Uit de meetronde van mei 2021 blijkt dat jongeren tussen 16 en 24 jaar zich het meeste van alle groepen enigszins tot sterk eenzaam voelen. Met 75% ligt het percentage dat aangeeft zich eenzaam te voelen beduidend hoger dan oudere leeftijdsgroepen (58 tot 61%).
Er zijn verschillende cijfers over eenzaamheid onder jongeren in omloop: volgens Movisie voelt 40 tot 70% van de 12- tot 25-jarigen zich wel eens eenzaam. En 3 tot 10% van de jongeren is langdurig eenzaam. volgens het EenVandaag Opiniepanel voelt 43% van de jonge mensen zich minstens één keer per week eenzaam.
Ruim een kwart (26 procent) van de Nederlanders van 15 jaar of ouder voelde zich in 2019 enigszins eenzaam, en 9 procent had sterke gevoelens van eenzaamheid. De overige 66 procent was niet eenzaam, volgens de enquête Sociale samenhang & Welzijn in 2019.
Cijfers. Uit recent onderzoek blijkt dat de helft van de Nederlandse kinderen tot en met 18 jaar zich wel eens eenzaam voelt. Dit wordt lang niet altijd veroorzaakt door een gebrek aan sociale contacten. Gevoelens van eenzaamheid komen ook voor bij kinderen en jongeren die deze contacten wel hebben.
Ongeveer 30% van de Nederlanders, dat wil zeggen 3,5 miljoen op een totaal van ruim 12 miljoen volwassenen, is eenzaam. Van deze eenzamen is ongeveer 20% matig eenzaam en 10% sterk eenzaam. Omgerekend naar de volwassen bevolking is dat iets meer dan 1 miljoen sterk eenzame mensen (Van Tilburg, 2007c).
Jongeren die zich eenzaam voelen hebben vaak de neiging in hun gevoelens van eenzaamheid te blijven 'hangen'. Voor de begeleiding is het daarom belangrijk hen te leren opnieuw controle te krijgen over hun gedachten, door hen te leren hoe ze hun gedachten kunnen stoppen en afleiden wanneer ze piekeren.
Maar waar komt eenzaamheid eigenlijk vandaan? Dorret Boomsma, hoogleraar biologische psychologie aan de Vrije Universiteit, ontdekte dat eenzaamheid voor een groot deel erfelijk bepaald is: wie met het 'eenzaamheidsgen' wordt geboren, kan er moeilijk aan ontkomen. Liefhebbende familieleden en vrienden ten spijt.
Misschien heeft je kind wel een heel goede vriend, maar mag die niet bij jullie thuis komen. Het kan ook zijn dat je kind niet wil dat die vriend bij jullie komt. Je zoon kan bijvoorbeeld denken dat je zijn vriend afkeurt, of je dochter kan zich schamen over hoe jullie huis eruitziet of hoe haar ouders zijn.
Zeker, eenzaamheid hoort bij het leven, net als honger en dorst. Maar net zoals je aan honger en dorst iets moet doen, moet je dat ook doen als je je eenzaam voelt. Praat erover, benoem het gevoel, ook als er niet echt iets aan de hand is. Zorg dat je kind weet dat eenzaamheid af en toe in het leven voorkomt.
Met een lage weerstand ben je vatbaarder voor infecties. Ook kan eenzaamheid leiden tot depressie en een verhoogd risico op hartziekten en de ziekte van Alzheimer. Daarnaast kan eenzaamheid een oorzaak zijn van ongezond gedrag: weinig bewegen, minder gezond eten en meer gebruik van verslavende middelen.
Een periode van negen maanden wordt in het algemeen als normaal beschouwd. Duurt het langer, blijf je je eenzaam voelen, onderneem dan actie en zoek hulp. Wie niet van eenzaamheid af komt, heeft echt hulp nodig om te voorkomen dat het een chronisch probleem wordt.
Ernstige eenzaamheid 2020
Sociale eenzaamheid wordt gemeten met onder andere de uitspraak: 'Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht'. Iemand is “ernstig eenzaam” bij negen ongunstige scores. De vragenlijst is bedoeld voor onderzoek onder grote groepen mensen.
Wanneer we naar het aandeel jongeren kijken met geen of weinig vrienden dan zien we dat 2.4 % (83 jongeren op 3443) aangeeft geen (echte) vrienden te hebben. 5.5% (189 jongeren) heeft naar eigen zeggen slechts 1 (echte) vriend en respectievelijk 11.8 en 12.3 % heeft 2 en 3 (echte) vrienden.
Verlegenheid, je ongemakkelijk voelen of een sociale angststoornis (SAD) kunnen het moeilijk maken om te socializen. Toch is mensen te ontmoeten de enige manier om vrienden te vinden, en om dat te kunnen doen, moet je manieren vinden om je verlegenheid of sociale angst onder controle te houden.
De behoefte aan autonomie, competentie en verbondenheid is universeel en van toepassing op alle jongeren. Deze drie punten zijn je referentiekader, met als startpunt competentie (ontwikkeling). De vervulling van deze basisbehoeften leidt ertoe dat jongeren intrinsiek gemotiveerd raken om hun potentieel waar te maken.
Praat met je ouders als niemand met je wil spelen!
Ga dan met je ouders praten. Waarschijnlijk hebben zij nog wel een aantal ideeën die jou kunnen helpen. Daarnaast zou je ook iets leuks met je ouders kunnen doen op dagen dat je niemand hebt om mee te spelen, maar natuurlijk zijn de tips het belangrijkste.
Zaken als spijbelen, roken en drinken kunnen dan gaan bijdragen aan populariteit. Maar enkel wat stoer gedrag is natuurlijk niet voldoende, niet iedere rebelse puber wordt populair. Het uiterlijk speelt vaak toch een rol, populaire kinderen worden vaak ook fysiek aantrekkelijk bevonden.
om je kind te helpen als het op school buitengesloten wordt, zodat het weer met zelfvertrouwen naar school kan gaan: Haal je kind uit zijn hoofd, verminder de stress! Gebruik massages en lichaamscontactspelletjes om de spanning van je kind te verminderen. Help je kind zich te uiten door te ondertitelen.
Tip 6: Laat je kind oefenen in een nieuwe omgeving
Dit kan bijvoorbeeld op een clubje of vereniging zijn, maar ook op vakantie kunnen kinderen oefenen met het opdoen van nieuwe sociale contacten. De ervaringen en het zelfvertrouwen dat je kind hier opdoet, kan je kind ook helpen in de schoolsituatie.
Laat je kind bijvoorbeeld eerder naar school gaan, of stimuleer hem/haar andere dingen te doen tijdens de pauze of na school, of zelfs mee te doen aan een activiteit waar de potentiële vrienden ook aan mee doen, bijvoorbeeld een potje voetbal. Tijdens dit soort leuke bezigheden praten kinderen vaak veel makkelijker.
Ongeveer driekwart van de kinderen heeft daarin minstens één vriendje. Meestal is dat iemand van hetzelfde geslacht. Slechts vier (bij basisschoolkinderen) of vijf (bij pubers) van de honderd vriendenparen bestaan uit een jongen en een meisje. Grofweg kun je die vriendschappen in drie typen verdelen.
Enerzijds kunnen genetische factoren meespelen. Anderzijds speelt een verandering in of het verlies van sociale contacten, activiteiten of werk vaak een rol. Ook gezondheidsproblemen, persoonlijkheidskenmerken en verwachtingen over sociale contacten kunnen bijdragen aan een ervaring van eenzaamheid.
Wie zegt dat van de oudste ouderen ca. 15% zich erg eenzaam voelt, zegt daarmee impliciet dat 85% zich niet ernstig eenzaam voelt. Nu is 15% van een bevolkingsgroep met gezondheidsklachten genoeg reden om daar aandacht aan te geven en te proberen dat aantal terug te dringen. Dat gebeurt dan ook op allerlei manieren.
Ouderdom. Meer dan de helft van de 75-plussers in Nederland voelt zich eenzaam. Bij veel ouderen komt dat vaak door meerdere factoren. Zoals het overlijden van een partner of andere leeftijdsgenoten, beperkte mobiliteit en achteruitgang in fysiek en mentaal functioneren.