Controle coloscopie niet meer altijd nodig. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat periodieke controle van de dikke darm (coloscopie surveillance) voor patiënten bij wie één of meerdere darmpoliepen verwijderd zijn niet altijd meer noodzakelijk is, of niet meer in dezelfde frequentie noodzakelijk is.
Een ontlastingstest kan mogelijk een goed alternatief zijn voor een controle colonoscopie na het verwijderen van poliepen. Dit blijkt uit de resultaten van een studie van het Nederlands Kanker Instituut, het onderzoeksinstituut van het Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam UMC en Maastricht UMC.
Een darmonderzoek of maagonderzoek is nodig wanneer u klachten heeft waarvan het niet duidelijk is waar ze vandaan komen. Een kijkonderzoek in uw maag of darmen is dan nodig om te onderzoeken waar uw klachten vandaan komen. Pas als duidelijk is waar de klachten vandaan komen, kan de MDL-arts een behandelplan maken.
Je hebt klachten, zoals een veranderd stoelgangpatroon, buikpijn, gewichtsverlies of een bloederige stoelgang. Je arts wil weten hoe dat komt en verwijst je naar een specialist. Een coloscopie helpt om de oorzaak van je klachten te achterhalen.
Wanneer darmpoliepen of dikkedarmkanker in uw familie voorkomt, is het verstandig om dit met uw huisarts te bespreken. Ook zijn er aanwijzingen dat eten van dierlijke vetten en vlees, overmatig alcohol gebruik, roken, weinig lichaamsbeweging en overgewicht het risico op darmpoliepen verhoogt.
Door het roesje ervaren de meeste mensen het onderzoek als niet vervelend. Er wordt een koud glijmiddel op de slang en uw anus aangebracht waardoor de slang makkelijker in de dikke darm schuift. De meeste mensen ervaren het inbrengen van de slang als onaangenaam maar niet pijnlijk.
Indien U een colonoscopie weigert, die door Uw arts noodzakelijk wordt geacht, dan is het mogelijk dat een op dat moment behandelbare ziekte niet wordt ontdekt, met mogelijke negatieve gevolgen.
Voorbeelden van indicaties voor een colonoscopie zijn: recidiverende obstipatieklachten na al eerder hiervoor behandeld te zijn. overmatig rectaal bloedverlies. recidiverende darmklachten na al eerder hiervoor behandeld te zijn zoals buikpijn, afwijkende ontlasting, darmkrampen e.d.
Het onderzoek biedt geen 100% zekerheid. Er is altijd een kans dat darmkanker niet wordt ontdekt. Het onderzoek is een momentopname. Het is mogelijk dat u tussen twee onderzoeken in darmklachten krijgt die te maken hebben met darmkanker.
Slechts 100 op 1000 poliepen worden groter dan 1 cm. Ze kunnen uitgroeien tot kanker. Dat gebeurt bij zowat een kwart ervan. 25 op 1000 poliepen (2,5%) worden dus kwaadaardig.
Poliepen in de darm komen vrij vaak voor. Veel mensen hebben poliepen zonder het te weten omdat ze vaak geen klachten geven. Naar schatting heeft ongeveer 5-20% van alle mensen boven de vijftig jaar last van poliepen. Verreweg de meeste poliepen zijn goedaardig en zullen ook altijd goedaardig blijven.
Bloed en/of slijm in je ontlasting
Bloed of slijm in je ontlasting kan door darmkanker komen. Het bloed hoeft er niet altijd rood uit te zien, ook donkere (bijna zwarte) ontlasting kan betekenen dat er bloed in je ontlasting zit. Als er bloed bij je ontlasting zit, ga dan naar de huisarts.
Als iemand van 75 jaar of ouder darmkanker krijgt, is de kans groot dat hij of zij aan iets anders overlijdt. Daarom is het minder zinvol om mensen boven de 75 te onderzoeken. Bovendien vormen het onderzoek én de behandeling voor mensen van deze leeftijd een zwaardere belasting dan voor jongere mensen.
Met de CT-scan onderzoeken we de dikke darm om poliepen of andere afwijkingen op te sporen. Daarbij kijken we van buitenaf ín de darm zonder dat daar een slang (endoscoop) voor nodig is. Daarom ervaren patiënten een CT-colografie vaak als minder belastend dan een coloscopie.
De coloscopie geeft geen volledige zekerheid. Er is een kans dat darmkanker of poliepen niet worden gevonden. Bijvoorbeeld als de darm niet goed schoon is. Het is daarom belangrijk om bij klachten aan de darmen altijd uw huisarts te bellen.
Meestal ligt u op uw linker zij, soms op de rechter. De verpleegkundige drukt soms op uw buik om de tube te helpen verschuiven. Na het onderzoek blijft u nog 1 à 2 uur in het ziekenhuis tot de verdoving is uitgewerkt.
Geen roesje
Het is ook mogelijk om het onderzoek zonder roesje te ondergaan. Bespreek uw voorkeur van tevoren goed met de arts die de coloscopie aanvraagt. Het is niet mogelijk om op de dag van het onderzoek nog een roesje aan te vragen.
Na een coloscopie kunt u last hebben van buikpijn, darmkrampen, een opgeblazen gevoel, winderigheid, veranderd ontlastingspatroon en slijm- en vochtverlies via uw anus. Dit is normaal en verdwijnt na enkele dagen. Het is verstandig de aandrang om lucht uit uw darmen te laten ontsnappen, niet te tegen te houden.
als je dikkedarmkanker hebt of had; als je dikke darm volledig werd weggenomen; als je jonger bent dan 50 jaar (in het jaar waarin je 49 jaar wordt, word je nog niet uitgenodigd); als je ouder bent dan 74 jaar (in het jaar waarin je 75 jaar wordt, word je niet meer uitgenodigd).
De belangrijkste klacht bij een buikvliesontsteking is hevige buikpijn. De pijn wordt erger bij diep zuchten. Ook bij voorzichtig voelen en kloppen wordt de pijn erger. Andere klachten die voorkomen bij een buikvliesontsteking zijn misselijkheid, braken en koorts.
Bevolkingsonderzoek darmkanker
Ongeveer tien werkdagen na het opsturen van de ontlastingstest is de uitslag bekend. U krijgt de uitslag van het onderzoek via een brief van Bevolkingsonderzoek Nederland. Er zijn drie uitslagen mogelijk.
Meestal geven poliepen geen symptomen. Indien ze wel klachten geven, kan het gaan om constipatie en/of diarree, bloedverlies langs de anus en bloed in de stoelgang. Soms kan dit laatste vastgesteld worden via een stoelgangsstaal (iFOBT).
Een coloscopie is geen prettig onderzoek. Om goed te kunnen kijken, schuift de dokter een endoscoop heel voorzichtig in je anus (dat is je poepgaatje). Dat is vervelend en soms doet het zelfs een beetje pijn. Daarom doen we een coloscopie onder narcose.
Winderigheid is een symptoom dat kan wijzen op darmkanker: FABEL. Winderigheid wijst niet op darmkanker.