In 2021 is de eigen bijdrage Wmo maximaal €19,- per maand. Heeft u een hulpmiddel of aanpassing zelf aangeschaft? Dan kunt u onder de regeling Bijzondere ziektekosten in aanmerking komen voor belastingaftrek.
Eigen bijdrage Wmo (abonnementstarief)
U betaalt voor de meeste Wmo hulp en ondersteuning € 19,00 per maand. Dit wordt het abonnementstarief genoemd. Het abonnementstarief geldt voor alle maatwerkvoorzieningen en voor de algemene voorzieningen waarbij sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie.
Vanaf 2020 is de eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen voor iedereen maximaal € 19,00 per 4 weken, ongeacht inkomen of draagkracht. Dat heet Wmo-abonnementstarief. Dit betekent niet dat u altijd € 19,00 betaalt. Als u gedurende een periode bijvoorbeeld minder ondersteuning krijgt, betaalt u ook minder.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is bedoeld voor mensen die hulp nodig hebben bij het zelfstandig thuis wonen, het ontmoeten van anderen en voor de ondersteuning van mantelzorgers. Voorbeelden van ondersteuning uit de Wmo zijn: maaltijdservice, huishoudelijke hulp en een scootmobiel.
Algemeen gebruikelijke voorzieningen (eenhendelmengkranen, een fiets met hulpmotor) Voorzieningen waar u ook zonder handicap over zou kunnen beschikken, vallen niet onder de Wmo. Dit geldt ook voor voorzieningen de aangepast niet veel duurder zijn.
omvang van 40 uur per week.
U komt in aanmerking voor een Wmo-voorziening als u voldoet aan de volgende voorwaarden: U bent niet meer zelfredzaam en u kunt niet meer meedoen in de samenleving omdat u een aandoening of een beperking hebt. Of omdat u langdurige zorg nodig hebt. U hebt geen of onvoldoende mogelijkheden het zelf op te lossen.
De gemeente mag geen inkomensgrens stellen voor hulp uit de Wmo (offcieel Wmo 2015). Wel kunnen gemeenten een eigen bijdrage vragen voor voorzieningen en hulpmiddelen uit de Wmo.
Het aanvragen van een hulpmiddel bij de gemeente (wmo) kan zomaar een paar weken tot en paar maanden in beslag nemen. Dat kan erg lang zijn als je een aandoening hebt waarbij je situatie snel verslechtert. Of als je door een ongeval plotseling hulp nodig hebt.
De Wmo is grotendeels gericht op mensen vanaf 18 jaar die zelfstandig wonen. Zorg voor kinderen wordt vanuit andere wetten vergoed. Toch kunt u als ouder van een zorgkind met de Wmo te maken krijgen.
Wmo aanvragen bij uw gemeente
Het Wmo-loket of het sociale wijkteam van uw gemeente geeft u informatie over de Wmo. En helpt u bij de aanvraag van voorzieningen uit de Wmo. U kunt bij uw gemeente ook vragen naar de gratis cliëntondersteuning.
Berekening eigen bijdrage
De Belastingdienst geeft het inkomen en vermogen aan ons door. In 2021 telt vermogen (zoals spaargeld) tot € 30.360 per persoon niet mee voor de eigen bijdrage. Dit noemen we het 'heffingsvrij vermogen'. Het vermogen boven € 30.360 telt wel mee voor de eigen bijdrage.
Gemeenten vragen voor de ondersteuning die zij bieden een eigen bijdrage. Het tarief van 19 euro per maand is voor iedereen gelijk. Dus er wordt niet naar inkomen en vermogen gekeken. En het geldt voor bijna alle soorten hulp: maatwerkvoorzieningen, algemene voorzieningen en persoonsgebonden budgetten.
Gemeenten in Nederland krijgen een budget van de Rijksoverheid om de de Wmo uit te voeren. Dit landelijke bedrag wordt over alle gemeenten verdeeld. Worden er meer aanvragen voor hulp gedaan? Dan betekent het niet dat er meer geld vanuit de Rijksoverheid naar uw gemeente gaat.
Wanneer u niet meer in staat bent om uw huishouden zelf te doen (bijvoorbeeld door een ongeval, ziekte of omdat u slecht ter been bent), kunt u huishoudelijke hulp inschakelen. Om in aanmerking te komen voor de WMO dient u contact op te nemen met uw gemeente.
Maakt u bijvoorbeeld gebruik van één Wmo-voorziening die € 570,- kost, dan betaalt u 30 maanden het abonnementstarief (30 x € 19,- = € 570,-). Wanneer u of uw partner zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) gaat ontvangen.
De Wet langdurige zorg (Wlz) betaalt de zorg voor mensen die in een instelling wonen. Deze behandelingen zijn duur, daarom betaalt u mee in de vorm van een eigen bijdrage. Voor zowel zorg met verblijf als zorg zonder verblijf betaalt u een eigen bijdrage.
In sommige gemeenten hoeven bewoners met een laag inkomen geen eigen bijdrage te betalen. Dat is onderdeel van het 'minimabeleid'. Bij minimabeleid kijken wij of uw inkomen lager is dan de grens die de gemeente heeft vastgesteld. Als uw inkomen lager is, dan hoeft u geen eigen bijdrage te betalen.
Ondersteuning thuis vanuit de Wmo
begeleiding en dagbesteding; ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk te ontlasten; een plaats in een beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische stoornis; opvang in geval van huiselijk geweld en mensen die dakloos zijn.
In 2 of 3 uur per week kunnen doorgaans alle basistaken zoals stofzuigen, afstoffen, dweilen, het schoonmaken van de keuken en badkamer uitgevoerd worden.
Huishoudelijke ondersteuning heeft alleen betrekking op het schoonmaakwerk in het huis. Hierbij horen geen activiteiten buitenshuis, zoals het onderhouden van de tuin, opruimen van schuur, wassen van de auto of schoonmaken van de stoep.
Hoe kan huishoudelijke hulp vergoed worden? Hulp bij het huishouden kan op twee manieren vergoed worden: Door de gemeente vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Door het zorgkantoor vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz)
U betaalt uw hulp minimaal wettelijk minimumloon en 8% vakantiegeld. U betaalt uw hulp door bij vakantie (dit is 4 keer het aantal werkuren per week). U betaalt uw hulp door bij ziekte, voor maximaal 6 weken.
Thuiszorg vanuit de Wmo en zorgverzekering
Begeleiding in het dagelijks leven valt dan onder de Wmo. Huishoudelijke hulp valt dan onder de Wmo. Wijkverpleging is verpleging en verzorging thuis bij een kwetsbare gezondheid (vanwege een medische aandoening). Dit valt onder de zorgverzekering.