HPV is de afkorting van humaan papillomavirus. Het virus kan baarmoederhalskanker en genitale wratten veroorzaken. Het kan ook kanker bij de penis, anus, schaamlippen, vagina, en mond- en keelholte veroorzaken. Je krijgt HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) via seksuele handelingen.
Wat merk je als je HPV hebt? HPV kan de cellen in je baarmoederhals, geslachtsorganen of mond- en keelholte besmetten waardoor een HPV-infectie ontstaat. Vaak merk je niets van een besmetting met HPV en heb je geen klachten. Meestal ruimt je lichaam de HPV-infectie binnen 1 tot 2 jaar weer zelf op.
Er zijn veel soorten HPV. De meeste soorten zijn absoluut niet gevaarlijk, maar een paar soorten wel. Deze soorten HPV kunnen baarmoederhalskanker veroorzaken. De HPV-soorten 16 en 18 veroorzaken het vaakst baarmoederhalskanker, namelijk ongeveer 70% van de gevallen van baarmoederhalskanker.
Als het afweersysteem HPV niet opruimt, kunnen er afwijkende cellen ontstaan. Dit heet dysplasie en kan het voorstadium van baarmoederhalskanker zijn. Zijn de cellen een beetje afwijkend? Dan kan het lichaam die cellen herkennen en zelf opruimen.
Je lichaam ruimt ze zelf op. Meestal merk je niet dat je het virus hebt. Van sommige soorten HPV kun je kanker krijgen. Vooral baarmoederhalskanker, maar ook anuskanker of keelkanker.
Krijgt u de uitslag dat er HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) is gevonden in de zelfafnameset, dan krijgt u het advies om een uitstrijkje te laten maken bij de huisartspraktijk. Bij dit uitstrijkje geldt het nieuwe verwijsschema.
In het algemeen geneest een HPV-infectie zonder behandeling. Van nieuwe infecties was 20% na 3 maanden spontaan genezen en 90% na 2 jaar (Boeke 1999, Zielinski 1999).
HPV krijg je door seksueel contact met iemand die HPV heeft. Ook door het aanraken van de penis of vagina en door orale seks kun je HPV krijgen. HPV is heel besmettelijk en geeft meestal geen klachten, daarom kan iemand met HPV zonder dat de persoon het weet iemand anders gemakkelijk besmetten.
Naar schatting tussen 70 en 80% van de seksueel actieve bevolking krijgt ooit een HPV-infectie. Dit omdat HPV heel gemakkelijk wordt doorgegeven. Je hoeft er zelfs geen seks (in de vorm van penetratie) voor te hebben. Vanaf je eerste partner heb je kans om besmet te raken met het virus.
Bovendien is HPV een latent virus en kan het jarenlang slapend aanwezig zijn- het is niet altijd het gevolg van recente geslachtsgemeenschap.
Het virus is heel besmettelijk. "Het is absoluut niet zo dat mensen met HPV seksueel flink tekeer zijn gegaan. Het virus is echt heel normaal. Ook als je je hele leven slechts één seksuele partner hebt, kun je het van die partner krijgen." In de meeste gevallen is het niet ernstig als je het krijgt (zie vraag 4).
Je krijgt HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) via seksuele handelingen. Bijna iedereen krijgt ooit een HPV-infectie, mannen én vrouwen. En bijna altijd ruimt het lichaam dit virus zelf weer op. Met de HPV-vaccinatie ben je goed beschermd tegen HPV-infecties.
HPV16, 18, 31, 33, 35, 39, 45, 51, 52, 56, 58 en 59 veroorzaken baarmoederhalskanker. Dit zijn hoog-risico HPV- typen (hrHPV). HPV16 is het gevaarlijkst en veroorzaakt meer dan de helft van alle baarmoederhalkankers. HPV18 veroorzaakt 16% van alle baarmoederhalskankers.
De incubatietijd (de periode tussen het moment van besmetting en het ontstaan van de klachten) voor deze typen HPV is één tot acht maanden en ligt gemiddeld rond de drie maanden.
Mannen kunnen HPV inderdaad ook bij zich dragen op hun penis/eikel. Voor mannen is er echter eigenlijk geen 'risico' omdat het maar heel zelden (veel minder vaak dan bij vrouwen) tot problemen leidt zoals dat bij vrouwen leidt tot afwijkingen op de baarmoedermond. Testen en screening heeft dus voor mannen geen zin.
De eerste verschijnselen zijn jeuk en irritatie bij de geslachtsorganen. Soms ontstaat er maar één wratje, maar soms ook ontstaan er veel wratten in korte tijd. De kans dat wratten na behandeling terugkomen is groot.
Dit gaat heel langzaam en duurt meestal minimaal 10 tot 15 jaar. Meestal ruimt het lichaam HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) binnen 2 jaar zelf op.
HPV wordt overgedragen via seks
HPV is erg besmettelijk en wordt overgedragen via seks. Bijna iedereen krijgt vroeg of laat een besmetting met HPV. En bijna altijd ruimt het lichaam dit zelf op. Er is niet per se geslachtsgemeenschap nodig om een HPV-infectie op te lopen.
De meerderheid van de infecties met het HPV verdwijnen spontaan en hoeven niet behandeld te worden. Wanneer de infectie niet spontaan verdwijnt en/of tot veranderingen in de cellen van de baarmoederhals (dysplasie) leidt, is het belangrijk om tijdig in te grijpen en de dysplastische cellen te behandelen.
Het virus is niet aanwezig in sperma, speeksel of bloed.
Het papillomavirus wordt vaak al overgedragen wanneer iemand nog maar pas seksueel actief is. Jonge vrouwen met een seksleven worden het meest blootgesteld aan besmettingsgevaar, dat afneemt met de leeftijd.
Bij een uitslag vanaf Pap 3b wordt de kans groter dat de gynaecoloog bij onderzoek een voorstadium van baarmoederhalskanker vindt. Maar de kans op kanker is nog steeds klein. Het wil alleen zeggen dat je er op tijd bij bent. Een voorstadium is goed en makkelijk te behandelen.
Van de Nederlandse vrouwen van achttien tot dertig jaar is 11,8 procent besmet met één of meerdere van de HPV-virussen, die een verhoogd risico kunnen geven op baarmoederhalskanker later in het leven.
Bijna altijd ruimt je lichaam de HPV-infectie binnen 1 tot 2 jaar weer zelf op. In ongeveer 10%-20% van de gevallen gebeurt dat niet. Dan kan na vele jaren kanker ontstaan. Ongeveer dertien hoog-risico typen HPV kunnen kanker veroorzaken.
Een infectie met het HPV geeft meestal geen klachten. Ook veranderingen aan de cellen van de baarmoederhals leiden niet tot klachten. Een HPV-test toont aan of het virus in het lichaam aanwezig is. Afwijkende cellen zijn alleen met een uitstrijkje te vinden.
PAP 1 HPV positief Het uitstrijkje is normaal. Wel is het HPV virus gevonden waardoor u over 6 maanden opnieuw een uitstrijkje moet laten maken om te kijken of het lichaam het virus zelf heeft opgeruimd. In het uitstrijkje zijn enkele cellen aanwezig die er iets anders uitzien dan normaal.