Je behaalt je getuigschrift of diploma als je 50% hebt voor alle vakken van je studierichting. Je krijgt meteen een melding via het EC-platform.
Voor A-vakken moet je altijd slagen door 50% te halen. Bij B-vakken is er na een buis kans op deliberatie. Zo kan je met minder dan 50% toch slagen voor die vakken.
Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
Als u niet geslaagd bent voor een vak, dan kunt u (als u nog een examenbeurt over hebt voor dat vak) het examen opnieuw afleggen. U moet het examen opnieuw afleggen binnen de 4 maanden. U krijgt 3 examenbeurten per vak per jaar.
Nee, dat kan niet.
Dat je een richting volgt in het beroepsonderwijs betekent niet dat het gemakkelijker is of dat je minder slim bent dan iemand die een opleiding volgt in het tso (of het aso). Wil je naast een vak leren ook je theoretisch-technische en je algemene kennis uitbreiden? Dan is een richting in het tso een goede keuze.
Na het KSO kan de jongere een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs. Het TSO besteedt aandacht aan algemene en technisch-theoretische vakken. Na het TSO kan de jongere een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs. Bij deze opleiding horen ook praktijktlessen.
Behaal je een 8 of een 9 voor een opleidingsonderdeel, dan heb je de credits voor dat opleidingsonderdeel niet verworven. Dit onvoldoende resultaat kan wel worden getolereerd. Dat wil zeggen dat je – onder bepaalde voorwaarden– niet verplicht wordt om dat opleidingsonderdeel te hernemen.
Toleranties kan ze pas inzetten wanneer ze de eerste mijlpaal binnen haar opleiding heeft behaald en ze een gemiddeld percentage van ten minste 50% heeft, en indien het resultaten betreft van 8/20 of 9/20. Sommige opleidingsonderdelen worden uitgesloten van toleranties.
Mijn monitoraat (pol en soc ugent) heeft gezegd dat 6 herexamens meestal wel haalbaar zijn omdat dit lijkt op een normale examenperiode. Meer is moeilijk, maar als je er veel voor werkt is het wel haalbaar denk ik. Ik ken bv mensen die er 8 hadden en voor alles erdoor zijn geraakt tijdens herexamens.
Eenmaal je je diploma secundair onderwijs op zak hebt, kan je kiezen om te gaan werken maar je kan ook verder studeren. Dat wil zeggen dat je naar een hogeschool of een universiteit kan gaan om een bachelor en/ of een master te behalen. Dat kan niet alleen na een tso-richting, maar evengoed na een bso-richting.
Vrije beroepen zijn o.a. advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, bedrijfsrevisoren, verzekeringsmakelaars en zakenkantoren. Het taalonderricht wil uw woordenschat uitbreiden, rekening houdend met de soms erg verschillende vooropleidingen.
Leerkrachten zouden vaker kleinere toetsen moeten geven, zo onthoud je de dingen beter. Blijven zitten demotiveert en helpt leerlingen niet. Blijven zitten voor maar 1 vak is al helemaal belachelijk! Toetsen moeten ook gaan over relevante leerstof en hoeven niet te bulken van de instinkers.
De opleidingen in algemeen secundair onderwijs (aso), technisch secundair onderwijs (tso) en beroepssecundair onderwijs (bso) zijn evenwaardig. 'Afzakken' is niet het juiste woord. Het gaat over wat jij graag doet en graag wil worden.
'Wetenschappen-wiskunde wordt vandaag in de markt gezet als de moeilijkste richting. Grieks moet er dus toch ergens in slagen om de talenten die de leerlingen al hebben, verder aan te scherpen en te verdiepen. Maar om die magische formule te ontrafelen, is grondig onderzoek nodig. '
Als je slaagt voor een opleidingsonderdeel, krijg je een creditbewijs. Je slaagt als je minimaal 10 op 20 behaalt voor een opleidingsonderdeel.
Per academiejaar krijg je dan 10 extra studiepunten, tot je opnieuw 60 punten leerkrediet hebt. Je behaalde een diploma in het hoger beroepsonderwijs (hbo5), hebt een leerkrediet lager dan 60 en wil opnieuw inschrijven. Je leerkrediet wordt dan bij inschrijving aangevuld tot 60 studiepunten.
Geslaagd op voldoende wijze: je hebt een gewogen percentage van minder dan 68% behaald. Geslaagd met onderscheiding: je hebt een gewogen percentage van ten minste 68% behaald. Geslaagd met grote onderscheiding: je hebt een gewogen percentage van ten minste 77% behaald.
Tot ze al die vakken hebben gehaald, mogen ze zelf geen vakken tolereren. In plaats daarvan worden achten en negens op twintig voor hen gedelibereerd tot maximaal twaalf studiepunten – enkel als dat ervoor zorgt dat ze op dat ogenblik hun hele eerste bachelor halen.
De tolerantie kan maximaal 1% bedragen, wat betekent dat in een deliberatiepakket van 60 studiepunten maximaal 12 punten kunnen worden getolereerd: bv. één tekort voor een vak met 12 studiepunten; één 9/20. bv.
Afhankelijk van je situatie mag je eenzelfde opleidingsonderdeel maximum twee of drie keer opnieuw opnemen in je Individueel Studieprogramma (ISP), je hebt dus maximaal twee of drie inschrijvingskansen.
De opstroomoptie is bedoeld voor leerlingen die na 2B willen doorstromen naar 2A of naar het derde jaar ASO, KSO of TSO. Sommige basisopties worden opgedeeld in pakketten.
A-stroom: Voor leerlingen met een getuigschrift van het basisonderwijs. Eerste en tweede middelbaar in de A-stroom bereiden je voor op algemeen secundair onderwijs (aso), technisch secundair onderwijs (tso) of kunstsecundair onderwijs (kso).
Ja, dat mag. Elke leerling met een diploma secundair onderwijs (aso, bso, kso, tso) mag naar het hoger onderwijs. Let op: als je een richting volgt in het beroepsonderwijs (bso) dan moet je eerst een specialisatiejaar (7e jaar) volgen om je diploma te halen en te kunnen verder studeren.