Toch is dyscalculie wel zeker te behandelen: met de juiste aanpak én een intensieve begeleiding kan een kind met dyscalculie vaak een enorme vooruitgang boeken. Hoe pak je dyscalculie dan aan? Om te weten hoe je dyscalculie aan kunt pakken, moet je eerst weten waar het probleem precies zit.
Kinderen met dyscalculie hebben moeite met automatiseren en moeten dus 'bewust' leren hoe ze moeten rekenen. Door veel oefenen en door in kleine stapjes aan te leren hoe ze een som moeten aanpakken, kunnen ze voor zichzelf het rekenen wat gemakkelijker maken.
Als dyscalculie niet vroegtijdig wordt herkend kan een verkeerd beeld ontstaan van het kind en de rekenproblemen. Dit leidt vaak tot emotionele problemen, zoals een gebrek aan zelfvertrouwen, een negatief zelfbeeld, opstandig gedrag of angst.
Als je dyscalculie hebt, dan merk je dat meestal aan kenmerken als: moeite met getallen lezen, tellen, benoemen, gebruiken en onthouden. moeite met klokkijken of uitrekenen hoelang iets duurt. moeite met getallen op de goede plek plaatsen, waardoor je cijfers vaak verwisselt.
Dyscalculie is een leerstoornis.Dat betekent dat het niet overgaat.
Kinderen met een leerstoornis hebben vaak informatieverwerkingsproblemen en problemen met aandacht en geheugen. Net deze factoren zullen ervoor zorgen dat kinderen met een leerstoornis ook lager scoren op een IQ-test. Zo kan een laag IQ dus het gevolg zijn van een leerstoornis.
Veel leerlingen met dyscalculie stromen onterecht uit naar een lager onderwijsniveau. Met de juiste begeleiding kan een leerling met dyscalculie gewoon wiskunde op een havo- of vwo-niveau volgen.
Dyscalculie kan je letterlijk vertalen naar 'niet (kunnen) rekenen'. Het is een aangeboren leerstoornis die ervoor zorgt dat je weinig inzicht in getallen hebt. De oorzaak van dyscalculie is nog niet bekend. Waarschijnlijk werken bepaalde hersendelen die betrokken zijn bij rekenen minder goed.
Na uitvoerig wetenschappelijk onderzoek is in de afgelopen twee decennia bewijs gevonden dat dyscalculie wordt veroorzaakt door een disfunctie in de hersenen. Kinderen met dyscalculie hebben een mindere planningsvaardigheid, een trage benoemsnelheid, een beperkt korte termijn- en/of werkgeheugen.
Dyscalculie is een stoornis in het leren en snel toepassen van reken- en wiskundekennis. De letterlijke betekenis van het woord is 'niet kunnen berekenen'. Het is een probleem bij het aanleren van rekenen en wiskunde, dat niet veroorzaakt wordt door een te lage intelligentie.
Dyscalculie komt vaak voor in combinatie met dyslexie en/of met ADHD . Uit onderzoek weten we dat het soms ook samengaat met taalontwikkelingsstoornissen en met DCD. Rekenproblemen komen meer dan gemiddeld voor bij kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) en kinderen met NLD.
Dyscalculie kan vanaf eind groep 5, begin groep 6 worden onderzocht en worden vastgesteld door orthopedagogen en psychologen met een specifieke deskundigheid. Er moet dan wel vanaf jonge leeftijd al sprake zijn van rekenproblemen en een achterstand ten opzichte van klasgenoten.
Er zijn aanwijzingen dat dyscalculie erfelijk is en dat de stoornis een neurologische achtergrond heeft. Deskundigen schatten dat 3 á 4% van de kinderen de stoornis in meer of mindere mate heeft. Jongens hebben drie keer zoveel dyscalculie als meisjes.
Een dyscalculieonderzoek wordt niet vergoed door de basisverzekering. Ook is er geen aanvullende verzekering die het onderzoeken van dyscalculie vergoedt. Als je kind een dyscalculieverklaring heeft, kan je kind zorg krijgen via de gemeente.
Dyscalculie komt bij ongeveer 2 à 3 procent van de bevolking voor.
Dyscalculie wordt niet veroorzaakt door beperkte cognitieve vaardigheden of gebrekkig onderwijs. Deskundigen schatten in dat ongeveer 2-3% van kinderen last heeft van deze hardnekkige rekenstoornis.
Leerlingen met dyscalculie hebben moeite met rekenen en wiskunde. Daardoor hebben leerlingen met dyscalculie bijvoorbeeld moeite met klokkijken of kunnen ze niet vlot omgaan met geld. Als scholen dyscalculie niet herkennen, kan een verkeerd beeld ontstaan van de mogelijkheden van de leerling.
De dyscalculie test kosten bedragen 799,- euro.
Als student met dyscalculie heb je mogelijk het volgende nodig: Hulpmiddelen bij het volgen van onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan een laptop, spraak- en voorleessoftware. Er zijn ook voorzieningen voor aangepast toetsen, zoals extra tijd of vergrotingen van een toets of tentamen.
Ook dyscalculie en dyslexie komen relatief vaak samen voor. Naar schatting vertoont 40% van de jeugdigen met leesproblemen ook rekenproblemen.
De volgende kenmerken kun je vaak terugvinden bij kinderen en volwassenen met dyscalculie: Problemen met tellen (cijferreeksen) Problemen bij het begrijpen van de basis van de rekenkunde, zoals: breuken, waarde van de getallen, verbanden tussen getallen. Problemen met inzicht: hoofdrekenen en schatten.
Wat is een leerstoornis? Wanneer je kind over een langere periode leerproblemen heeft en ondanks extra inspanning en begeleiding hierin onvoldoende vooruitgang laat zien, kan er sprake zijn van een leerstoornis. Voorbeelden van leerstoornissen zijn dyslexie en dyscalculie.