Op het vmbo doe je in totaal in 6 vakken (GL en TL) of in 5 vakken (Basis en Kader) eindexamen (CE of CSPE). Het vmbo duurt in principe vier jaar. Als je je vmbo hebt afgerond, kun je rechtstreeks door naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) of kun je doorstromen naar het havo.
Het vakkenpakket van leerlingen op het vmbo en de mavo bestaat de eerste twee jaar uit Nederlands, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, economie, wiskunde, biologie, natuur- en scheikunde, verzorging, informatiekunde, techniek, lichamelijke opvoeding en culturele vorming (ckv).
Mavo is een andere benaming voor het vmbo-(g)tl. Ook wel voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (gemengd) theoretische leerweg. De opleiding duurt in totaal 4 jaar. Na de mavo gaan de leerlingen naar het mbo of naar de havo.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Wiskunde is op het vmbo geen verplicht examenvak.
Je bent niet geslaagd wanneer je een 4,4 hebt voor Nederlands, een 8,2 voor Engels en een 9,0 voor Wiskunde. Je mag namelijk nooit lager dan een 4,5 (afgerond een 5) halen voor de kernvakken.
Kaderberoepsgerichte leerweg (kb)
Je schoolresultaten van de basisschool zijn vaak boven gemiddeld. Met deze leerweg kun je doorleren in het mbo op niveau 3 of 4.
Deze schoolsoort is de opvolger van het mulo, of ulo. Mavo-3 voor ulo (uitgebreid lager onderwijs) en mavo-4 voor mulo (meervoudig uitgebreid lager onderwijs). Sinds 1999 is het mavo opgegaan in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), waarbij het onderwijs wordt aangeboden als de theoretische leerweg.
Er zijn geen landelijke regels over het overstappen naar een ander schooltype. Elke school beslist zelf wanneer een leerling van schooltype kan/mag wisselen. De regels die de school hanteert liggen vast in beleid. De school moet dit beleid volgen.
Vwo bereidt je voor op het wetenschappelijk onderwijs
Het vooroordeel dat gymnasium beter of hoger is dan atheneum klopt niet. Er bestaat geen niveauverschil tussen gymnasium en atheneum.
Wat is vmbo-kader? Vmbo-kader is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen in de praktijk. Deze leerweg bereidt de leerling voor op de vak- en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). Het verschil met de mavo is dat iets minder diep wordt ingegaan op de algemene vakken.
Niveaus in het voortgezet onderwijs: vwo
Het vwo duurt zes jaar en bereidt leerlingen voor op een wetenschappelijke opleiding aan de universiteit. Deze onderwijssoort is dan ook het meest theoretisch. Het vwo bestaat uit twee richtingen: het atheneum en het gymnasium.
VMBO-KGT staat voor Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs met een Korte Gerichte Tijd. Dit betekent dat het onderwijs is gericht op korte opleidingstermijnen om bepaalde beroepskundige vaardigheden te leren. VMBO-K en VMBO-T zijn andere niveaus van vmbo, maar met verschillende richtingen.
Doorstroom vmbo/havo en havo/vwo wettelijk geregeld
Dit is geregeld in een nieuwe wet en een besluit doorstroomrecht. Vmbo'ers die zijn geslaagd voor hun eindexamen vmbo-gl of -tl met een extra vak, moeten worden toegelaten tot de havo. Havisten kunnen zonder voorwaarden doorstromen naar het vwo.
Middenkaderopleiding. Je kind kan een mbo 4 opleiding volgen als die een mbo 2 opleiding heeft afgerond, of als er minimaal een vmbo-kader diploma is behaald. Ook leerlingen met een overgangsbewijs van drie naar vier havo of vwo voldoen aan de voorwaarden voor een mbo 4 opleiding.
Er is één uitzondering op deze regel: als je als Havo CM-Leerling aan de exameneisen kan voldoen zonder wiskunde, kan je wiskunde buiten beschouwing laten. Je hebt dan een extra keuzevak nodig. Op het VMBO is wiskunde geen kernvak.
Als je gezakt bent voor het eindexamen vmbo, kun je herkansen.Als je ook na je herkansing niet geslaagd bent, kun je het examenjaar overdoen. Meestal doe je dat op je eigen school of op een andere middelbare school. Soms kun je naar het volwassenenonderwijs of vakken afsluiten via het staatsexamen.
Het schoolbestuur bepaalt of uw kind wordt toegelaten op de middelbare school. Het schoolbestuur kijkt bijvoorbeeld naar het schooladvies van de basisschool. In het schooladvies staat welk type voortgezet onderwijs het beste bij uw kind past. Bijvoorbeeld vmbo, havo of vwo.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
De havo is ontstaan met de Wet Voortgezet Onderwijs (WVO), ook wel genoemd de Mammoetwet, die in 1968 is ingevoerd. Op dat moment verdwenen de mulo, de mms en de hbs, die wel als voorlopers van mavo, havo en vwo gezien kunnen worden.
Het belangrijkste verschil tussen vmbo-basis en -kader is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met vmbo-basis kun je naar niveau 2 van het mbo en met vmbo-kader kun je naar niveau 3 of 4. Met de theoretische leerweg kun je naar niveau 4 van het mbo.
Vakkenpakket op het vmbo
Alle leerlingen volgen de eerste twee jaar: Nederlands, Engels, rekenen en wiskunde, een tweede vreemde taal (bijvoorbeeld Frans of Duits). Alle leerlingen volgen ook vakken in de leergebieden: mens en natuur, mens en maatschappij, kunst en cultuur, bewegen en sport.
Vmbo-tl, de theoretische leerweg (mavo): Deze leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kan een leerling naar een mbo niveau 3 of mbo niveau 4 opleiding. Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo.
Deze route heeft hetzelfde niveau als vmbo-KB. Wat is er dan anders? Als je voor deze vmbo-kaderberoepsgerichte gemengd/theoretische leerweg kiest, ben je iets meer met de theorie bezig.