Hoewel we de precieze oorzaak dus niet weten, is wel duidelijk dat dyslexie een neurologische basis heeft. Dit houdt in dat afwijkingen in de hersenen leiden tot verstoringen in het opnemen van talige informatie. Het gaat dan vooral om de verwerking van klanken en letters, dat zich uit in moeite met lezen en spellen.
Dyslexie is een leerstoornis. Bij kinderen met dyslexie ligt de lees- en spellingsvaardigheid aanzienlijk onder het te verwachten niveau dat hoort bij de leeftijd, het intelligentie- en opleidingsniveau van het kind. Kinderen met dyslexie kunnen hierdoor grote problemen ervaren op school.
Over de oorzaken van dyslexie is wetenschappelijk geen eenduidigheid, maar duidelijk is, dat meerdere factoren een rol spelen. Dyslexie is een onzichtbare handicap, die in het onderwijs helaas nog steeds voor veel problemen zorgt. Dyslexie gaat niet over, maar speelt een rol in de hele levensloop.
Er gaat iets mis in de aanleg van de hersenen waardoor de linker hersenhelft langzamer ontwikkelt dan de rechter helft. Een deel van de informatieverwerking in de hersenen verloopt niet snel genoeg. Verlaagde activiteit in de hersengebieden voor woordherkenning en woordanalyse.
Het DCD2-gen ligt op het zesde chromosoom, in een gebiedje waarvan al langer bekend was dat het bij dyslexie betrokken is.
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, het komt voor bij zowel mensen met hoge, gemiddelde of lage intelligentie. Vaak wordt dyslexie geconstateerd als er verder geen andere oorzaken worden gevonden voor lees– en schrijfproblemen.
Het CVZ baseerde zijn conclusie op de constateringen dat: dyslexie een medisch probleem is, gegeven de specifieke neurobiologische en neuroanatomische afwijkingen, een genetische basis heeft en een persistente problematiek kent.
Er zijn genoeg voorbeelden van dyslectische genieën: Einstein, Edison, da Vinci, ga zo maar door. Ze waren geniaal, niet ondanks hun dyslexie, maar juist dankzij hun dyslexie. Hun genialiteit én dyslexie ontstaan door dezelfde mentale functie. Deze functie is een gave, een talent.
Behandeling. Dyslexie is een persisterend probleem. Dit betekent dat de leerstoornis nooit weg zal gaan en niet te genezen valt. Behandelingen en therapieën kunnen het probleem niet voor 100% oplossen, maar ze kunnen wel helpen in het leren omgaan met dyslexie.
Albert Einstein en Leonardo da Vinci hadden dyslexie. Dat is niet zomaar toeval, volgens de auteurs van Dyslexie als kans. Mensen met dyslexie hebben namelijk een andere hersenstructuur. Die zit ze vaak in de weg, maar biedt ook grote voordelen.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Er is sprake van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) als de leerachterstand in lezen en/of spellen erg groot is, ondanks extra instructie op school. Ook moet er in onderzoek zijn aangetoond dat er sprake is van ernstige dyslexie. Een orthopedagoog of psycholoog kan vaststellen of iemand ernstige dyslexie heeft.
Het klopt dat mensen met dyslexie op sommige taken bij een IQ-test als groep minder goed presteren.
"Leer- en/of gedragsproblemen worden veroorzaakt door lichamelijke of psychische aandoeningen en worden ook wel een ontwikkelingsstoornis genoemd. Voorbeelden zijn: ADHD, Autisme Spectrum stoornis, Dyslexie.
Dyslexie is de algemene term voor ernstige lees- en/of spellingproblemen, die internationaal ook wordt gebruikt. Ernstige dyslexie (ED) is een Nederlandse term, die vooral met regelgeving voor vergoede zorg in Nederland te maken heeft (tot 1 januari 2022 werd gesproken van EED, Ernstige Enkelvoudige Dyslexie).
Dyslexie en hoogbegaafdheid
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten. Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen. Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)
Ten eerste kun je problemen hebben met het herkennen van het visuele woordbeeld. Daarnaast kun je ook moeite hebben met het begrijpen van taal en klanken. Veel kinderen overwinnen hun dyslectische problemen, maar kunnen als volwassenen subtiele problemen met lezen en schrijven hebben.
ontwikkelen van faalangst; moeite met aansluiting bij leeftijdgenoten of volwassenen door verminderde sociale acceptatie; schroom om aan een vervolgopleiding of baan te beginnen; vermijden van bepaalde taken op sociaal gebied zoals vrijwilligerswerk en bestuurswerk.
Dyslectische mensen zijn over het algemeen sterk in driedimensionaal denken. Ze kunnen een voorwerp dat ze maar van één kant zien, als het ware in hun hoofd van alle kanten bekijken. Ze weten dan toch hoe dat voorwerp er van andere kanten uit zal zien.
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.
Wanneer de kosten voor een dyslexieonderzoek niet vergoed worden door uw gemeente, bedragen de kosten voor een dyslexietest €. 715,-. Een particulier dyslexieonderzoek is verder identiek aan een vergoed onderzoek.
Iemand met dyslexie heet een dyslecticus of dyslectica, meervoud respectievelijk dyslectici en dyslecticae, maar wordt geslachtsneutraal meestal 'dyslect' (meervoud 'dyslecten') genoemd.
-> Het woord dyslexie komt van het Griekse δυςλέξις. Aan het accent is te zien waar de klemtoon op valt. Het is dus dysLExie!
Mensen met dyslexie hebben moeite met het lezen of schrijven van woorden, of met beide. Wie dyslexie heeft, is niet minder intelligent dan iemand zonder dyslexie. Alleen bij het koppelen van letters en klanken werken de hersenen anders dan bij mensen zonder dyslexie. Verder werken de hersenen hetzelfde.