Naar verhouding zijn de meeste vrouwen te vinden in de klasse zorg en welzijn (81%), gevolgd door de pedagogische (73%) en dienstverlenende beroepen (66%). Het laagst zijn de percentages vrouwen in de technische en logistieke beroepen en de ICT (16% of minder). Van de managers is 26% een vrouw.
In de Universitair medische centra en het Sociaal werk zijn in verhouding tot de andere branches binnen zorg en welzijn wel de minste vrouwen werkzaam, maar dit blijft meer dan 70 procent. Voor de gehele Nederlandse arbeidsmarkt is de man-vrouwverdeling van werknemers gelijker verdeeld (bijna 50 procent vrouw).
Want er werken ongeveer 1,25 miljoen vrouwen in zorg en welzijn. Dat is 84 procent van het totaal van de ruim 1,5 miljoen werkenden daar. Sterker: ruim één op de vier vrouwen werkt in zorg en welzijn.
Onder de verzorgenden (mbo 3) zijn relatief de minste mannen te vinden; het aandeel vrouwen is hier met 94 procent het hoogst. In de mbo-opleiding voor verpleegkunde zijn de meeste mannen te vinden, maar was vorig jaar nog steeds 89 procent van de gediplomeerden een vrouw en 11 procent een man.
Wereldwijd is 90 procent van de verpleegkundigen een vrouw. In Afrika was 24 procent van de verpleegkundigen tussen 2013 en 2018 mannelijk, tegenover 76 vrouwelijk (WHO, 2019).
Vanuit de richting Gedrag & Maatschappij werkte 35 procent van de vrouwen en 14 procent van de mannen met een wo-master vier jaar later in de gezondheids- en welzijnszorg, van de hbo-bachelors was dat 60 procent van de vrouwen en 37 procent van mannen.
Levensverwachting voor mannen 79,7 en voor vrouwen 83,0
(Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) bij geboorte 79,7 jaar voor mannen en 83,0 jaar voor vrouwen. De resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd was 18,6 jaar voor mannen en 21,2 voor vrouwen.
Vrouwen leven langer dan mannen…
De levensverwachting van vrouwen is hoger dan die van mannen: 83,6 jaar tegen 80,5 jaar in 2019.
Hoe oud worden mensen in Nederland? In 2021 was de levensverwachting bij geboorte 79,7 jaar voor mannen en 83,0 jaar voor vrouwen. In 1950 was dat nog 70,3 jaar voor mannen en 72,6 jaar voor vrouwen. De levensverwachting wordt bepaald met behulp van de sterftekansen op elke leeftijd.
Van alle in een praktijk werkzame huisartsen in 2018 was 58,1 procent vrouw. In 2013 was dit nog 50,0 procent. Het aantal in een praktijk werkzame vrouwelijke huisartsen steeg tussen 2013 en 2018 met 30,7 procent.
In 2020 werkten er 1,4 miljoen mensen in de zorg. Dat betekent 1 op de 7 werkenden. In 2040 zullen er volgens berekeningen van de Sociaal Economische Raad (SER) meer dan 2 miljoen mensen nodig zijn in de zorg. Dat is dan 1 op de 4 werkenden!
Er is geen verband tussen leeftijd en vrouw. De gynaecologen tellen 66 procent vrouwen en 29 procent jonge specialisten, maar bij chirurgen, even jong, is 25 procent vrouw.
In 2021 was het gemiddelde jaarloon (inclusief bijzondere beloningen) van vrouwen 36 procent lager dan dat van mannen. Twee derde van dit loonverschil wordt verklaard doordat vrouwen minder uren werken. Mannen werken in een werknemersbaan gemiddeld 33 uur per week, vrouwen 25 uur.
Onder meer met de publiekscampagne Ik Zorg, als onderdeel van het programma 'Werken in de zorg'. De prognose bij de start van het actieprogramma (maart 2018) was immers dat er in 2022 een tekort dreigde van 100.000 tot 125.000 medewerkers. Dat aantal werd een half jaar later overigens bijgesteld naar 80.000 personen.
eerder. Ook thuis werkt dat door: iets meer dan de helft (53 procent) van de vrouwen is financieel onafhankelijk, tegenover 76 procent van de mannen. "Doordat vrouwen minder verdienen, bouwen ze minder pensioen op, terwijl ze juist langer leven.
Vrouwen leven langer, maar zijn minder lang gezond
De levensverwachting van vrouwen is hoger dan die van mannen. In 2017 was de levensverwachting bij geboorte van vrouwen ruim 83 jaar en van mannen ruim 80 jaar. Hoewel vrouwen gemiddeld langer leven, brengen ze minder jaren door in goede gezondheid.
In 1956 werden gemiddeld 4 van elke 1000 mannen honderd jaar oud. 12 vrouwen wisten toen die leeftijd al te halen. Nu, in 2016 worden 30 van de 1000 mannen honderd jaar. Bij de vrouwen mogen er zelfs 60 per 1000 honderd kaarsjes uitblazen op de verjaardagstaart.
Grotere kans om 80 te worden
Dankzij de lagere sterfterisico's in 2010 bedroeg deze kans voor mannen dat jaar 63 procent. Tien jaar eerder was dat maar 52 procent. Bij vrouwen was de toename minder sterk, maar hun kans om 80 te worden is nog beduidend groter dan die van mannen.
Niemand weet hoe oud jij precies gaat worden. Je levensstijl en erfelijke eigenschappen hebben invloed op je levensverwachting. Je kunt het een waarzegster vragen of naar de statistiek kijken. Met deze module bereken je de gemiddelde levensverwachting op basis van de statistieken van alle Nederlanders van het CBS.
Elders in Nederland lag de gemiddelde sterfteleeftijd namelijk vier tot acht jaar hoger. De onderzochte mannen uit de zeventiende en achttiende eeuw werden gemiddeld iets ouder, namelijk 43 jaar, al stierf het merendeel van deze mannen ook in deze periode vóór het 29ste levensjaar.
In 1950 bedroeg de gemiddelde levensverwachting bij geboorte in Nederland 71 jaar; in 2015 was die verwachting opgeklommen tot 81 jaar. De groei van de levensverwachting is vooral te danken aan medische vooruitgang, betere voeding, minder roken, gezondere woningen en betere werkomstandigheden.
Zie ook de bevolkingspiramide. Op 1 januari 2020 telde Nederland 8 648 031 mannen en 8 759 554 vrouwen. Dat betekent dat er 99 mannen op elke 100 vrouwen zijn. Op jongere leeftijden zijn mannen licht in de meerderheid, op hogere leeftijden vrouwen.
Op dit moment zijn er binnen ZorgkaartNederland 1186 chirurgen in Nederland bekend. Het gemiddelde cijfer van alle chirurgen in Nederland is een 9.2 op basis van 5452 waarderingen.
In 2000 telde Nederland een kleine 44.000 geregistreerde artsen van 65 jaar en jonger. Op 1 januari 2010 zijn er bijna 59.000 geregistreerde artsen. Een toename van maar liefst 33 procent.