Als je naaste zich verzet tegen de zorg die zorgverleners geven, noem je dat onvrijwillige zorg. Onvrijwillige zorg mag alleen worden gegeven om 'ernstig nadeel' te voorkomen. Bijvoorbeeld bij verwaarlozing of omdat je naaste een gevaar is voor zichzelf of de omgeving.
Wat is onvrijwillige zorg? Onvrijwillige zorg is: zorg waarmee de cliënt of zijn vertegenwoordiger niet instemt en zorg waarmee de vertegenwoordiger heeft ingestemd maar waartegen de cliënt zich verzet.
In de Wet zorg en dwang staat dat er ernstig nadeel is als er (een grote kans is op) bijvoorbeeld verwonding of levensgevaar. Er is ook sprake van ernstig nadeel als uw familielid zichzelf verwaarloost of financieel in de problemen raakt. Of als hij agressie bij anderen oproept.
Het toepassen van onvrijwillige zorg wordt door de wetgever niet beschouwd als een voorbehouden handeling. Dit betekent dat onvrijwillige zorg in beginsel door iedereen mag worden toegepast zonder aanvullende voorwaarden.
De wetgever heeft bepaald dat de wilsbekwaamheid van een cliënt ter zake moet worden beoordeeld door een deskundige zorgverlener. Deze deskundige zorgverlener moet de beoordeling verrichten conform de gangbare richtlijnen(artikel 3 lid 2 Wzd).
Maximaal kan 3 maanden onvrijwillige zorg worden toegepast.
Dit zijn alle maatregelen die de patiënt en zijn omgeving beschermen. Er zijn veel verschillende manieren om een patiënt in zijn vrijheid te beperken. Bijvoorbeeld door het plaatsen van een bedhek, een bewegingsmelder of een kussen met sensor die een alarm geeft als de patiënt opstaat.
Voorbeelden van ethische dilemma's
Een aantal voorbeelden: Wat is een goede balans tussen het geven van autonomie (vrijheid, eigen regie) aan cliënten en het beschermen van deze kwetsbare mensen door vrijheidsbeperking op te leggen om risico's te voorkomen?
Iedereen kent wel dilemma's uit zijn eigen zorgpraktijk. Een aantal voorbeelden: Wat is een goede balans tussen autonomie (vrijheid, eigen regie geven) en bescherming van kwetsbare mensen (veiligheid, voorkomen van risico's, vrijheidsbeperking)?
Daarvoor hebben het CIZ en de rechter een medische verklaring nodig. Hierover nemen we contact met u op. Een onafhankelijke arts ziet uw familielid en kijkt of (onvrijwillige) opname geschikt kan zijn. Deze arts stelt dan de medische verklaring op.
Eén daarvan is het aantal vrijheidsbeperkende maatregelen. Daaronder vallen het geven van gedwongen medicatie, het gebruiken van een stoel waaruit je niet zelfstandig kunt opstaan of een band waarmee je in bed wordt vastgelegd. Maar ook: een laag-laag-bed, een valmat en een sensor.
Stap 1: In stap 1 wordt eerst wordt door de zorgverantwoordelijke en de deskundige uit een andere discipline, overwogen of het toepassen van de onvrijwillige zorg in verhouding staat tot het verwachte ernstig nadeel dat zou ontstaan, bij het niet toepassen van de onvrijwillige zorg.
Kan onvrijwillige zorg worden toegepast tijdens een vrijwillige opname? Onvrijwillige zorg kan worden toegepast als een cliënt een indicatie heeft met als grondslag VG of PG, of als een arts heeft vastgesteld dat hij zorg nodig heeft zoals bedoeld in de Wzd.
De zorgverantwoordelijke is een ter zake kundige arts of iemand die valt 'binnen een categorie die door de minister is aangewezen als deskundig'. De zorgaanbieder wijst vervolgens aan wie dat binnen de zorgorganisatie kan zijn.
In principe beoordeelt de behandelend arts de wilsbekwaamheid van zijn of haar patiënt. Een wilsbekwaamheidsbeoordeling is altijd een medische en geen juridische beslissing.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gebruikt een brede definitie: vrijheidsbeperking omvat alle maatregelen (fysiek en verbaal) die de vrijheid van cliënten beperken. Het gaat dus om: fysieke maatregelen (afzondering, onrustbanden, verpleegdekens, tafelbladen) medicatie die het gedrag beïnvloedt.
Maar uit onderzoek blijkt dat: Het vastbinden van cliënten juist valrisico verhoogt! Door het vastbinden worden spieren minder gebruikt en vermindert de balans, waardoor het valrisico groter wordt. Het verminderen van heupgordels niet leidt tot meer valpartijen met ernstig letsel.
Kalmerende medicijnen lossen onbegrepen gedrag niet op. Tijdelijk gebruik van dit soort medicijnen is soms nodig, maar altijd als noodmaatregel en mét een plan voor afbouw. Zo staat het ook in de Wet zorg en dwang die per 1 januari 2020 van kracht is.
Voor wie geldt de Wet zorg en dwang? De Wet zorg en dwang (Wzd) is er voor mensen die zorg nodig hebben en een verstandelijke beperking of psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) hebben. De Wzd kan onder voorwaarden ook gelden voor mensen met een zogenaamde 'gelijkgestelde aandoening'.