het werkwoord “opzoeken” is. Op zoek (met spatie) heeft de betekenis van zoeken, proberen te vinden. Opzoek (zonder spatie) heeft de betekenis van informatie opzoeken of iemand bezoeken.
Er is een eenvoudige spellingregel die luidt: als het bijwoord er wordt gevolgd door een voorzetsel, dan schrijven we dat voorzetsel aan er vast. Het is dus erop, en bijvoorbeeld ook eraan, erbij, erbuiten, erdoor, erin, erover, eruit en ervan. Een makkelijke regel zonder uitzonderingen.
Tijdig is een synoniem van op tijd. Formuleringen met op tijd zijn het gebruikelijkst, zowel in gesproken als geschreven taal.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).