Zoals de regels in de Algemene wet bestuursrecht slechts voor het bestuursrecht zijn bedoeld, zijn de in het Burgerlijk Wetboek vervatte regels met name opgesteld voor het privaatrecht.
Het Burgerlijk Wetboek (BW) van Nederland bevat voornamelijk regels die betrekking hebben op het privaatrecht.
Het civiel recht wordt ook burgerlijk recht of privaatrecht genoemd.
Het Burgerlijk Wetboek (afgekort: BW) is een Nederlands wetboek en maakt deel uit van het Nederlandse burgerlijk recht.
Het Wetboek van Bur- gerlijke Rechtsvordering (Rv) bevat formeel privaatrecht.
Het privaatrecht is het geheel van regels over de verhouding tussen burgers onderling, tussen bedrijven onderling en tussen burgers en bedrijven. Het staat daarmee tegenover het publiekrecht, dat de verhouding regelt van burgers tot de overheid.
Zo zijn de meeste bepalingen uit Burgerlijk Wetboek 7 betreffende arbeidsovereenkomsten van dwingend recht. Dat betekent dat de werkgever niet door middel van de arbeidsovereenkomst afspraken mag maken met de werknemer die voor de werknemer ongunstiger zouden zijn dan de wet voorschrijft.
Onder het privaatrecht vallen onder meer familie- en jeugdrecht, erfrecht, arbeidsrecht, sociaal-zekerheidsrecht, huurrecht, vermogensrecht, handelsrecht en het aansprakelijkheidsrecht.
Publiekrecht is het recht dat de verhouding regelt tussen burgers en de overheid (de 'verticale verhouding'). Daaronder vallen het bestuursrecht, staatsrecht, strafrecht en belastingrecht.
Voorbeelden van Privaatrechtelijke Zaken
Familierecht: Behandelt zaken zoals huwelijk, echtscheiding, ouderlijk gezag en alimentatie. Goederenrecht: Heeft betrekking op eigendom en andere zakelijke rechten over roerende en onroerende goederen.
Het materieel recht regelt alle inhoudelijke rechten en plichten van (rechts)personen. Het formele recht (ook wel: procesrecht) daarentegen regelt de wijze waarop materieel recht te gelde kan worden gemaakt.
Arbeidsrecht. Het Arbeidsrecht is een belangrijk onderdeel van het privaatrecht. Dit rechtsgebied regelt de betrekkingen tussen een werkgever en de werknemer. Beide partijen gaan verplichtingen over en weer aan en hebben rechten die voortvloeien uit de wet en/of overeenkomst.
Het strafrecht en het bestuursrecht vallen onder het publieksrecht. Het civiel recht valt onder het privaatrecht.
Het civiel recht wordt ook burgerlijk recht of privaatrecht genoemd. Onder het civiel recht vallen onder meer familie- en jeugdrecht, erfrecht, arbeidsrecht, sociaal-zekerheidsrecht, huurrecht, vermogensrecht, handelsrecht en aansprakelijkheidsrecht.
Het wetboek waarin het burgerlijk recht is geregeld, waaronder algemene grondbeginsels van het burgerlijke recht alsmede meer specifieke rechtsgebieden zoals het erfrecht, contractenrecht, arbeidsrecht en huurrecht.
Onder het publiekrecht vallen alle zaken die tussen burgers of bedrijven en de overheid zijn. Het privaatrecht is daarentegen recht dat over zaken gaat tussen de burgers of bedrijven en andere burgers of bedrijven. Een voorbeeld van publiekrecht is een zaak met een verdachte van een overval.
Het privaatrecht regelt het recht tussen burgers en bedrijven onderling. Het publiekrecht regelt het recht (en de verhouding) tussen burgers en bedrijven aan de ene kant en de overheid aan de andere kant. Overheden (zoals gemeenten, provincies, de Rijksoverheid, waterschappen) zijn zogenaamde 'openbare lichamen'.
Er zijn binnen de rechtspraak verschillende rechtsgebieden, zoals strafrecht, civiel recht, bestuursrecht, en familie- en jeugdrecht.
Privaatrecht heet ook wel burgerlijk recht. De hoofdbron van het Nederlands burgerlijke recht is verankerd in het Burgerlijk Wetboek. Naast het privaatrecht staat het publiekrecht, dat de (rechts)verhouding regelt tussen overheid en particulieren.
Onder het publiekrecht vallen alle zaken tussen burgers of bedrijven en de overheid. In een rechtszaak die onder het publiekrecht valt, is de overheid altijd een partij. Een voorbeeld van een zaak in het publiekrecht is een zaak met een verdachte van een ernstige verkeersovertreding.
Het strafrecht legt in wetgeving vast waaraan rechtsonderhorigen, de burger, zich dient te houden. Het bepaalt ook hoe de overheid mag optreden tegen personen die deze regels overtreden. Het burgerlijk recht legt vast hoe burgers en bedrijven onderling geschillen beslechten.
De bepalingen van Boek 2 B.W. vormen blijkens art.2:25 B.W. dwingend recht. Met uitzondering van expliciet in de wet gemaakte uitzonderingen kan van het bepaalde in Boek 2 B.W. niet worden afgeweken.
Een regel van dwingend recht is een rechtsregel waarvan de partijen niet kunnen afwijken bij overeenkomst. Een regel van aanvullend recht (Synoniem: regelend recht of suppletief recht of recht van suppletieve aard) is een rechtsregel waarvan partijen bij overeenkomst kunnen afwijken.
Het Wetboek van Strafrecht vormt samen met het Wetboek Strafvordering de basis van het Nederlandse Strafrecht. Ook kunnen extreme overtredingen zoals ongewenste intimiteiten of grove nalatigheid van de werkgever via het Wetboek Strafrecht behandeld worden.