Er wordt onderscheid gemaakt in drie verschillende subtypes ADHD, een type met vooral druk gedrag en impulsiviteit, een type met vooral onoplettendheid en een gecombineerd type.
De hersenen functioneren iets anders bij ADHD. Er lijkt een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline), want de medicijnen die voor ADHD effectief zijn die verhogen deze stoffen in de hersenen.
Mensen met ADHD ervaren vooral last van organisatie-, planning- en concentratieproblemen.Daarnaast vertonen mensen met ADHD vaak hyperactief en impulsief gedrag. Voordat de behandeling start is het belangrijk te onderzoeken of er meer met je aan de hand is.
ADHD en overprikkeling. Als je ADHD hebt, kan je moeite hebben om prikkels die op je afkomen te verwerken. Dit kunnen externe prikkels zijn maar ook interne prikkels. Externe prikkels zijn indrukken die via de zintuigen binnenkomen zoals geluiden, beelden, geuren, smaken, en lichamelijke sensaties.
Uit onderzoek van Woo et. Al (2015) blijkt dat met name suiker, kunstmatige kleurstoffen en conserveermiddelen de kans op ADHD vergroten. Ook is het deze onderzoekers opgevallen dat kinderen met ADHD vaak tekorten hebben aan zink, magnesium, ijzer, koper en omega-3 vetten.
De hersenen worden door het gebrek aan controle belast met een overload aan informatie en je kunt slecht onderscheid maken tussen belangrijke en onbelangrijke prikkels. Geluiden, kleuren, beelden, alles komt binnen en je reageert overal op. Dit maakt het moeilijk om je te concentreren.
De conclusie dat ADHD een hersenziekte is, wordt dus gewoonweg niet gestaafd door de onderzoeksgegevens. Het onderzoek toont aan dat je door naar de hersenscan van een kind te kijken, nauwelijks iets kunt zeggen over de vraag of dat kind gedrag laat zien dat we ADHD noemen.
Het kan zich op verschillende manieren uiten. Niet iedereen met ADHD is altijd druk, ongeconcentreerd of impulsief. Sommigen zijn juist erg dromerig en vallen minder op.
Onderzoekers gaan ervan uit dat erfelijkheid de grootste rol speelt bij ADHD. Er is nog geen specifiek gen voor ADHD ontdekt. Het lijkt erop dat meerdere genen er samen voor zorgen dat je aanleg hebt voor ADHD. Dit houdt in dat ADHD kan ontstaan wanneer verschillende genen en omgevingsfactoren op elkaar reageren.
Zo blijkt dat ADHD vaak gepaard gaat met snel wisselende relaties, soms ook met relaties met meerdere partners tegelijk. Deskundigen noemen dit promiscuïteit. De een kan dat een bijzondere kick vinden en genieten van de lust, voor de ander is het echter krenkend en veroorzaakt het een deuk in de vertrouwelijke relatie.
In veel gevallen gaat ADHD samen met andere (psychiatrische) stoornissen. Enkele voorbeelden zijn: stoornissen in het autistisch spectrum (zoals PDD-NOS), agressieve gedragsstoornissen, motorische stoornissen, angst- en stemmingsstoornissen, tics, en leerproblemen.
ADD (Attention Deficit Disorder)
ADD is een aandachtstekortstoornis waarbij kinderen concentratieproblemen hebben. Het lijkt erg op ADHD, alleen vertonen kinderen met ADD geen uitgesproken druk, hyperactief of impulsief gedrag.
Het meest typerende verschil tussen iemand met ADHD en ADD is het hyperactieve gedrag. Als je ADD hebt, dan kom je vaak rustig en dromerig over, in tegenstelling tot iemand met ADHD. Maar jouw hoofd zit echter wel vol met gedachten en ook jij hebt last van concentratieproblemen.
ADHD-ers hebben heel veel energie en ervaren dat ze daar dagelijks iets mee moeten. Het lichaam van iemand 'die continu aanstaat'- zoals ADHD-ers zichzelf herkennen- komt niet makkelijk tot rust en zo herstelt hun zenuwsysteem niet of moeilijker.
Vertaald naar het Nederlands: een stoornis waarbij aandachtstekort en hyperactiviteit een rol spelen. ADHD is een aangeboren en erfelijke stoornis in de hersenen.
Natuurlijk kán er bij een hoogbegaafde ook daadwerkelijk sprake zijn van ADHD, die kansen zijn gelijk aan die van een regulier ontwikkelend persoon. In dat geval doen de signalen zich doorgaans voor in verschillende situaties (school, thuis, elders, niet maar binnen 1 omgeving).
Mensen met ADHD beschikken over een aantal heel mooie eigenschappen. Zo reageren ze vaak spontaan op situaties en op anderen, wat samenhangt met hun hyperactiviteit. Daarnaast zijn ze veelal goede vrienden, omdat ze vaak bovengemiddeld empathisch zijn en een goed gevoel voor humor hebben.
De reguliere behandeling van ADHD bestaat uit een combinatie van medicatie en cognitieve gedragstherapie. Deze medicatie is vaak Ritalin of een vergelijkbaar medicijn zoals Concerta, Clonidine of Strattera.
Kinderen met ADHD vinden het zelf moeilijk om te plannen en structuur aan te brengen, ondersteuning daarbij is onmisbaar. Heen en weer schriftje en / of agenda's zijn belangrijke hulpmiddelen. Leer het kind samen met de ouders een agenda bij te houden.
Wie doet het onderzoek? Onderzoek wordt gedaan door een hulpverlener die de diagnose mag stellen. Het wijkteam, Centrum voor Jeugd en Gezin, of je huisarts kunnen hiervoor doorverwijzen.
Je bent vaak (belangrijke) spullen kwijt.Je bent afgeleid door dingen die om zich heen gebeuren.Je stoort vaak andere mensen wanneer ze in gesprek zijn of met iets bezig zijn. Waarschijnlijk zul je bij elk punt ook wel zien dat het niet per se met ADHD te maken heeft.