Een gemiddelde snackbar draait een omzet van zo'n 120.000 euro per jaar. Omzetten van 350.000 euro of meer zijn ook haalbaar. Afhankelijk van de kosten die je maakt kan je hier dus een goed inkomen aan over houden.
Dat was in 2019 de brancheomzet van de 5696 frituurspeciaalzaken in ons land. Gemiddeld zetten cafetaria's, snackbars en frituren ruim 202 duizend euro om.
Rekenvoorbeeld: een gemiddeld café-restaurant met 100% full-service concept en 70 zitplaatsen haalde voor de Coronacrisis een gezond rendement van 10% bij een omzet van €35.000 per maand (€420.000 per jaar).
Het salaris van een snackbarhouder begint bij € 1.800 per maand. Het beroep snackbarhouder is onderdeel van de beroepsfamilie Managers café, fastfoodrestaurants en snackbars. Het salaris van Managers café, fastfoodrestaurants en snackbars ligt gemiddeld op € 3.400 bruto per maand.
Gemiddeld gezien is 9 procent van een pak frieten btw, goed voor 0,2 euro. Tot slot houdt een pakje friet nog allerlei andere kosten in. Zo moeten er ook belastingen, verzekeringen, sociale lasten en andere kosten worden betaald. Samen behelst dit 5 procent, of 0,1203 euro van de totale prijs van een pakje friet.
Een definitieve waardebepaling gebeurt aan de hand van een uitgebreid onderzoek, maar er zijn voor de horeca twee vuistregels die aangehouden kunnen worden voor een grove indicatie: Vier tot vijf keer de nettowinst van het horecabedrijf. Of jaaromzet = verkoopwaarde, met een marge van 0,8 of 1,2 keer de jaaromzet.
Als je een horecabedrijf wilt opzetten, heb je in de meeste gemeenten de exploitatievergunning horecabedrijf nodig (zie Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Het maakt in de meeste gemeenten geen verschil of je wel of geen alcoholhoudende drank aanbiedt.
Als je een horecapand koopt, moet je rekenen op een aanbetaling van 10% tot 20%. Voor een ruimte met een koopprijs van € 1 miljoen komt dat neer op een aanbetaling van € 100.000 tot € 200.000.
In de horeca wordt over het algemeen uitgegaan van een brutowinstmarge van 70 procent. Bij het berekenen van de verkoopprijs, zet je de verkoopprijs op 100 procent, want dit is het bedrag dat je van de klant wil krijgen.
De winstmarge bij eten ligt wat lager dan bij drinken, legt Van der Veer uit. De stelregel is dat je 30 procent van de omzet mag uitgeven aan inkoopkosten. ''In het hogere segment liggen de marges lager, daar houd je van elke euro omzet maar zo'n 60 eurocent over.
Stelregel is dat de huisvestingslasten op 10 tot 15 procent van de omzet liggen. "Bij een toplocatie kun je gaan voor 20 procent, maar zeker niet meer." Belangrijk is om je te realiseren dat je allebei hetzelfde doel nastreeft. Jij wilt graag een winkelruimte, de verhuurder wil graag dat zijn pand wordt verhuurd.
Verzorgingsgebied: 3540 klanten
Elke cafetaria, snackbar of frituur heeft in ons land momenteel een potentieel van gemiddeld 3540 klanten. Dat is simpelweg het aantal inwoners in Nederland gedeeld door het aantal frituurbedrijven.
Voor een doorsnee portie weeg je 250 gram ongebakken frietjes af per persoon. Dat is dus opnieuw een kilo voor vier personen.
Deze horeca-activiteiten mogen zonder exploitatievergunning plaatsvinden: hotels met horeca-activiteiten uitsluitend voor hotelgasten. alcoholvrije horeca in winkels (maximaal 20 procent of 20m2 van het oppervlakte) zonder terras. horeca in grootschalige tuincentra en warenhuizen.
Voor veel beroepen is een diploma nodig, maar om directeur te worden hoef je alleen naar de Kamer van Koophandel. Je kunt zelfstandig ondernemen zonder opleiding, vergunning, of papieren.
Een van de meestgebruikte methodes om de goodwill uit te rekenen is door de overwinst uit te rekenen. U berekent dit door de winst van de afgelopen 3 jaar te vermenigvuldigen met factor naar keuze tussen de 3 tot 5. De rentabiliteit van de afgelopen drie jaar wordt hierbij als startpositie gehanteerd.
Goodwill in de horeca kent vele definities maar is het best te omschrijven als het verschil tussen de waarde van de inventaris/huurderbelang en de waarde van het geheel bij verkoop op de markt. Goodwill is ook wel te omschrijven als de contante waarde van de overwinst van de onderneming.
Per dag worden 12 miljoen porties friet gemaakt (1 kilo friet bevat ca. 6 porties), die in 87 landen worden verkocht. Wereldwijd worden er 50 miljoen porties friet per dag gemaakt door Lamb Weston. Het bedrijf is hiermee de 2e grootste frietproducent ter wereld, na marktleider McCain.
De hoge kosten zitten niet alleen in gas en olie, maar in vrijwel alle kosten die gemaakt moeten worden, zoals voor de inkopen bij de groothandel. Zo is de prijs van een grote hoeveelheid mayonaise gestegen omdat de emmer, een oliehoudend product, duurder is geworden.