De correcte spelling is zoals beloofd, met een -d. Zoals beloofd is een verkorte vorm van een formulering waarin beloofd een voltooid deelwoord is, en dus met een -d wordt geschreven.
Als we de regel van 't kofschip op beloven toepassen, volgt daaruit dat dit zwakke werkwoord met -de wordt vervoegd. De stam is immers [beloov]. Het voltooid deelwoord van beloven is beloofd, maar de persoonsvorm van de tweede en derde persoon enkelvoud is belooft.
Vervoeging: ik beloof, jij belooft, hij belooft, wij beloven. ik beloofde, wij beloofden. ik heb beloofd.
Antwoord. Beide varianten van de uitdrukking zijn correct. Dat belooft! is standaardtaal in België, Dat belooft wat! is standaardtaal in Nederland.
Dus het voltooid deelwoord van beloven is gewoon met een d. Dus niet 'ik heb belooft', maar 'ik heb beloofd'. En 'beloofd is beloofd'. DUS: het goede antwoord is A!
Een toezegging doen is in feite een afspraak maken met iemand.Je belooft iets waar te maken of te doen en doordat je iets toezegt, gaat de ander ervan uit dat jij dat ook zult doen. Wanneer je iets toezegt, committeer je je aan iets. Je bent er aanspreekbaar op!
Allereerst, de eed die we in Nederland afleggen (met twee vingers omhoog) vinden we in artikel 1(a) Wet Vorm van de Eed (1911). Volgens sommige schrijvers betekenen de twee vingers de twee naturen van Christus.Volgens hen roep je Jezus als Getuige bij de eed.
d. degene die de belofte aflegt, spreekt de woorden: “Dat verklaar en beloof ik”; e. degene die de eed aflegt, onder verwijzing naar een andere godsdienst, spreekt de woorden “Zo waarlijk helpe mij Allah de Erbarmer, de Barmhartige” of Hindoeïstische/Boeddhistische tekst.
iemand vertellen dat je zeker iets zult doen : [ + to infinitive ] Hij heeft trouw beloofd mij elke week te bellen. [ + that ] De regering heeft beloofd dat ze de belastingen zullen verlagen.
Hoe werkt het kofschip? Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t.
Die bestaat uit een vorm van het hulpwerkwoord “zijn” of “hebben” en een voltooid deelwoord. De werkwoorden waarvan de werkwoordstam op een letter uit 't kofschip eindigt, krijgen een “t” erachter. Werkwoorden waarvan de stam niet op een letter uit 't kofschip eindigt, krijgen een “d”.
Als het gaat om de hij-/zij- of het-vorm schrijf je -dt. (Let op: er komt nooit -dt achter een werkwoord, alleen een -t. De -d staat er al, omdat de stam van het werkwoord eindigt op een -d. Er komt dus alleen een -t achter de -d die er al staat.)
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -t of -d moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d.Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
Het gebaar wordt gezien als een universeel teken van eerlijkheid en openheid. Het opheffen van de rechterhand staat voor een toewijding aan waarheid en integriteit . Deze traditie is een wereldwijd erkend gebaar geworden voor eden in verschillende settings, waaronder openbare ambten en gerechtelijke procedures.
In Frankrijk staat het teken gelijk aan nul, terwijl je in Brazilië iemand er een klootzak mee noemt. In Duitsland moet je oppassen om je andere drie vingers omhoog te steken als je het oké-teken maakt: het kan verwijzen naar de anatomie van een vrouw en als vulgair worden beschouwd.
“Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet, eerbied voor de rechterlijke autoriteiten, en dat ik geen zaak zal aanraden of verdedigen, die ik in gemoede niet gelove rechtvaardig te zijn.”
De correcte spelling is zoals beloofd, met een -d.
Zoals beloofd is een verkorte vorm van een formulering waarin beloofd een voltooid deelwoord is, en dus met een -d wordt geschreven. De weggelaten woorden kunnen er vanuit de context gemakkelijk bij gedacht worden.
Afleggen eed of belofte
Bij een eed zweert men op de Bijbel en God en bij de belofte niet. Het letterlijke verschil zit hem vooral in de laatste zin van de ambtseed of ambtsbelofte. Bij de eed is dit namelijk: “Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!” en bij de belofte: “Dat verklaar en beloof ik!”.
Zoals beloofd is een verkorte versie van 'zoals beloofd is' (of 'zoals ik beloofd heb', 'zoals hij beloofd heeft', 'zoals wij/ze beloofd hebben', enz.). Beloofd is hier een voltooid deelwoord. Omdat de verleden tijd beloofde is (met -de), is ook het voltooid deelwoord met een d.
Het meervoud van belofte is 'beloften' maar ook 'beloftes'.
Een belofte is een mondelinge of schriftelijke toezegging; een gelofte een plechtige belofte, onder aanroeping van God of een heilige.