Honden en katten zijn carnivoren.
Honden kunnen geen zijwaartse bewegingen maken en kunnen dus niet kauwen. Ze kunnen alleen grote stukken afbijten. Vanuit dit oogpunt is de hond dus nog steeds een carnivoor.
Vissen: voorbeelden van carnivoren zijn snoek, kabeljauw, tonijn, piranha, zwaardvis, haai. Ze worden ook wel roofvissen genoemd. Reptielen: onder reptielen zijn de krokodillen en slangen bekende carnivoren. Een specialist is de eieretende slang, die alleen eieren van vogels eet (ovivoor).
Zoogdieren: omnivoren zijn bijvoorbeeld de bruine beer, wasbeer, bruine rat, veel marterachtigen en varkens. De chimpansees hebben een voedingspatroon dat behalve uit fruit en bladeren ook uit allerlei dieren, inclusief zoogdieren zoals andere apen bestaat.
Herbivoren eten enkel plantaardig materiaal. Hieronder vallen konijnen en enkele knaagdieren zoals de cavia, chinchilla en degoe. Omnivoren eten zowel plantaardig als dierlijk materiaal. Voorbeelden zijn (dwerg)hamsters, ratten, muizen, gerbils en eekhoorns.
De huidige mens voedt zich met vlees (carnivoor), groenten (herbivoor), granen (granivoor) en vruchten (fructivoor) en daarnaast met melk en melkproducten en allerlei chemische toevoegingen en geraffineerde suikers.
Herbivoren, zoals konijnen, cavia's, chinchilla's en degoes, eten enkel plantaardig materiaal. Omnivoren, zoals (dwerg)hamsters, ratten, muizen, gerbils en eekhoorns, eten zowel plantaardig als dierlijk materiaal.
Honden en katten zijn carnivoren
Door de komst van de brokken en blikvoeding is er niets aan het verteringsstelsel veranderd. Deze voeding is er enkel gekomen voor de gemakzucht van de mens, maar zeker niet omdat de vertering van de hond of kat hierop aangepast is.
Biologisch gezien zijn mensen inderdaad omnivoren: wij kunnen zowel plantaardige als dierlijke voeding eten om te overleven. We zijn echter niet gebonden aan een omnivoor eetpatroon: het is niet zo dat we de combinatie van plantaardige en dierlijke producten moeten eten. We kunnen leven van planten alleen.
"Mensen moeten eten om te overleven. Voedsel levert energie en bouwstenen die we nodig hebben en ons lichaam zelf niet kan aanmaken. Vlees is een makkelijke bron om voedingsstoffen binnen te krijgen. Het bevat vitamine B, een aantal mineralen en eiwitten en vetten".
Vleeseters moeten hun voedsel vangen en vaak zelf doden. Ze hebben daarom kleine snijtandjes, grote hoektanden en knipkiezen in hun bek. De hoektanden gebruiken ze om hun prooi vast te pakken en dood te bijten. Met de knipkiezen knippen ze hun prooi in stukjes.
Vlees is het spierweefsel van gewervelde dieren en hier vallen vissen in principe niet onder. Echter kan vis wel gegeten worden en is het ook een dierlijk product. In dit opzicht kan vis dus gezien worden als het vlees van een vis.
In brood zitten voedingsstoffen waar honden vaak niet goed tegen kunnen. Vooral gluten in brood gemaakt van tarwe, kunnen bij honden vervelende reacties veroorzaken, zoals jeuk en doffe vacht. Vaak veroorzaakt brood ook winderigheid of diarree.
Hondenvlees wordt over het algemeen gedroogd gegeten en, aldus prins Henri de Laborde de Monpezat van Denemarken, smaakt als konijn, gedroogde babygeit, of misschien als het vlees van een kalf, maar dan droger.
Het kan zijn dat hij voortdurend een hongergevoel heeft en daardoor zo snel eet. Zodra hij zijn maaltijd op heeft, zou hij meteen al de volgende kunnen opeten. Ook honden die te weinig gestimuleerd worden en weinig actief zijn kunnen te snel beginnen eten. Voor hen wordt eten dan de belevenis van de dag.
Als omnivoren zijn mensen in staat zowel vlees als planten te eten en te verteren, dus de lengte van onze darmen zit daar ergens tussenin (9, 10). Kortom: Biologisch gezien is de mens in staat zowel vlees als planten te eten en te verteren, hoewel ons lichaam bepaalde plantendelen niet kan verteren.
De gedachte was voorheen dat het geslacht Homo altijd omnivoor was, maar dit gebeurde pas 1,65 miljoen jaar geleden. Het was de Homo erectus, de voorouder van de Homo sapiens, die vlees en andere dierlijke eiwitten ging eten.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Carnivoor. In tegenstelling tot honden en sommige andere vleeseters, is de kat een strikte carnivoor. Dit stelt speciale eisen aan zijn dieet. Een echte carnivoor kan niet zonder dierlijk weefsel en heeft een hogere eiwitbehoefte dan andere zoogdieren.
Een carnivoor is een vleeseter. Het is een organisme dat dieren vangt en consumeert. Tegengestelde van `herbivoor`. Niet te verwarren met `omnivoor`.
Katten zijn strikte carnivoren of vleeseters, mensen zijn omnivoor (of alleseters) en honden zijn semi-carnivoor. Dit betekent dat katten nood hebben aan voldoende dierlijke eiwitten in hun voeding.
Sommige zoogdieren, zoals varkens, wilde zwijnen en capibara's, consumeren vaak de wortels die ze opgraven voor volledige voeding. Zelfs mensen nemen sommige wortels op in hun dieet, hetzij als voedsel of als supplementen.
Biologie
Voorbeelden van herkauwers zijn: de geit, het schaap, het rund, de antilope, het hert en de giraffe.
Herbivoren zijn vegetarische vogels die planten eten. Veel eenden, ganzen en zwanen behoren hiertoe. De planten worden door de vogels ontleed, doorgeslikt en vervolgens in de maag fijngemalen. Planten zijn voor vogels moeilijk verteerbaar.