In de gezondheidszorg wordt soms (röntgen)straling of radioactiviteit gebruikt. Bijvoorbeeld bij het maken van een röntgenfoto of een CT-scan. Deze straling heet ook wel ioniserende straling.
Er wordt vaak gedacht dat de straling die gebruikt wordt bij röntgenonderzoek, gevaarlijk is. De hoeveelheid straling (doses) die gebruikt wordt voor röntgenonderzoek is echter zo klein, dat er geen schadelijke effecten kunnen optreden. Uw arts weegt af of een röntgenonderzoek echt noodzakelijk is.
Het voornaamste risico van grote doses straling is het ontstaan van kanker. De hoeveelheden straling die gebruikt worden bij een röntgenonderzoek zijn te klein om aan te tonen dat hierdoor kanker ontstaat.
Het laten maken van één of twee, of zelfs meerdere röntgenfoto's per jaar kan geen kwaad. Röntgenstraling is alleen schadelijk als u er vaak en lang aan blootgesteld wordt.
Bij röntgenonderzoeken wordt een kleine hoeveelheid straling gebruikt, bijvoorbeeld: ongeveer 0,1 mSv bij een röntgenfoto; 1 - 8 mSv bij een CT-scan; 10 - 20 mSv bij een ingewikkelde dotterprocedure of hartkatheterisatie.
Bijvoorbeeld bloed prikken, een röntgenfoto of een hartfilmpje. Dit wordt vergoed uit uw basisverzekering. Wilt u zelf (preventief) onderzoek laten doen? Dan betaalt u de kosten zelf.
De bij radioactiviteit vrijkomende straling kan chemische veranderingen veroorzaken in materie en dus ook in menselijke cellen. Het gaat dan om somatische weefselbeschadiging of van DNA-moleculen waardoor de erfelijke informatie wordt aangetast. Het lichaam zal proberen het beschadigde DNA te repareren.
Röntgenstraling kan het DNA beschadigen. Te veel ioniserende straling kan namelijk de opbouw van atomen veranderen. Wanneer beschadigd DNA niet goed hersteld wordt, kan dit op langere termijn kanker veroorzaken.
Ja, in principe is röntgenstraling schadelijk. Te veel straling kan namelijk de kans op kanker verhogen. De radioloog (de persoon die de röntgenfoto maakt) is echter gespecialiseerd in röntgenstraling meten en iemand aan zo min mogelijk straling blootstellen waardoor er amper risico's zijn.
Bij de meeste onderzoeken wordt gebruik gemaakt van Technetium 99m. De hoeveelheid radioactiviteit van deze stof halveert iedere 6 uur. Daarnaast scheidt het lichaam deze stof via de natuurlijke weg uit. Hierdoor is de radioactieve stof slechts enkele dagen in uw lichaam aanwezig.
Het magnetische veld is verder niet schadelijk voor het lichaam. Dit is ook de belangrijkste reden waarom we bij Prescan kiezen voor een MRI-scan en niet voor een CT-scan. We willen je niet onnodig blootstellen aan röntgenstraling. Bij een CT-scan wordt ook meer röntgenstraling gebruikt dan bij een röntgenfoto.
“Bij CT wordt een dosis röntgenstraling gebruikt die vele malen hoger is dan bij een gewone röntgenfoto. Röntgenstraling is schadelijk en richt zijn schade aan op het moment van toediening. Als standaard zou je kunnen aanhouden dat iemand niet meer dan drie maal per jaar CT-onderzoek mag ondergaan.
Om het lichaam te beschermen tegen ioniserende straling is er speciale stralingswerende kleding ontwikkeld. In dit soort kleding is een bepaalde loodwaarde verwerkt waar straling niet doorheen kan.
De scan werkt met röntgenstraling. Eenmalig gebruik kan geen kwaad, maar bij veelvuldig gebruik kan het schadelijk zijn. Een arts vraagt dit onderzoek daarom alleen aan als het echt nodig is. Gelukkig zijn de nieuwe generatie scanners steeds nauwkeuriger en gebruiken ze steeds minder straling.
Een röntgenfoto krijg je als je kanker hebt vaak van je borst(holte) of van je botten. Zo wordt bijvoorbeeld een tumor in je longen zichtbaar.
Röntgenfoto's worden gemaakt om de situatie in uw mond goed te kunnen beoordelen. Op een röntgenfoto zijn de tanden en het kaakbot vele malen beter zichtbaar dan met het blote oog. Zo kunnen er bijvoorbeeld (beginnende) gaatjes, ontstekingen en eventuele andere afwijkingen van de tanden of kiezen onderzocht worden.
Een CT-scan is een onderzoeksmethode waarbij we met röntgenstraling en een computer dunne dwarsdoorsneden oftewel 'plakjes' van een onderzoeksgebied maken. Een CT-scan werkt met dezelfde röntgenstralen als bij een 'gewone' röntgenfoto. Het verschil met een röntgenfoto is dat het apparaat om u heen draait.
Directe effecten treden op kort nadat iemand is blootgesteld aan een hele hoge dosis radioactiviteit (vanaf 1 gray). Zo iemand kan stralingsziekte oplopen. Dit uit zich in misselijkheid, diarree en een toenemend tekort aan bloedlichaampjes. De kans op bloedingen en infectieziekten is hierdoor groter.
Radioactieve of beter gezegd ioniserende straling delen we in in alfa-, bèta- en gammastraling. Alfastraling is de gevaarlijkste van de drie. Alfastraling bestaat uit de kernen van heliumatomen die met 10.000 tot 20.000 km/s rondrazen.
Behandeling. In principe bestaat er geen behandeling tegen de directe effecten van ioniserende straling. Slechts de secundaire effecten kunnen eventueel bestreden of beperkt worden. Het maakt overigens verschil of de bestraling lokaal of over het gehele lichaam plaatsvond.
Als een materiaal radioactieve atomen bevat, zal iedere seconde een aantal atomen vervallen. Het aantal atomen dat per seconde vervalt wordt de activiteit genoemd, uitgedrukt in de eenheid becquerel (afgekort: Bq). De activiteit van een materiaal wordt gebruikt om aan te geven hoe radioactief het is.
Er zijn drie verschillende soorten 'radioactieve' straling: alfa-, bèta- en gammastraling. Alle drie kunnen ze schadelijk zijn bij lange of regelmatige blootstelling of een hoge dosis. Alfastraling bestaat uit relatief grote en zware deeltjes die vrijkomen uit een vervallend atoom.
Het atoom wordt zo geïoniseerd, en wordt vanaf dan een ion. Deze transformatie en emissie van ioniserende straling wordt 'radioactiviteit' genoemd. Sommige atomen ondergaan hun metamorfose in een paar miljoenste van een seconde, anderen in enkele miljarden jaren. Ioniserende straling is onzichtbaar.
Röntgenfoto's zijn opnamen van het lichaam die gemaakt worden met behulp van röntgenstraling. Tijdens het onderzoek ligt u op een tafel met daar boven een röntgenbuis. Uit deze buis zullen röntgenstralen gestuurd worden door het te onderzoek lichaamsdeel.