Traditioneel worden voor het (historische) Nederlands vier naamvallen onderscheiden: de eerste naamval (of: nominatief) is de onderwerpsvorm; de tweede naamval (of: genitief) kan meestal m.b.v. het voorzetsel van worden omschreven (bijvoorbeeld het Wapen der Infanterie); de derde naamval (of: datief) wordt gebruikt als ...
Naamvallen zijn de verschillende vormen die woorden aannemen, afhankelijk van hun functie in de zin. Naamvallen komen voor bij zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, lidwoorden, telwoorden en voornaamwoorden. In het hedendaagse Nederlands zijn de meeste naamvalsonderscheidingen verdwenen.
Volgens het Guinness Book of Records zijn de moeilijkste talen het Tabassaran in de Kaukasus omdat deze taal maar liefst 48 naamvallen kent; de Noord-Amerikaanse indianentaal Haida, die met 70 de meeste voorvoegsels ter wereld heeft; Amale uit Papoea-Nieuw-Guinea, de taal met de meeste werkwoordsvormen: meer dan 69.000 ...
Naamvallen zijn de verschillende vormen die woorden aannemen afhankelijk van hun functie in de zin. Naamvallen komen voor bij zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden, lidwoorden en telwoorden.
Als het hierbij ook niet gaat om een tijdsbepaling (wanneer?), dan moet je na het keuzevoorzetsel de derde naamval gebruiken bij de voorzetsels an , hinter , neben , in, unter , vor en zwischen .Bij de voorzetsels auf en über gebruik je dan in dit geval de vierde naamval.
Zo is voor Nederlanders Arabisch, Koreaans, Chinees en Japans de moeilijkste talen ter wereld.
Als er geen sprake is van een tijdstip, je ergens bevinden of iets dat in beweging is of zich verplaatst dan kun je de 7/2 regel toepassen. Deze regelt stelt dat auf en über altijd de vierde naamval krijgen en de rest van de voorzetsels de derde naamval.
'Der Akkusativ' is de vierde naamval in het Duits. Deze naamval wordt gebruikt voor het lijdend voorwerp . Je kan weten wat het lijdend voorwerp door de vraag “Wie/wat + gezegde + onderwerp?” te stellen. Het antwoord is dan het lijdend voorwerp!
De eerste naamval- ook wel de nominatief genoemd- gebruik je voor het onderwerp van de zin. Vanuit het Nederlands weet je als het goed is hoe je het onderwerp vindt: wie/wat + gezegde = het onderwerp. In het geval van onze pinguïn kijken we naar de eerste zin van de afbeelding: Der Pinguïn guckt mich komisch an.
Het Turks heeft twee naamvallen meer dan het Nederlands, namelijk één die plaats en tijd aanduidt, en één die oorsprong aangeeft.
In het Nederlands worden soms nog oude naamvallen gebruikt. Ze komen bijvoorbeeld nog voor in 's morgens, een verkorting van de tweede naamval des morgens (= in de morgen). Andere voorbeelden van oude naamvallen zijn: ten tijde van (= in de tijd van), ter hoogte van (= in de buurt van).
Volgens de onderzoekers heet de vreemdste taal ter wereld Chalcatongo Mixtec. Het Chalcatongo Mixtec wordt gesproken door 6000 mensen in het Mexicaanse Oaxaca. Het is de enige taal waar er geen verschil te merken is tussen een vraag en een mededeling.
FRANS - DE MOOIST GESPROKEN TAAL
Met zijn onuitspreekbare "r", zijn nasale klinkers "en", "in", "un" en melodieuze intonatie klinkt het uiterst muzikaal voor het niet-moederlijke oor. En laten we de sterke culturele context niet vergeten die het Frans de status van de mooiste gesproken taal ter wereld geeft.
Het zal je niet verbazen dat Engels over het algemeen gezien wordt als de makkelijkst te leren taal. Dit komt voornamelijk doordat vrijwel alle films, series en muziek die we zien en luisteren, in het Engels zijn. Hierdoor pikken de meeste mensen heel snel deze taal op.
Het Nederlands wordt met het Duits, Engels, Zweeds en Deens gerekend tot de Germaanse talen. De onderlinge verstaanbaarheid tussen deze talen verschilt. Deens en Zweeds zijn onderling het meest verstaanbaar, maar ook Nederlands en Duits zijn over en weer verstaanbaar.
De Duitse en Nederlandse taal lijken erg op elkaar. Aan het begin moet je een beetje aan de uitspraak letten en de naamvallen kunnen soms lastig zijn. Maar Duits is voor Nederlanders geen moeilijke taal om te leren, zeker niet in vergelijking met bijvoorbeeld Fransen, Amerikanen of Chinezen.
Het Nederlands is een Indo-Europese, Germaanse taal die vooral in Nederland, Vlaanderen en Suriname wordt gesproken. Het is nauw verwant met de andere West-Germaanse talen: Engels, Fries, Duits, Nedersaksisch, Luxemburgs, Jiddisch en de dochtertaal Afrikaans.
Het klassiek Latijn kent zes naamvallen. Een naamval is een middel waarmee de grammaticale functie van een naamwoord of voornaamwoord in het grotere verband van de zin wordt aangegeven.
De eerste naamval (nominative) ziet u in: I like to read. De tweede naamval (genitive) ziet u in: It is my (Sarah's) turn now. De derde naamval (dative) ziet u in: That red house is ours. De vierde naamval (accusative) ziet u in: She helped him on his way.
Vertaling van "naamvallen" in Frans. Er zijn twee naamvallen: nominatief en accusatief.