71 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `tijd` (=een mens wil ook eens een verzetje.)
46 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten ` oud`
(=aan het vak dat men uitoefent, besteedt men in zijn directe omgeving weinig aandacht.) de oude Adam afleggen.
Ongeveer de helft ervan wordt nog weleens gebruikt, maar zo'n 500 à 600 traditionele spreekwoorden zijn nog echt courant, althans in de schrijftaal.
Mensen met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis, ook wel een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis genoemd (OCPS), ervaren een sterke drang om alles onder controle te hebben. Ze zijn voortdurend bezig om hun taken ordelijk en foutloos te uit te voeren, vaak zonder enige emotie.
bedachtzaam, bijdehand, clever, diplomatiek, gaar, geslepen, gewiekst, gis, goochem, handig, kien, knaphandig, leep, lijp, link, listig, loos, piechem, pienter, plat, rap, scherpzinnig, schrander, sluw, straf, uitgekookt, uitgerekend, uitgeslapen, verstandig. slim (bn) : intelligent, pienter, schrander, snugger, vlug.
Geldt stinkt niet, pecunia non olet, bestaat al ongeveer tweeduizend jaar. De teerling is geworpen - alea iacta est - is mogelijk nog ouder.
degene die aan het eind het beste uit de strijd komt is de daadwerkelijke winnaar.
Breek me de bek niet open - Betekenis: Laat me hier niet over beginnen, want dan houd ik niet meer op.
In het taalgebruik nemen uitdrukkingen en spreekwoorden een belangrijke plaats in. Een zo'n uitdrukking is: 'waar rook is, is vuur'. Een uitdrukking direct gekoppeld aan roddelen. En als feitelijkheid in zich heeft dat, als er iets naars over iemand wordt verteld is, er vast wel een kern van waarheid bij hoort.
6. Wie a zegt moet ook b zeggen. Als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken.
Als je boter op je hoofd hebt, is bedoeld dat je wel veel aanmerkingen op anderen hebt, maar zelf ook bepaald niet onschuldig bent. Jouzelf valt dus ook het een en ander te verwijten.
Veel van onze spreekwoorden hebben een bijbelse oorsprong of stammen uit de klassieke oudheid. Maar de invloed van de Gouden Eeuw, de eeuw waarin onder andere schilderkunst, letterkunde en cartografie tot grote bloei kwamen, is zeker van invloed geweest op het ontstaan van spreekwoorden.
Wanneer wij enorm transpireren, zeggen wij vaak dat we zweten als een otter.
Wie een kort lontje heeft, wordt snel boos: hij reageert (te) snel op iets wat hem prikkelt. Iemand met een kort lontje heet ook wel opvliegend. Deze uitdrukking is een vorm van beeldspraak.
he who laughs last, laughs best.
Het woord lacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Leedvermaak is een positieve emotie.Ze activeert het beloningscentrum in de hersenen (de nucleus accumbens en het ventrale tegmentum). Het beloningscentrum is ook actief als we seks hebben, drugs gebruiken of een cadeau of compliment krijgen. Bij leedvermaak levert de ellende van de ander je doorgaans iets op.
Heb je ('t) ooit zoo zout gegeten? d.w.z, eig. heb je ooit zoo iets sterks geproefd?; bij overdr.: heb je ooit zoo iets vreemds, zonderlings beleefd of gehoord?
Iedereen kent het wel: het spreekwoord "maart roert zijn staart".
Het betekent: 'dit is zwaar teleurstellend', 'dit is helemaal niets'. De herkomst van deze uitdrukking is helaas onduidelijk. De toevoeging met de pet op is een versterking, die mogelijk oorspronkelijk iets uitdrukte als 'overduidelijk', 'totaal, in alle opzichten'.
Uit de studies is gebleken dat ongeveer 70% van het IQ erfelijk is en dat de overige 30% door omgevingsfactoren wordt bepaald. Wat bepaalt nog meer intelligentie? Gezondheid, slaap, beweging, kwaliteit van het onderwijs en andere omgevingsfactoren kunnen de intelligentie beïnvloeden.
Iemand is intelligent genoeg wanneer hij op alle toetsen, opdrachten en examens op voldoende wijze slaagt. Iemand is heel intelligent als hij heel hoge scores behaalt. Dit is de visie op intelligentie die heel vaak gehanteerd wordt. De score op het rapport of de IQ-score bepaalt of iemand intelligent is.
Ontwikkeling van intelligentie
De ontwikkeling van de intelligentie van je kind hangt af van het samenspel tussen de aangeboren aanleg en de omgeving waarin het opgroeit. Een stimulerende omgeving helpt bijvoorbeeld de intelligentie te ontwikkelen die je kind via de genen heeft meegekregen.