over een periode van 12 tot 24 uur wordt de sondevoeding druppelsgewijs toegediend (max. 200 ml/uur) met behulp van een toedieningssysteem. Intermitterend: een voorgeschreven portie (vaak 200 à 500 ml) wordt verscheidene malen per dag, met een vooraf bepaald interval, toegediend met behulp van een toedieningssysteem.
ding nodig hebt kan enkele weken tot maanden zijn. Soms houdt u uw hele leven sondevoeding. Bespreek met uw arts of diëtist of u naast de sondevoeding mag eten en drinken. Het kan ook voorkomen dat u tijdlang alleen sondevoeding krijgt, bijvoor- beeld na een keel- of slokdarmoperatie.
Uw arts of diëtist adviseert de inloopsnelheid. Deze wordt berekend door de benodigde hoeveelheid sondevoeding te delen door het aantal uren waarin u voeding krijgt toegediend.
Formules: Aantal ml / aantal uur = ml per uur = pompstand. Aantal ml x 20 / aantal uur x 60 = aantal druppels per minuut.
Afhankelijk van de viscositeit van de sondevoeding bevat een milliliter 16 tot 20 druppels (water bevat 20 druppels per ml). Door dit getal, vermenigvuldigd met het beschikbare aantal milliliters, te delen door het beschikbare aantal minuten verkrijgt men de druppelsnelheid per minuut.
Drinkvoeding op sapbasis kun je vermengen met water, koolzuurhoudend bron- of mineraalwater of frisdrank. Door het verdunnen neemt de hoeveelheid drinkvoeding wel toe. Slijmvorming na het gebruik van drinkvoeding vermindert door na elk slokje drinkvoeding een slokje een slokje water of vruchtensap na te nemen.
Sondevoeding geeft weinig ontlasting dus u kunt een ander ontlastingspatroon verwachten dan u gewend was. Voor een goede stoelgang en om verstopping te voorkomen is het belangrijk dat u per dag minimaal twee liter vocht gebruikt. U kunt dit voor uzelf nagaan door de hoeveelheid vocht van één dag bij te houden.
Sondevoeding bevat alle voedingsstoffen die je kind per dag nodig heeft, zoals eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamines, mineralen en vocht. Dit zijn dezelfde hoeveelheden als middels de Schijf van Vijf wordt bereikt. Daarom valt sondevoeding binnen gezonde voeding.
leg de sondevoeding nooit in de zon of langere tijd in een warme kamer. was eerst de handen voordat de sondevoeding wordt toegediend. leg alle benodigde materialen op een schoon oppervlak klaar. spuit de sonde door volgens voorschrift.
Door het gebruik van sondevoeding bent u in de meeste gevallen verzekerd dat u voldoende voeding binnen krijgt. Een goede voedingstoestand draagt bij aan uw conditie en weerstand maar ook aan het herstel na een behandeling. Uw arts of diëtist bepaalt welke sondevoeding, hoeveel en hoelang u sondevoeding moet gebruiken.
Over sondevoeding thuis
Als u niet kunt of mag eten of met normaal eten onvoldoende voeding binnenkrijgt, kan sondevoeding een oplossing bieden. Sondevoeding is vloeibare voeding die via een slangetje (sonde) in uw maag of dunne darm komt. Toedienen kan in porties of continu via een voedingspomp.
Wat is een neusmaagsonde? De neusmaagsonde is een dun buigzaam slangetje. Een maag darm en leverarts plaatst die via de neus en slokdarm in de maag. Het materiaal van de sonde heet polyurethaan (PUR) en kan ongeveer 6 tot 8 weken blijven zitten.
Als het voedsel nog niet is opgediend, kunnen we dat invriezen. Dat doen we niet vaak, omdat we het voedsel het liefst zo vers mogelijk voorschotelen. We zijn aan het onderzoeken of we deze overgebleven maaltijden nog kunnen verkopen, in bijvoorbeeld het restaurant of aan bezoekers van de patiënten."
Wat kan ik doen bij irritatie aan mijn neus, keel of slokdarm? Het kan zijn dat een voedingssonde irritatie geeft aan de neus, keel of slokdarm. Te dikke of te stugge sonde. Sonde drukt te lang op een plaats van de neus.
☞ Wanneer de sondevoeding continu wordt toegediend, moet het toedieningssysteem tot aan de sonde na maximaal 96 uur worden vervangen. ☞ De voeding via de sonde of de PEG-katheter wordt binnen 24 uur toegediend, hetgeen inhoudt dat de zak of fles met voeding niet langer dan 24 uur mag aanhangen.
Dit zijn voedingssondes die via een kleine, hiervoor gemaakte opening (fistel) door de buikwand in de maag zijn geplaatst. Het grootste verschil tussen de PRG- en de PEG-sonde is de manier van plaatsing. De PEG-sonde wordt met een kijkbuis via de slokdarm geplaatst.
Als u namelijk teveel gewicht verliest, kunt u ondervoed raken. Sondevoeding kan u helpen op een goed gewicht te blijven. Ook als u ondervoed bent kan sondevoeding uw voedingstoestand weer verbeteren en u op een gezond gewicht brengen.
Voor de toediening van de enterale voeding: 4,20 euro/dag (polymeer product) of 15,38 euro/dag (semi-elementair product) Voor het gebruik van het materiaal: 0,73 euro/dag (indien u geen pomp gebruikt) of 1,18 euro/dag (indien u een pomp gebruikt)
Daarnaast is het belangrijk dat de sondevoeding op kamertemperatuur is en dat u uw toedieningsmaterialen, zoals spuiten en de pompset/toedieningssysteem iedere 24 uur vervangt. Verder kan diarree ontstaan doordat u te weinig vezels binnen krijgt. Mogelijk kan een sondevoeding met vezels de oplossing zijn.
Voor de meeste waterachtige vloeistof geldt dat één ml gelijk is aan 20 druppels. Voor bloed of sondevoeding is het aantal druppels per milliliter 16 stuks.
Wij rekenen met 20 druppels per milliliter. Om van of naar druppels om te rekenen ga je altijd langs milliliter.
Het afbouwen van sondevoeding gebeurt in principe op dezelfde manier als het opbouwen ervan: geleidelijk aan. Als u beter of opnieuw begint te eten, zal de sondevoeding geleidelijk aan afgebouwd worden. Per afbouwstap wordt 500 ml sondevoeding minder toegediend.