Het huidige systeem van 1500 Volt (1,5KV) op de bovenleiding kent relatief veel energieverlies in het systeem en levert een beperkt tractievermogen.
De bovenleidingen worden gevoed vanuit het middenspanningsnetwerk van de netbeheerders. Eigen transformatoren in onderstations van ProRail zetten de middenspanning om in voor treinen bruikbare spanning. Voor de meeste treinen is dat in Nederland 1500 volt gelijkspanning.
De bovenleiding is een elektriciteitsleiding die elektrische energie overbrengt naar bijvoorbeeld treinen, trolleybussen en trams. De rijdraad is het onderdeel van de bovenleiding dat in contact komt met de stroomafnemer van het voertuig. De stroom loopt via deze weg van de bovenleiding naar het voertuig.
Aanvankelijk werden de meeste tractievoertuigen aangedreven met gelijkstroommotoren, aangezien deze eenvoudig in snelheid kunnen worden geregeld. De seriebekrachtigde gelijkstroommotor heeft trouwens voor tractie ideale karakteristieken en is dus te beschouwen als de archetypische tractiemotor.
Hoogte. Voertuigen tot 4,00 meter kunnen gewoon de overweg passeren. Maar is een voertuig hoger dan 4.00 meter? Dan moet je omrijden, want de bovenleiding kan worden geraakt.
In de trein zit een sterke elektromotor. Een trein met pantografen die tegen de bovenleiding aan zitten, en die geen uitlaatgassen produceert, rijdt op stroom. Er zijn ook dieseltreinen. Die rijden op, eh, diesel.
De elektrische energie wordt opgenomen door middel van een pantograaf, of bij een derde rail met een sleepcontact. De elektrische energie wordt in de locomotief gebruikt om de elektromotoren te laten werken. De retourstroom verlaat via de wielen de trein, en vloeit via de rails terug naar het onderstation.
Het huidige systeem van 1500 Volt (1,5KV) op de bovenleiding kent relatief veel energieverlies in het systeem en levert een beperkt tractievermogen.
In normaalbedrijf hebben de vijfdelige NS treinstellen iets meer dan 2,5 MW aan vermogen tot hun beschikking voor het optrekken en ongeveer 3,4 MW voor de achtdelige treinen. Dat levert een maximale versnelling van 0,71 m/s² op voor de vijfdelige treinstellen en 0,79 m/s² voor de achtdelige treinen.
Een veilig en ononderbroken transport van elektriciteit
TenneT transporteert hoogspanning (een spanning van 110.000 Volt (110 kV) en hoger). We verbinden het hoogspanningsnet met distributienetwerken via hoogspannings- of schakelstations.
De meeste stoomlocomotieven. Veel tenderlocomotieven kunnen in beide richtingen gebruikt worden, maar veel grotere locomotieven mogen niet met volle snelheid achteruit rijden en moeten dus gekeerd worden, meestal op een draaischijf.
Deze wielen zijn van ijzer en aan de binnenkant van het wiel steekt nog een stuk wiel uit. Dit noemen ze een "flens" en die zorgt ervoor dat de trein op de rails blijft. Een trein heeft geen stuur en is dus onbestuurbaar.
Met aandrijving of tractie wordt de manier bedoeld waarmee de trein wordt voortbewogen: • stoom – deze treinen rijden niet meer in Nederland, alleen nog als museumstuk; • diesel – deze treinen hebben een dieselmotor die met behulp van een generator stroom opwekt; • elektrisch – deze treinen krijgen hun stroom van de ...
IJsland. IJsland is niet geheel spoorloos, het heeft hier en daar nog wat trajecten liggen. Deze stammen uit de tijd dat er in IJsland daadwerkelijk treinverkeer was. In 1913 werd een smalspoorbaan van ruim 12 kilometer in gebruik genomen, dit had te maken met de uitbreiding van de havens in IJsland.
Dit is een gemiddelde van 0 storingen per dag. De gemiddelde storingsduur voor deze oorzaak is 8 uur, 30 minuten.
De Betuweroute (vaak de Betuwelijn genoemd, wat verwarring kan opleveren met de spoorlijn Elst - Dordrecht) is een 160 kilometer lange Nederlandse goederenspoorlijn van de Maasvlakte bij Rotterdam naar de grens met Duitsland, enkele kilometers voorbij Zevenaar.
In 2015 heeft JR-Maglev in Japan een snelheid gehaald van maar liefst 603 kilometer per uur. Het record is gevestigd op een 18,4 km lange testbaan. De Maglev, zoals de magneettrein ook wel is genoemd, is ook in reizigersdienst het snelst ter wereld.
Het netwerk in Nederland kan niet overal hoge snelheden aan. Wever: "Een trein weegt honderden tonnen. 200 tot 300 kilometer per uur, betekent veel meer belasting van het spoor dan bij 140 km/u. Een spoor moet dan een stevigere ondergrond hebben."
Een BENELUX treinstel heeft een lengte van 51,14 meter, een gewicht van 115 ton en een continu vermogen van ongeveer 490kW. De treinstellen van Plan V hebben jarenlang de ruggegraat gevormd van de stoptreindiensten van de NS, ze zijn vanaf 1964 gebouwd.
De nieuwe sprinters van de Nederlandse Spoorwegen (NS) hebben niet alleen wifi in de trein, maar ook stopcontacten en usb-poorten in zowel de eerste als tweede klas.
De derde rail voorziet het metrostel van stroom. Eigenlijk net zoiets als de bovenleiding van de tram, maar dan laag bij de grond, naast de rails waar de trein over rijdt. De trein neemt stroom af van de derde rail met een zogenoemde stroomafnemer, die onder aan het metrostel is bevestigd.
Het spoor waar de trein over rijdt bestaat uit grind, spoorstaven en bielzen. Wanneer er een nieuw stuk spoor aangelegd moet worden wordt eerst een grondbed van grind aangelegd. Daarna worden de bielzen gebracht. Vroeger waren bielzen van geïmpregneerd hout, nu zijn ze van beton.
Op baanvakken met bovenleiding rijden de treinen traditioneel elektrisch met geheven stroomafnemer en laden de accu's op. Tegelijkertijd wordt ook remenergie gebruikt om op te laden. Wanneer de rijdraad eindigt, rijden ze door in de accumodus.
Dat hangt af van het spoor – het baanvak – waarover de trein rijdt, en wat voor soort trein het is. De snelheid heet de baanvaksnelheid. De baanvaksnelheid van goederentreinen op grote stations is bijvoorbeeld 40 kilometer per uur. Voor de overige stations 80 kilometer per uur.
Een wielstel bij de spoorwegen bestaat uit twee wielen met een as. Deze zijn star aan elkaar verbonden, wat betekent dat de wielen en de as niet ten opzichte van elkaar kunnen draaien zoals bij een wegvoertuig met een differentieel in de aangedreven as.