Bijna de helft van de Nederlandse vrouwen is financieel afhankelijk van een partner of van de overheid. Bij mannen is dit 23 procent, blijkt uit de Emancipatiemonitor 2022 van het CBS. Iemand is financieel onafhankelijk als diegene het minimumloon verdient (in 2021: netto 1.540 euro per maand).
Hoe verschilt de economische zelfstandigheid tussen mannen en vrouwen? In 2022 was van de bevolking van 15 jaar tot AOW-leeftijd, uitgezonderd scholieren en studenten, 82,7 procent van de mannen en 68,8 procent van de vrouwen economisch zelfstandig. Al een aantal jaren stijgt dit aandeel voor vrouwen.
In 2021 werkte van de bevolking van 15 tot 65 jaar 86,8 procent van de mannen en 77,1 procent van de vrouwen. Het verschil in de zogeheten netto-arbeidsparticipatie bedroeg toen dus 9,7 procentpunt.
In 2021 was van de bevolking van 15 tot 65 jaar 3,1 procent van de mannen en 3,6 procent van de vrouwen werkloos. In 2013 was het werkloosheidspercentage in deze leeftijdscategorie 7,2 procent onder mannen en 7,6 procent onder vrouwen. Er waren toen naar verhouding iets meer vrouwen dan mannen werkloos.
De situatie in Nederland
In 2021 werkte volgens het CBS 66,5 procent van de vrouwen in een betaalde baan. Van de mannen werkte 74,3 procent betaald. Vrouwen werken veel vaker parttime dan mannen. Gemiddeld was de werkweek van vrouwen in 2020 26,2 uur en die van mannen 35,4 uur.
“Slechts 45% van de Nederlandse vrouwen werkt fulltime”, zegt Bastiaan Starink, partner bij PwC en tevens werkzaam als hoogleraar arbeidsmarkt aan de Universiteit van Tilburg.
Ongeveer 71% van alle mensen tussen 15 en 75 jaar werkt dus of is werkloos. De overige 29% behoort tot de niet-beroepsbevolking. Dit zijn alle mensen tussen 15 en 75 jaar die niet werken of werkloos zijn en niet beschikbaar zijn voor werk.
De nettoarbeidsparticipatie kwam in het derde kwartaal van 2023 uit op 73,2 procent. In hetzelfde kwartaal een jaar eerder was het aandeel werkenden 0,9 procentpunt lager, namelijk 72,3 procent. In alle leeftijdsgroepen werken vrouwen minder dan mannen.
Van alle moeders (15 tot 65 jaar) is ruim 70 procent aan het werk. Begin deze eeuw was dat nog 55 procent.
Mannen vaakst in technische beroep, vrouwen in zorg- en welzijnsberoep. Zo'n 8 op de 10 werkenden in technische beroepen, ICT-beroepen en transport- en logistiekberoepen is een man. Ook hebben meer mannen dan vrouwen een management- of agrarisch beroep.
“Slechts 45% van de Nederlandse vrouwen werkt fulltime”, zegt Bastiaan Starink, partner bij PwC en tevens werkzaam als hoogleraar arbeidsmarkt aan de Universiteit van Tilburg.
De situatie in Nederland
In 2021 werkte volgens het CBS 66,5 procent van de vrouwen in een betaalde baan. Van de mannen werkte 74,3 procent betaald. Vrouwen werken veel vaker parttime dan mannen. Gemiddeld was de werkweek van vrouwen in 2020 26,2 uur en die van mannen 35,4 uur.
Economische zelfstandigheid is een begrip dat beleidsmatig verbonden is met het bestaansminimum; iemand wordt als economisch zelfstandig beschouwd als het individuele netto-inkomen uit arbeid en eigen onderneming op of boven de drempelwaarde ligt van de beleidsnorm voor het individuele inkomensminimum.
Bijna acht van de tien werkenden in de gezondheids- en welzijnszorg zijn vrouw, kijk bijvoorbeeld naar het eerder genoemde Buurtzorg. Daarnaast werken vrouwen relatief vaak in het onderwijs, in de sector cultuur en overige dienstverlening. Mannen werken veel vaker dan vrouwen in de industrie en de bouwnijverheid.
Dan zijn typische vrouwenberoepen huishoudster, schoonmaakster, verzorgster, serveerster, verkoopster, caissière, verpleegster, onderwijzeres, lerares, secretaresse, receptioniste, administratief of logistiek medewerker. Hun lonen zijn relatief laag en er zijn weinig mogelijkheden om door te groeien.
Waar vrouwen in 2013 gemiddeld 27 uur per week werkten, was dat vorig jaar 29,2 uur. Dat is ruim 10 uur minder dan de gemiddelde werkweek van een man vorig jaar. Bij mannen is het gemiddelde gewerkte aantal uren al jaren gelijk, bij vrouwen neemt het gestaag toe.
Werkende vrouwen verdienden in 2020 gemiddeld 33.800 euro per jaar; mannelijke werkenden 52.300 euro. Sinds 1977 is het inkomen van werkende vrouwen met ruim 60 procent gestegen, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Financiën gaat over hoe je om gaat met het geld. Daar horen bijvoorbeeld lenen, sparen en budgetteren bij. Economie gaat over het zodanig inrichten van je samenleving dat er inkomsten worden gegenereerd. De kernvraag is wat een land moet doen en laten om rijk te worden.
Zelfstandigheid betekent onafhankelijk zijn, oftewel autonoom zijn. Iemand die zelfstandig is, voert werkzaamheden of taken uit zonder begeleiding, hulp of toezicht van anderen. Een zelfstandige collega pakt zelf werkzaamheden op, durft beslissingen te nemen en kan goed alleen werken.
Met economische afhankelijkheid wordt een situatie bedoeld waarin een onderneming een zekere marktmacht heeft waardoor ze zich dominant kan opstellen tegenover haar partners en prestaties en voorwaarden kan opleggen die ze zonder die marktmacht niet zou kunnen opleggen (evenwel zonder een machtspositie te hebben).
Bij de geboorte van het eerste kind gaat 45 procent van de moeders minder werken of stopt. De helft van de bevolking (16 jaar of ouder) vindt dat moeders met kinderen jonger dan 4 jaar twee of drie dagen zouden moeten werken. Bijna 20 procent ziet het liefst dat moeders dan helemaal niet werken.
Zo is van de 55- tot 60-jarigen 81% aan het werk, terwijl dat bij de 60- tot 65-jarigen 64,6% is. De stijging van de arbeidsparticipatie in de afgelopen tien jaar is wel groter bij de hogere leeftijdsklassen.
Bij ruim 2 procent van de gezinnen met thuiswonende kinderen werkt de vrouw voltijd en de man deeltijd; bij eenzelfde percentage werkt de vrouw en de man niet. De gevolgen van de geboorte van een kind voor de arbeidsduur verschilt ook tussen mannen en vrouwen.
Een ondernemer (ook: zakenman, zakenvrouw of entrepreneur) is eenieder die economische activiteiten ontplooit met winstoogmerk, gebruikmakend van eigen (of geleend) vermogen.
Zelfstandigheid als kernkwaliteit. Volgens het model van de kernkwaliteiten en kernkwadranten kan zelfstandigheid net als elke kwaliteit doorslaan naar een valkuil. Je werkt dan te zelfstandig en anderen zien dat als een slechte eigenschap. Jouw uitdaging is om dat te voorkomen.