De hartkamers worden heel snel en chaotisch geprikkeld, waardoor ze niet meer samentrekken. Dit heet kamerfibrilleren. Reanimeren met AED is dan nodig om het hart te resetten en weer normaal te laten kloppen. Dit resetten noemen we defibrilleren.
Defibrillatie is het zodanig toedienen van een elektrische schok dat het hart van een patiënt die bewusteloos is ten gevolge van bepaalde ritmestoornissen (ventrikelfibrilleren of ventrikeltachycardie), stil komt te staan, zodat de normale regelmechanismen van het hart de controle weer over kunnen nemen.
Bij defibrillatie wordt een stroomstoot toegediend aan het hart om de hartspiercellen te 'resetten' en te dwingen weer een normaal sinusritme te volgen. Om deze elektrische schok toe te dien wordt gebruik gemaakt van een defibrillator.
Als u een circulatiestilstand krijgt, bijvoorbeeld een hartstilstand, kunnen zorgverleners of mensen in uw omgeving proberen uw hart en ademhaling weer op gang te krijgen. Dat noemen we reanimatie. Dit gebeurt door hartmassage, mond-op-mondbeademing en/of het geven van een stroomstoot op de borstkas met een AED.
Wat moet je NIET doen voor je met het reanimeren start? 1-1-2 bellen. Het slachtoffer verplaatsen naar de begane grond. Huisdieren opsluiten, de voordeur open zetten en het licht aan doen.
Hierbij valt te denken aan een reanimatie, een zeer ernstig ongeval of vanwege tilassistentie. Om de noodzakelijke handelingen zo snel en kundig mogelijk uit te kunnen voeren worden er soms twee ambulances gestuurd. Twee verpleegkundigen en twee chauffeurs voeren dan gezamenlijk de nodige handelingen uit.
Gasping is een reflex van het lichaam als reactie op een laag zuurstofgehalte in de hersenen. Gasping kan er op allerlei manieren uit zien. Dat hangt ook een beetje af van hoe lang de circulatiestilstand al duurt. Het wordt vaak beschreven als een schokkende, onregelmatige en/of luid snurkende ademhalingsbeweging.
De eerste 6 minuten zijn cruciaal. De overlevingskans bij een circulatiestilstand is het grootst wanneer iemand binnen 6 minuten ter plaatse is, start met reanimeren en eventueel een AED aansluit.
Wanneer niet reanimeren? U heeft uw behandelend arts mondeling of schriftelijk laten weten niet gereanimeerd te willen worden. Soms neemt een arts de beslissing om niet te reanimeren. Dit doet hij alleen als duidelijk is dat een patiënt te kwetsbaar is om goed door een reanimatie heen te komen.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Eerste 6 minuten cruciaal
Het fibrilleren van het hart is een voorwaarde om het hartritme met behulp van een schok met een AED-apparaat weer te kunnen herstellen. Krijgt iemand een hartstilstand dan betekent dit dat het lichaam (en dus ook het hart) op dat moment geen zuurstof meer krijgt.
Boezemfibrilleren is een hartritmestoornis en wordt ook wel atriumfibrilleren genoemd. Bij boezemfibrilleren heeft uw hart een onregelmatige hartslag die veel te hoog is. Bij een normaal hartritme ontstaat een elektrische prikkel in de sinusknoop. Deze prikkel verspreidt zich daarna over de boezems.
Raak het slachtoffer niet aan tijdens de analyse, het opladen en het toedienen van de elektrische schok. Het slachtoffer aanraken tijdens de analyse kan bewegingen veroorzaken die storen bij de interpretatie van het hartritme en de toediening van een elektrische schok kunnen vertragen.
Het maakt voor uw levensverwachting niet uit of uw hartritme vooral door het normale sinusritme of door boezemfibrilleren wordt bepaald. De bovengenoemde behandelingen hebben als doel uw kwaliteit van leven te verbeteren, door uw hartklachten te verminderen.
Een AED kan een schok geven om het hart te resetten en weer normaal te laten kloppen. Een AED geeft geen schok als het hart echt stil staat. Een AED geeft ook geen schok als je bewusteloos bent, maar je hart goed werkt.
Blaas gedurende 1 seconde gelijkmatig lucht in de longen van het slachtoffer. Kijk tijdens het inblazen of de borstkas iets omhoog komt. Haal je hoofd omhoog, hou de handen op de zelfde plek en kijk of de borstkas weer zakt.
Wat doe je bij een bewusteloos slachtoffer dat niet ademt? Bel of laat 112 bellen en zet de telefoon op de luidspreker. Laat een AED halen als deze beschikbaar is. Volg de instructies van de centralist en de AED.
– Beadem 1 seconde zo dat de borstkas omhoog komt. – Laat het slachtoffer uitademen. – Beadem in totaal 2 keer. Ga door met reanimeren 30:2 (30 borstcompressies gevolgd door 2 beademingen.)
Reanimeren is van levensbelang om de tijd te overbruggen tot de AED de schok geeft. Het zorgt ervoor dat er zuurstof naar de hersenen blijft gaan. Al na 4 tot 6 minuten zonder zuurstof raken hersencellen onherstelbaar beschadigd. Toch kan niet in alle gevallen de AED iemand redden.
1 jaar na de hartstilstand heeft ongeveer de helft nog last van vermoeidheidsklachten en ongeveer 30% heeft emotionele problemen. veel mensen kunnen na verloop van tijd hun werk weer hervatten. 1 jaar later is ruim 70% weer aan het werk, waarvan een deel wel minder uren werkt.
Het besluit om niet te reanimeren is in al deze gevallen een medische beslissing, die de arts zelf mag nemen. Ook als u en/of uw familie andere wensen heeft. Meestal overlegt de arts hierover vooraf met collega's. Het niet-reanimerenbesluit van de arts wordt vastgelegd in uw Elektronisch Patiënten Dossier.
Bij waarneming van gaspen zal direct een reanimatie gestart moeten worden. Schakel ook direct 112 in. Let op: een reanimatie bij een drenkeling is anders dan regulier. Start de reanimatie eerst met 5 beademingen om zuurstof toe te voeren.
Gaspen kan 30 seconden tot 1 minuut aanhouden, maar er zijn gevallen bekend waarbij het nog langer aanhield. Ook als een slachtoffer nog gaspt moet toch met reanimatie begonnen worden. Bij twijfel over wel of geen gasping begin je met reanimeren en onmiddellijk 112 (te laten) bellen.
Bij een agonale ademhaling gelden dezelfde richtlijnen als bij geen ademhaling. Er wordt geen bloed meer in het lichaam rondgepompt waardoor de organen geen zuurstof ontvangen. Het is dan belangrijk dat er direct wordt gestart met reanimeren om zo de functie van het hart over te nemen.