Er zijn 3 vormen van agressief gedrag: verbale, psychische en fysieke agressie.
Psychopathologische agressie: deze vorm zie je vaak in combinatie met middelengebruik (drank/drugs, medicatie) of als gevolg van neurologische of psychiatrische aandoeningen, zoals dementie en PTSS. Doordat je niet precies weet wat er in het hoofd van de cliënt omgaat is het lastig in te schatten hoe hij zal handelen.
Onbeheerste agressie: wanneer er sprake is van deze vorm van agressie is de persoon in kwestie vaak onvoorspelbaar en snel gewelddadig. De realiteitszin ontbreekt volledig en vaak heeft dat te maken met een verslaving en/of een psychische stoornis.
Agressie en geweld worden vaak in één adem genoemd maar zijn niet hetzelfde. Iedere vorm van gewelddadig gedrag is altijd agressief, maar andersom zijn agressieve gedragingen niet altijd gewelddadig.
Indirecte agressie kan worden geconceptualiseerd als een alternatieve agressieve strategie die iemand gebruikt wanneer een directe confrontatie als te gevaarlijk of kostbaar wordt ingeschat (Archer & Coyne, 2005); men tracht het slachtoffer schade te berokkenen zonder zelf rechtstreeks betrokken te zijn, bijvoorbeeld ...
Agressief gedrag kan non-verbaal of verbaal zijn. Bij non-verbale agressie kun je denken aan: slaan, schoppen, bijten, duwen, spugen en dingen kapot maken. Bij verbale agressie kun je denken aan: beschuldigen, bedreigen, beledigen, schelden en belachelijk maken.
Net zoals trillen een fysiek signaal van irritatie is, kunnen andere bewegingen ook indicatief zijn voor opkomende agressieve uitingen. Voorbeelden hiervan zijn het schudden met een vinger of het hoofd, het ballen van een vuist, of rusteloos schuifelen met een voet.
Andere namen zijn reactieve agressie, impulsieve agressie of de defensieve agressie. Dit type agressie komt voort uit een reactie op een situatie en/of gevoel. Het is direct, rechtstreeks en onverholen. In het Engels wordt het ook “hot aggression” genoemd.
Agressief gedrag kan verschillende oorzaken hebben. Het kan te maken hebben met het karakter van je kind, maar ook met de vrienden met wie je kind omgaat. De oorzaak kan ook liggen in spanningen en stress. Het is ook mogelijk dat je kind moeite heeft om emoties te beheersen.
Frustratie-agressie is een van de meest voorkomende vormen van agressie. Het ontstaat door een opeenstapeling van irritaties en negatieve ervaringen. Uiteindelijk zorgt dit voor een uitbarsting van emoties. Frustratie-agressie is daarom ook niet gericht aan jou: het is woede die iemand richt op zichzelf.
Proactieve agressie is weloverwogen agressief gedrag waar de leerling een bepaald doel mee wilt bereiken. Het gedrag is minder zichtbaar, omdat het zich vaak voordoet buiten het gezichtsveld van de volwassene.
Frustratie-agressie
begrip tonen en een gevoelsreflectie geven. vragen stellen en doorvragen naar de oorzaken van de frustraties. samenvatten om te controleren of je de ander goed hebt begrepen. het gesprek afronden met een aanbod dat je waar kunt maken en dat voor de ander acceptabel is.
Emotionele of geestelijke mishandeling
Van emotioneel of geestelijk geweld is bijvoorbeeld sprake als een volwassen persoon een kind regelmatig uitscheldt, vernedert of het kind opzettelijk bang maakt.
Agressie is volgens psychologen een aangeleerde gewoonte, het is dus iets anders dan de emoties waar je mee geboren wordt, zoals blijdschap, angst of boosheid. Ieder mens heeft zijn eigen opvoeding genoten, in zijn eigen omgeving. Agressie kan daarom bij iedereen anders zijn.
Schelden, bedreigen en soms zelfs fysiek geweld: het komt in de zorg helaas steeds vaker voor. Inmiddels ervaart een groot deel van de zorgverleners agressie op de werkvloer. Soms is dat door eigen collega's, maar steeds vaker door patiënten, hun naasten en bezoekers.
Antisociaal gedrag: Als je antisociaal gedrag laat zien word je niet alleen vaak boos, maar doe je ook dingen die echt niet mogen. Bijvoorbeeld schreeuwen, pesten, liegen en vechten. Ook maak je wel eens dingen stuk of steel je. En het kan zijn dat je weleens spijbelt of wegloopt.
Er zijn kinderen die gedrag vertonen dat we bestempelen als explosief. Dat wil zeggen dat ze oncontroleerbare momenten hebben in hun gedragingen. Je kunt dit rangschikken onder agressie; ze schelden, vloeken, gooien met dingen, enz.
Het STOP-principe wordt gebruikt bij de inplanning van mobiliteitsbeleid, waarbij de prioriteit eerst naar Stappen, dan Trappen (fiets), vervolgens Openbaar vervoer en dan pas naar Personenwagens gaat.
Lichamelijke reacties
Direct na een gewelddadige gebeurtenis ontstaan vaak reacties als trillen, slappe knieën, transpireren en hartkloppingen. Alles lijkt vreemd en onwerkelijk. Helder denken is moeilijk, net als praten over de schokkende gebeurtenis.
Passief agressief betekent eigenlijk 'vermomde vijandigheid'. Bij een passief-agressieve houding uit je jouw gevoelens op een manier die vervelend is voor de ander. Een ruzie kap je af door bijvoorbeeld te zeggen: 'laat nu maar zitten!
Waarbij 'A gedrag' getypeerd wordt als frustratieagressie gericht op zich zelf, 'B gedrag' als frustratieagressie op de organisatie of het beleid, 'C gedrag' als instrumentele agressie en 'D-gedrag' als (be)dreigend en fysiek: bedreiging op persoon, spullen te gooien of de ander aan te raken.
Verbaal geweld is iemand met woorden schade berokkenen. Verbaal geweld kan zich eenmalig of herhaaldelijk voordoen. Het kan op zachte toon of met luide stem (schreeuwen, roepen, tieren…, maar ook door te zwijgen).
De gevolgen voor het individu variëren aanzienlijk, van demotivatie en minder voldoening van het werk, tot stress en schade aan de lichamelijke en/of geestelijke gezondheid. Er kunnen zich posttraumatische symptomen zoals angst, fobieën en slaapproblemen voordoen.
Herken agressief gedrag en zet uw vaardigheden in. Zorg altijd voor voldoende ruimte tussen u en de agressor. Geef uw grens tijdig aan en stel vragen waardoor de agressor even moet nadenken. Geef ruimte aan frustratie-agressie en vertel wat u wel en wat u niet kunt doen.