Wat moet je echt weten: hoeveel panelen kun je plaatsen? Een standaard systeem van zonnepanelen met een stekker bestaat uit 2 panelen met een maximaal vermogen van 600 Wp. Dat komt doordat je niet meer dan dit vermogen op een stopcontact mag aansluiten als er ook andere apparaten op die stroomgroep zijn aangesloten.
Van de stroom die u opwekt met zonnepanelen mag u jaarlijks 5000 kilowattuur aan teruggeleverde elektriciteit verrekenen (salderen) met uw afname. Sommige leveranciers salderen ook boven de wettelijke grens van 5000 kWh per jaar. Dit is dus interessant als u meer verbruikt en meer opwekt dan 5000 kWh.
Zonnepanelen op het dak leveren hun stroom niet rechtstreeks aan het elektriciteitsnet, maar aan een omvormer in de meterkast. De omvormer maakt de stroom geschikt voor het elektriciteitsnet. Zonnepanelen met stekker hebben hun eigen omvormer. Daarom kun je ze direct aansluiten zonder de meterkast aan te passen.
Wil je meer dan die 500 W genereren, dan moet je een aparte groep (laten) aanleggen. Deze aparte groep moet dan niet toelaten dat er verbruikers op aangesloten worden; er mogen alleen maar vermogen genererende zonnepanelen op aangesloten worden.
Hoeveel zonnepanelen kan ik op een bestaande groep installeren? Op een bestaande groep mag u een omvormergroep tot maximaal 500 Watt AC vermogen installeren. Dit wordt normaal bereikt door bv 3 panelen van 190 Wattpiek op een 500W omvormer aan te sluiten zoals een Steca 500 of een Soladin 600.
Zonnepanelen welke volledig onafhankelijk werken, ook wel 'off grid' genaamd, blijven probleemloos verder werken bij stroomuitval, alsook alle elektrische toestellen. Dit type zonnepanelen installatie komt voor bij afgelegen buurten waar geen elektriciteitsnet bestaat.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
Houd altijd als vuistregel aan dat er maximaal 3500 Watt aan stroom door een groep mag lopen. Als je 3500 Watt als standaard aanhoudt zit je altijd goed. Wanneer je de officiële berekening erop los laat zijn verschillende uitkomsten mogelijk. De uitkomst is afhankelijk of 220 Volt of 230 Volt wordt aangehouden.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
Een standaard systeem van zonnepanelen met een stekker bestaat uit 2 panelen met een maximaal vermogen van 600 Wp. Dat komt doordat je niet meer dan dit vermogen op een stopcontact mag aansluiten als er ook andere apparaten op die stroomgroep zijn aangesloten. Dit is wettelijk zo geregeld.
Tot ca. 18 panelen wordt gebruik gemaakt van een 16 Ampere zekering. Dat is dezelfde zekering die in huishoudelijke installaties worden gebruikt. Het vermogen dat dan maximaal terug geleverd kan worden is dan 3600 W.
Dat is onmogelijk. Je zonnepanelen wekken namelijk gelijkstroom op die omgezet moet worden naar wisselstroom. Deze wisselstroom kun je thuis gebruiken.
Stel, je hebt 1 fase:
Stel je hebt een hoofdzekering van 40A, dan is de maximale groepenkastzekering 40/1,6A = 25A. Op die groep kan je dan een zonne-installatie plaatsen (lees, omvormer) van 25A * 230V = 5750 Watt. Let dus op het vermogen van de omvormer. Die bepaalt wat je maximaal kan aansluiten.
Deze grens ligt sinds 1 januari 2014 op het totaal aantal kWh dat u heeft verbruikt. U kunt uw stroomverbruik en stroomopwekking dus een op een tegen elkaar wegstrepen, en u kunt dus nooit meer salderen dan de hoeveelheid energie die u geleverd hebt gekregen.
Rekenvoorbeeld gemiddelde dagopbrengst zonnepanelen
Het vermogen van 10 zonnepanelen is 3650 Wp. De factor 0,85 is een goed gemiddelde voor daken in Nederland. De gemiddelde dagopbrengst van je zonnepanelen is dan: (3650 x 0,85) / 365 = 8,5 kWh.
De winter (maanden januari en februari) tellen voor zonnepanelen eigenlijk nauwelijks mee. Die zijn beide goed voor 3% van de totale jaaropbrengst. Een maand als juni is meestal goed voor 12% van de jaaropbrengst.
Hoeveel zonnepanelen heb ik nodig voor een elektrische auto? Een gemiddelde elektrische auto heeft 8 zonnepanelen nodig om het verbruik van het opladen te dekken. Wanneer je een hybride auto hebt, dus zowel elektrisch als brandstof, heb je 5 zonnepanelen nodig.
Wat bij de huidige netspanning van 230 Volt dan 2300 VoltAmpère(VA) aan vermogen mogelijk maakt. Tot ruwweg 2000 Watt/VA is er dus met de wandcontactdozen en stekers geen direct probleem te verwachten.
Wilt u weten hoeveel Watt u op een groep kunt aansluiten, dan vermenigvuldigt u de stroomsterkte met de spanning op het stopcontact. Dit betekent dat u in het beschreven voorbeeld 3.520 Watt op een groep aan mag sluiten: 16 x 220. U kunt ook zeggen, dat er op een groep 3,52 kW mag worden aangesloten.
Een vaatwasser moet daarom op een aparte groep in de groepenkast worden aangesloten. Volgens de algemene bepalingen van het Nederlands Normalisatie Instituut moeten alle apparaten welke meer dan 2.000 watt gebruiken op een aparte groep worden aangesloten.
Omvormers zijn verkrijgbaar in 1-fase en 3-fase varianten. 1-fase varianten zijn in vergelijking met 3-fase omvormers voordeliger in de aanschaf maar kennen de beperking dat ze maximaal 5750 Watt gelijktijdig mogen voeden op de hoofdzekering (anders zou deze doorsmelten).
Als u een 3-fasen groepenkast in uw meterkast heeft, staat er 3x220/230V of 380/400V op uw elektriciteitsmeter. Er komen in totaal ook vier draden - de drie fasedraden en de nuldraad - uit de onderkant van uw groepenkast. De standaard huisaansluiting is de 3x25A-aansluiting.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.