7 procent van de huishoudens komt moeilijk rond In 2021 kwam 7 procent van de huishoudens naar eigen zeggen (zeer) moeilijk rond van het inkomen.
In Nederland heeft 45 procent van de huishoudens moeite met rondkomen.
Ruim een half miljoen huishoudens heeft problematische schulden, dat wil bijvoorbeeld zeggen dat ze rood staan, rekeningen niet kunnen betalen en/of betalingsachterstanden hebben en niet in staat zijn dit zelf op te lossen.
Steeds meer Nederlandse huishoudens zijn financieel kwetsbaar of zelfs financieel ongezond. In 2022 ging het in totaal om zes op de tien Nederlandse huishoudens, blijkt uit onderzoek van Deloitte in samenwerking met Nibud en Universiteit Leiden.
Eind 2022 hadden 24.000 jongeren van 18-25 jaar één of meerdere betalingsproblemen. Dit is ongeveer 1,5 procent van alle jongeren tussen de 18-25 jaar.
Mensen met een chronische ziekte of beperking. Alleenstaande ouders met kinderen. Arbeidsmigranten uit EU landen. Mensen zonder betaald werk.
Dat jongeren boven de 18 jaar vaak financiële problemen hebben, hangt samen met alle veranderingen in deze fase van hun leven. Jongeren hebben meestal nog weinig eigen vermogen, maar dragen vanaf hun achttiende jaar wel veel financiële verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld voor het betalen van hun zorgverzekering.
Neem contact op met je gemeente of bel het landelijk (anonieme) telefoonnummer voor hulp bij geldzorgen: 0800-8115 of kijk op 0800-8115.nl. Zij kunnen samen met jou kijken welke organisatie in jouw regio jou verder kan helpen.
Met een laag inkomen heeft u mogelijk recht op steun vanuit de Rijksoverheid en uw gemeente. Bijvoorbeeld met toeslagen, (bijzondere) bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, of een kindpakket (bijvoorbeeld een tegoedbon voor zwemles).
Per huishouden zijn er grote verschillen. Afhankelijk van gezinssamenstelling, inkomen en smaak. Een globale richtlijn is rond de € 6.500 voor een alleenstaande en voor een gezin met twee kinderen ca.€ 10.000.
In oktober 2021 hadden ruim 620.000 Nederlandse huishoudens, 7,6% van alle huishoudens, geregistreerde problematische schulden. Dit zijn bijvoorbeeld achterstanden bij de Belastingdienst, de zorgverzekeraar of een registratie bij het BKR. In januari 2021 waren dit er nog maar zo'n 599.000, oftewel zo'n 7,4%.
Schulden komen relatief vaker voor bij gezinnen met kinderen, personen met een migratie-achtergrond, laagopgeleiden en mensen tussen de 25 en 65 jaar. In Rotterdam heeft 15,8 procent van de huishoudens met geregistreerde problematische schulden, bijna twee keer zoveel als het landelijk gemiddelde.
1 op de 3 Nederlanders staat elke maand rood op de betaalrekening.
6 op de 10 huishoudens financieel kwetsbaar of ongezond
In 2022 was 60 procent van de Nederlanders financieel ongezond of kwetsbaar, tegen 50 procent in 2021.
Van de werkende bevolking maakte in 2020 1,9 procent (147.000 personen) deel uit van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Dat is minder dan in 2019 toen het aandeel werkenden met een laag inkomen op 2,1 procent uitkwam.
Daarom is het advies van het Nibud: spaar iedere maand 10 procent van je netto inkomen. Verdien je, laten we zeggen, 2000 euro netto per maand, dan zou je dus het beste elke maand 200 euro op je spaarrekening moeten zetten.
Het sociaal minimum inkomen is gestegen en daarom is 120% van het sociaal minimum inkomen ook hoger. Als alleenstaande mag je in 2023 niet meer verdienen dan €1.434,79 en samenwonend niet meer dan €2.049,70 netto per maand.
Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9.250 euro.
Als je (bijna) geen inkomen hebt en geen recht op een andere uitkering, dan kun je een bijstandsuitkering aanvragen bij je gemeente. Je doet dan een beroep op de Participatiewet. De gemeente kan ook je inkomen tot bijstandsniveau aanvullen, als dat nodig is.
Uitkeringen vormen ruim een vijfde van het bruto-inkomen
Het bruto-inkomen van huishoudens bedroeg in 2020 gemiddeld 75 200 euro. Ruim driekwart van dit bedrag wordt gevormd door loon, inkomen uit eigen onderneming en vermogensinkomsten (het primaire inkomen).
Het referentiemaandloon per 1 januari 2024 is vastgesteld op € 2.069,40 per maand, exclusief vakantiegeld. In verband hiermee zal het netto minimumloon (referentieminimumloon), als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum eveneens wijzigen.
Financiële zorgen als student
Steeds meer studenten hebben geldproblemen (AD, 2022). In 2021 had bijna 70% van de studenten zorgen over zijn financiële situatie. Dat percentage lag in 2022 door inflatie nóg hoger. De zorgen bestaan met name door hoge studieschulden.
Mensen met schulden krijgen ook vaak problemen op andere terreinen. Denk aan problemen op het werk als iemand zijn aandacht er niet bij heeft en fouten maakt. Of gezondheidsproblemen als iemand geen geld heeft voor een behandeling. Ook besteden mensen met schulden minder aandacht aan hun kinderen.
De meest bekende oorzaken zijn dat mensen in de schulden raken door een te laag inkomen, werkloosheid of bij dakloosheid. Toch overkomt het ook mensen die in principe voldoende inkomen hebben.